Dominique Laboureix (SRB) doekt noodlijdende banken op: ‘Hoe minder je van ons hoort, hoe beter’
“Ik beweer niet dat er nooit nog een bankencrisis in de Europese Unie komt, maar onze banken zijn vandaag veel weerbaarder dan vijftien jaar geleden”, zegt de Fransman Dominique Laboureix. Hij staat aan het hoofd van de Single Resolution Board, de instelling die noodlijdende banken moet opdoeken.
Eerder dit jaar was er veel ophef over een potentiële nieuwe bankencrisis. In de Verenigde Staten gingen middelgrote instellingen als Silicon Valley Bank en Signature Bank over de kop. In Zwitserland moest Credit Suisse in allerijl bij zijn sectorgenoot UBS ondergebracht worden. De vrees voor een besmetting van het Europese bankensysteem bleek echter ongegrond.
“De crisis is gestopt aan de deur van de Europese bankenunie”, stelt Dominique Laboureix tevreden vast. “Dat bewijst dat ons systeem werkt. We hanteren een strenge regulering, waardoor de weerbaarheid van onze banken veel hoger is dan vijftien jaar geleden, toen Europa met een zware bankencrisis geconfronteerd werd.”
De Fransman Laboureix staat aan het hoofd van de Single Resolution Board (SRB). Dat is de Europese instelling die falende banken moet afwikkelen of ontbinden (zie kader ‘Soms zullen we een bank gewoon failliet laten gaan’). De voorbije jaren moest de SRB enkel optreden toen de Spaanse bank Banco Popular in 2017 in de problemen kwam, en vorig jaar toen de Europese dochters van de Russische Sberbank opgedoekt werden.
“Hoe minder je van ons hoort, hoe beter”, beseft Laboureix. “Als de SRB niet moet ingrijpen, betekent dat dat de banken voldoende sterk en weerbaar zijn.” Maar dat betekent niet dat de SRB werkloos blijft toezien. “Integendeel, er is in acht jaar tijd heel veel werk verzet”, zegt Laboureix. “We zijn erin geslaagd voldoende verliesabsorberende capaciteit bij de banken op te bouwen, en om concrete afwikkelingsplannen voor iedere instelling op te stellen. Bij een bankencrisis komt het erop aan goed voorbereid te zijn en klaar te staan om in te grijpen.”
Wat betekent dat concreet?
1Goede samenwerking met toezichthouder en lokale resolutieautoriteiten
De SRB werkt nauw samen met de lokale resolutieautoriteiten in de 21 landen van de Europese bankenunie. Ze werkt ook nauw samen met de toezichthouders. De SRB is namelijk de tweede pijler van de Europese bankenunie. Het gemeenschappelijke bankentoezicht (Single Supervisory Mechanism), dat uitgeoefend wordt door de Europese Centrale Bank (ECB), is de eerste pijler.
“Een goede samenwerking tussen beide instellingen is zeer belangrijk”, beklemtoont Laboureix, die een verleden als toezichthouder bij de Banque de France heeft. “Als de ECB signalen krijgt die wijzen op problemen, kan zij een bank verplichten maatregelen te nemen. Als de problemen verergeren en levensbedreigend worden, treden wij op het voorplan. Daarom is het belangrijk dat wij afwikkelingsplannen hebben opgesteld. Daarin staat hoe een bank kan worden opgedoekt zonder te raken aan de beschermde klantendeposito’s en zonder een beroep te doen op publiek geld.”
Om de samenwerking met de ECB te versterken gaat de SRB, die in Brussel gevestigd is, vanaf volgend jaar mensen uitwisselen met Frankfurt. “We werken nu al zeer goed samen, maar door teams uit te wisselen willen we nog meer een gezamenlijke cultuur creëren”, zegt Laboureix.
2Voldoende geld in kas
Om falende banken op te doeken zonder een beroep te doen op publieke middelen, is geld nodig. Veel geld. Daar werden in het verleden nogal wat vragen bij gesteld. Zijn er voldoende fondsen aanwezig? Vooral omdat de banken zelf via jaarlijkse bijdrages het zogenaamde Single Resolution Fund moesten financieren.
“Het doel was een fonds te creëren dat minstens 1 procent van de gedekte deposito’s bevatte”, legt Laboureix uit. “Tegen eind dit jaar zullen we dat doel in principe bereikt hebben. Dat is een zeer belangrijke realisatie omdat we nu aan de solvabiliteits- en liquiditeitsbehoeften van falende instellingen kunnen beantwoorden. Dat moet vertrouwen geven in de Europese bankensector.”
Dat de banken zelf het geld voor dat fonds moeten aanbrengen, bovenop de opbouw van hun verliesabsorberende buffers, ligt sommige bankiers zwaar op de maag. “Vooral in het verleden waren er bankiers die klaagden dat ze de kosten zelf moesten dragen. Maar intussen hebben de meesten begrepen dat resolutieplannen hebben én de financiering om die uit te voeren, bijdragen tot hun weerbaarheid”, reageert Laboureix.
Tegen eind dit jaar zal er 80 miljard euro in het Single Resolution Fund zitten. Dat is volgens Laboureix voldoende om het merendeel van de individuele bankresolutieplannen te financieren. Om eventueel grotere problemen aan te kunnen ligt er een plan op tafel dat de SRB in staat moet stellen geld te ontlenen bij het European Stability Mechanism (ESM). Enkel Italië ligt nog dwars om dat voorstel goed te keuren.
“Als daarvoor het licht op groen komt, zouden we toegang krijgen tot nog eens 70 miljard euro”, zegt Laboureix. “Daarmee zouden we met onze middelen ongeveer op hetzelfde niveau zitten als onze Amerikaanse tegenhanger, de FDIC. En als dat nog niet zou volstaan, bijvoorbeeld om aan de liquiditeitsbehoeften van heel grote instellingen te voldoen, kunnen wij natuurlijk nog samenwerken met de centrale banken.”
3Resolutieplannen opstellen en testen
Maar wat als een grote Europese bank zoals BNP Paribas of Deutsche Bank in de problemen komt? “Als instelling in moeilijkheden komt, zit je sowieso in een crisissituatie”, geeft Laboureix toe. “Daarom is het belangrijk zo goed mogelijk voorbereid te zijn. Wij laten op voorhand plannen, draaiboeken en scenario’s opstellen, die op hun beurt getest worden op hun haalbaarheid.”
“Een resolutieplan is een dynamisch gegeven”, vertelt Laboureix. “Banken veranderen van strategie of businessmodel, hun balans en governance kunnen evolueren, en er duiken steeds nieuwe risico’s op. Denk aan cyber-, reputatie- of klimaatrisico’s. Een bank als Sberbank, bijvoorbeeld, had voldoende middelen, maar werd door de Europese sancties tegen Rusland het slachtoffer van de reputatie van haar aandeelhouders.”
Al die elementen moeten telkens weer geïntegreerd worden in de resolutieplannen, en operationeel getoetst worden. Van dat laatste wil Laboureix de komende jaren een prioriteit maken: “Iedereen moet klaar zijn om beslissingen te implementeren. In de eerste plaats de noodlijdende bank zelf. Het volstaat niet om een lijst van achtergestelde kapitaalinstrumenten te bezitten. Men moet ook weten waar de obligaties zich bevinden, wie ze in zijn bezit heeft, hoeveel ze waard zijn, wat de ISIN-codes zijn, enzovoort. Daarom gaan we de komende jaren meer missies ter plaatse bij banken uitvoeren, om heel concreet de operationele implementatie af te toetsen. Daarnaast moeten ook de SRB en de lokale autoriteiten crisisteams klaar hebben, die onmiddellijk ingezet kunnen worden.”
4Lessen trekken uit bankcrisissen in andere regio’s
In de VS gingen dit jaar al enkele middelgrote banken over de kop en in Zwitserland moest een gigant als Credit Suisse gered worden via een overname door UBS. Dat gebeurde telkens met de hulp van publieke financiering of waarborgen. Zo werd bij de val van Credit Suisse een deel van het kapitaal gespaard, terwijl de aanvullende kapitaalinstrumenten wel waardeloos werden.
“Dat zou in de Europese Unie onmogelijk zijn”, beklemtoont Laboureix. “In Europa zal altijd eerst de aandeelhouder zijn geld volledig verliezen en pas daarna worden ook de houders van aanvullende kapitaalinstrumenten en achtergestelde obligaties aangesproken. Daar willen we heel duidelijk over zijn. Als resolutieautoriteit is het ons doel voorspelbaar te zijn, zodat investeerders precies weten waaraan ze toe zijn.”
Volgens Laboureix is de Europese bail-in (waarbij schuldeisers mee in het bad getrokken worden om de verliezen te absorberen) in 80 procent van de gevallen het instrument dat de voorkeur geniet om een crisis op te lossen. Maar hij geeft toe dat in sommige gevallen de verkoop van een divisie of een activiteit zich kan opdringen: “Dit impliceert dat je naast voorspelbaar tegelijk voldoende flexibel moet zijn. Zoals het geval was bij Banco Popular in 2017. Die bank hebben we uiteindelijk verkocht aan Santander. Gewoon omdat een verkoop een betere oplossing was dan een bail-in. Er bestaat geen uniek recept dat toepasbaar is voor alle banken.”
Een andere les die het hoofd van de SRB trekt: “Bij Silicon Valley Bank in de VS zag je een heel snelle uitstroom van deposito’s. Dat impliceert dat je een crisis heel snel moet tackelen. Daarom is het goed dat wij in Europa een moratoriumtool hebben, waardoor we twee dagen de rekeningen kunnen ‘bevriezen’. In het verleden werd een bank vaak opgedoekt in het weekend, maar de val van Banco Popular in Spanje gebeurde midden in de week. Daarom is dit instrument gecreëerd, dat ons twee dagen extra geeft om een oplossing uit te werken.”
‘Soms zullen we een bank gewoon failliet laten gaan’
De Single Resolution Board werd in 2014 opgericht in de nasleep van de grote financiële crisissen van 2008 en 2011. Een jaar later werd de Europese instelling operationeel. De SRB moet ervoor zorgen dat falende banken opgedoekt worden zonder dat het de belastingbetaler geld kost en zonder dat het de financiële stabiliteit in het gedrang brengt. Concreet gebeurt dat via een systeem van bail-in, waarbij de aandeel- en obligatiehouders als eerste de verliezen incasseren.
“Het gaat er ons niet om de bank op zich te redden”, legt Dominique Laboureix, hoofd van de SRB uit. “We handelen in het belang van de financiële stabiliteit. Als een resolutie geen toegevoegde waarde levert, de deposito’s van de klanten beschermd zijn en er geen besmettingsgevaar is, dan kan het zijn dat we een bank gewoon failliet laten gaan. Dat geldt natuurlijk niet voor grote, systeembelangrijke instellingen, maar het zou kunnen het geval zijn voor een kleine bank.”
De resolutie of de afwikkeling van banken is, na het gemeenschappelijk toezicht, de tweede pijler van de Europese bankenunie. De derde pijler moet een Europees depositogarantiestelsel worden. Maar dat project ligt politiek moeilijk, waardoor de afzonderlijke lidstaten voorlopig verantwoordelijk blijven voor het verzekeren van deposito’s tot 100.000 euro per klant.
“Het zou logischer zijn dat op een supranationaal niveau te regelen”, vindt Laboureix. “Maar politiek ligt dat gevoelig. Er ligt een Europees voorstel klaar en dat zal op een gegeven moment weer op tafel komen. Wanneer? Hoe sneller, hoe beter. Als we vinden dat een gemeenschappelijke depositogarantie meer vertrouwen in de Europese banksector genereert, dan moeten we daarvoor kiezen. Maar het is niet zo dat het ontbreken ervan de werking van de bankenunie onmogelijk maakt. De eerste twee pijlers werken goed en het geld voor de depositogarantie zit nu in nationale fondsen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier