Deze bedrijven moeten we redden
De coronacrisis brengt zelfs de beste bedrijven in liquiditeitsnood. Welke bedrijven moeten we redden en welke niet? De sectoren die strategisch zijn voor onze economie zijn niet enkel die met spitstechnologie, maar ook met een hoge tewerkstelling.
De Vlaamse investeringsholding PMV bereidt zich voor op een lawine aan financieringsaanvragen van bedrijven. PMV heeft 250 miljoen euro achtergestelde leningen klaar, die ondernemingen in liquiditeitsnood door de coronacrisis kunnen helpen. “De bedrijven moeten intrinsiek gezond zijn. Niet iedereen die om hulp vraagt, zal die krijgen”, waarschuwt algemeen directeur Michel Casselman. “Je kan de coronacrisis niet vergelijken met een oorlog. In een oorlog zijn de energiesector, de logistiek, de bevoorrading en de veiligheid van essentieel strategisch belang. Ook vandaag moeten we het land en de economie overeind houden, maar de problemen stellen zich anders. Onze netbeheerder voor elektriciteit Elia is heel belangrijk voor de energievoorziening, maar komt door de huidige crisis niet in de problemen.”
Wij hebben nu eenmaal een globale waardeketen aanvaard. Wellicht zijn we daarin te ver gegaan” Marc Lambotte, Agoria
“Strategisch is wat we absoluut nodig hebben voor de toekomst van dit land – voor zover onze regering toekomstplannen zou maken”, vindt Marc Lambotte, de CEO van de technologievereniging Agoria. “Het betekent dat je de volledige controle over bepaalde bedrijven moet hebben. Ik communiceer telefonisch via mijn computer met u. Dat gebeurt via processoren van Intel. Er zijn slechts enkele fabrikanten wereldwijd die zulke chips maken. België heeft zo’n producent niet. De chipproducenten zijn in Amerikaanse handen en produceren wellicht in Azië. Ook mijn computer bestaat uit allerlei onderdelen die uit de hele wereld komen. Wij hebben nu eenmaal een globale waardeketen aanvaard. Wellicht zijn we daarin te ver gegaan.”
Havens en luchthavens
Havens en luchthavens behoren tot de meest strategische sectoren. Onze zeehavens zijn in handen van steden of het Vlaams Gewest. De federale overheid heeft een belang van een kwart in de luchthavenuitbater van Zaventem. “Die verkoop je niet aan buitenlandse groepen”, benadrukt Eddy Van de Voorde, transporteconoom aan de Universiteit Antwerpen. “We moeten absoluut een scenario zoals in de Griekse zeehaven Piraeus vermijden. Alles is daar overgenomen door de Chinezen van Cosco. De Grieken hebben er niks meer te zeggen. Cosco heeft zijn positie in Zeebrugge ook versterkt. Ik pleit ervoor bedrijven en sectoren onder Belgische controle te houden. De beslissingsmacht moet in België liggen – niet in Parijs, Amsterdam, Peking of Sjanghai.”
Ook Brussels Airlines heet strategisch belangrijk te zijn. De luchtvaartmaatschappij doet 40 procent van de vluchten in Zaventem en zelfs de helft van de intercontinentale verbindingen. Brussels Airlines hengelt naar 290 miljoen euro overheidssteun. “Als Brussels Airlines wegvalt, komen ook andere bedrijven in de problemen”, waarschuwt Michel Casselman. “Een eigen luchtvaartmaatschappij is belangrijk voor intercontinentale verbindingen. Rechtstreekse vluchten naar Azië hebben een bredere impact op de economie van een land. Het vergemakkelijkt zakendoen. Je creëert een aantrekkelijke draaischijf voor verdere vluchten naar Europa. Het vergemakkelijkt ook de vestiging van een filiaal van een Aziatisch bedrijf in ons land.”
Ook Wouter Dewulf, transporteconoom aan de Universiteit Antwerpen, benadrukt dat Brussels Airlines cruciaal is voor Brussels Airport. Een faillissement zou een kloof slaan. Concurrenten zouden de meest winstgevende routes overnemen. Minder of niet rendabele routes zouden wegvallen, terwijl die net het netwerk van aansluitende vluchten van Brussels Airlines vullen. Volgens een nota van de luchthavenuitbater Brussels Airport Company creëert Brussels Airlines 4000 rechtstreekse en maar liefst 60.000 onrechtstreekse banen op en rondom de luchthaven.
Horeca
Sommigen vinden ook de horeca een prioritaire sector. Het tewerkstellingsniveau is daarbij een belangrijk criterium, zelfs als de sector minder toegevoegde waarde schept. De horeca creëert veel werkgelegenheid, ook voor laaggeschoolden. Mensen zullen bovendien blijven uitgaan en eten, ook na de coronacrisis. De Belgische horeca is goed voor 135.000 arbeidsplaatsen. De coronacrisis heeft een nooit geziene impact op de branche. De sectorvereniging Horeca Vlaanderen berekende al een verlies van 3,9 miljard euro voor de gedwongen sluiting tot 8 juni. Dat komt al neer op een omzetdaling met 23 procent in vergelijking met vorig jaar.
Een stresstestanalyse van de financiële-informatieverschaffer Trends Business Information leert dat horecazaken tot vijf weken gedwongen inactief kunnen blijven. Daarna schrijven ze onvermijdelijk rode cijfers. Als eind juni nog geen doorstart mogelijk is, dreigt een faillissementenlawine. Door de geringe winstmarges wordt het dus heel moeilijk de sector via bijkomende schuldfinanciering overeind te houden. “We hebben het traditioneel al moeilijk. In 2019 gingen 34 op de duizend horecaondernemingen failliet, terwijl het gemiddelde 11 op de duizend is”, waarschuwt Matthias De Caluwé van Horeca Vlaanderen.
Audi, Van Hool en Volvo
Autoassemblage krijgt eveneens bijzondere aandacht. “Dat is een voorbeeld van een sector die in de hele keten veel toegevoegde waarde creëert”, duidt Michel Casselman. “Autoassemblagefabrieken zoals Audi en Volvo vormen een hele waardeketen met toeleveraars. Ook al kan je daar niet altijd meteen een cijfer op kleven, want toeleveraars hebben diverse klanten.”
Volgens de technologievereniging Agoria zijn de autoassemblagebedrijven Audi Brussels en Volvo Gent, de bussenbouwer Van Hool en de vrachtwagenbouwer Volvo goed voor bijna 15.000 banen. De indirecte tewerkstelling levert nog eens bijna 12.500 banen. Daarmee is het viertal goed voor bijna de helft van de bijna 60.000 banen in de Belgische voertuigenindustrie. “Die industrie is cruciaal voor de werkgelegenheid en de waardeketens in ons land”, zegt Marc Lambotte. “Maar dat wil nog niet zeggen dat een land economisch niet kan overleven zonder. Je ziet hoe een land herstelt. De sluiting van Caterpillar in Charleroi had een grote impact, maar het grootste deel van die mensen is alweer aan het werk.”
We moeten vermijden dat onze starters en groei- bedrijven voor een prikje worden overgenomen door buitenlandse spelers” – Hans Maertens, Voka
Voeding
In volle coronaturbulentie werd de voedingsector half maart tot een strategische sector gebombardeerd. Die moest absoluut overeind blijven, opdat mensen konden blijven eten. Ondanks de hamstergolf, die is weggeëbd, zijn de voedingsproducenten geen winnaars van de coronacrisis. “De verkoop in de winkels klom fors, maar de horeca en de catering zijn als verkoopsegmenten bijna volledig weggevallen”, zegt Renaat Debergh, gedelegeerd bestuurder van de vereniging van zuivelproducenten. “Begin mei volgt bovendien de piek in de aanvoer van melk. Die cocktail doet ons op de tippen van onze tenen lopen. Al zien we op de internationale markten de prijzen weer lichtjes klimmen.”
De vleesindustrie maakt hetzelfde mee. “Door de coronacrisis zijn de horecamarkten in heel Europa grotendeels stilgevallen”, verzucht Michael Gore, gedelegeerd bestuurder van de vereniging van vleesproducenten FeBev. “Als dat nog weken aansleept, krijgen we een overaanbod van dieren door onvoldoende afzetkanalen voor het vlees.”
De zuivelindustrie staat voor 5915 werknemers en een omzet van 5,3 miljard euro, of een tiende van de omzet van de Belgische voedingsindustrie (cijfers voor 2018). De Belgische vleessector levert 6 miljard euro omzet en zorgt voor 10.800 directe arbeidsplaatsen.
Zorg en chemie
Toch zijn er ook coronawinnaars: de zorgsector, en breder de geneeskunde. “De een zijn dood is de ander zijn brood. De geneeskundige sector bloeit door het coronavirus”, zegt Thierry Vanelslander, een econoom van de Universiteit Antwerpen die het vestigingsbeleid van onder meer de chemie en de farma volgt. “Als Janssen Pharmaceutica een coronavaccin lanceert, heeft dat een gigantische wereldwijde impact. De sector is in Vlaanderen goed voor 60.000 directe en 150.000 indirecte banen. Dat is gigantisch veel. Het is ook een heel innovatieve sector. Het gaat niet om bandwerk, en dat is cruciaal voor het behoud van onze werkgelegenheid. In bandwerk kunnen we niet concurreren met de lagelonenlanden.”
De zogenoemde basischemie, waaronder de leveranciers van kunststoffen, heeft het wel moeilijk. “Veel fabrieken liggen stil of draaien op halve kracht”, weet Vanelslander. “De chemie levert kunststofproducten aan tientallen sectoren. Bovendien worden die producten wereldwijd geleverd. Dat is een heel fijnmazig net van toeleveraars. Die sector mogen we niet over de kop laten gaan.”
Starters en groeibedrijven
Michel Casselman en PMV kijken ook vooruit. Ze willen niet enkel gevestigde waarden overeind houden. “Economie is dynamisch. We kijken dus ook naar de starters en de groeibedrijven, zij die over tien jaar de grote bedrijven kunnen zijn. Ook die moeten we door de crisis helpen. De 250 miljoen euro achtergestelde leningen van de Vlaamse regering zijn ook specifiek voor dat type bedrijven bedoeld.” De rentevoet van 4,5 tot 5 procent lijkt op het eerste gezicht vrij pittig. Maar de eerste twee jaar worden de bedrijven vrijgesteld van alle aflossingen.
De Vlaamse werkgeversvereniging Voka is blij met dat vangnet. “Starters en groeibedrijven verbranden bij uitstek veel cash. Door de coronacrisis kunnen ze in liquiditeits- en solvabiliteitsproblemen komen”, zegt gedelegeerd bestuurder Hans Maertens. “De achtergestelde leningen van PMV zijn goed. Maar een strikte opvolging is nodig, zodat die bedrijven ook andere financiële middelen kunnen vinden. Enkel zo wordt vermeden dat een groot deel van die bedrijven failliet gaan of voor een prikje worden overgenomen door buitenlandse spelers.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier