‘De opvolging is nog altijd een taboe in kmo’s’
Ze zijn ondernemer geworden omdat ze hun eigen baas wilden zijn. En dan komt hun oude dag in zicht, en het moeilijke moment van machtsoverdracht aan de volgende generatie. De overheid en het middenveld willen de massa aan grijzende kmo-bazen voorbereiden op het onvermijdelijke, maar het onderwerp ligt erg gevoelig.
Het Agentschap Ondernemen van de Vlaamse overheid organiseert maandag in Leuven een congres over de opvolging van vergrijzende kmo-bazen. Op zich niks bijzonders, ware het niet dat het congres voor sectorfederaties bedoeld is, en niet voor de vergrijzende ondernemers zelf. Nochtans telt Vlaanderen 83.000 kmo’s met een bedrijfsleider ouder dan 55 jaar, rekende het Agentschap Ondernemen uit. Je zou normalerwijze veel volk verwachten op een congres met zo’n thema.
Juist niet, aldus Patrick Jordens, werkgroepleider Opvolging en Overname bij het Agentschap Ondernemen: “Het is moeilijk om ondernemers weg te krijgen uit hun kmo voor een kwestie als deze. Opvolging is nog altijd een taboe. Ondernemers willen er niet mee bezig zijn. Of ze willen niet dat hun omgeving weet dat ze ermee bezig zijn. Om de ondernemers beter te bereiken, schakelen we de sectorfederaties in.” Om een idee te geven: de Week van de bedrijfsoverdracht, de bewustmakingsactie van het Agentschap Ondernemen, telde vorig jaar 1767 deelnemers. De weg naar de 83.000 is nog lang.
De werkgeversorganisaties timmeren mee aan de weg, met infosessies, opleidingspakketten en begeleiding, veelal gesubsidieerd door het Agentschap Ondernemen. Het werk vergt discretie. “Als we activiteiten over opvolging organiseren, verspreiden we geen deelnemerslijsten,” zegt Jens De Vos van Voka. Hij is manager van de Plato Peterschapsprojecten, waarbij groepjes van vijftien kmo’s ervaringen uitwisselen en leren van experts uit grotere bedrijven. Bij het thema familiale opvolging zag De Vos hoe kmo’s uit de Antwerpse Kempen zich inschreven voor sessies in Oost-Vlaanderen, om toch maar niet betrapt te worden door hun lokale netwerk.
Risico
“Vader die als krasse zeventiger de touwtjes stevig in handen houdt, terwijl zijn veertigjarige zoon of dochter al twintig jaar in het bedrijf werkt, maar niets te zeggen heeft, het komt nog altijd voor,” zegt De Vos. “Dat is niet altijd een kwestie van een oude generatie die haar macht niet wil afstaan. Vaak speelt ook een hoop onzekerheid. Wat gaan mijn kinderen met het bedrijf doen? Bij seminars over opvolging merken we soms de aanwezigheid van de oude generatie van de ondernemersfamilie, en de afwezigheid van de jonge generatie. Of omgekeerd. Dat betekent dat de generaties er met elkaar niet over spreken, laat staan met hun netwerk.”
Een andere drempel is het financiële risico. “Soms gaat dat heel ver,” zegt Frederiek De Kimpe, mede-coördinator Limburgs Platform Familiebedrijven (LPF). “Neem een bedrijf opgericht door twee broers, met elk drie kinderen, waarvan één kind de zaak wil voortzetten. Hij moet de vijf andere kinderen uitkopen. Begin er maar eens aan, als het om een bedrijf van pakweg 200 werknemers gaat. Geen wonder dat veel Vlaamse familiebedrijven door opvolgingskwesties in buitenlandse handen terechtkomen.”
Wroeten
Kiest de ondernemer voor een verkoop aan derden, dan kan het uitlekken van die beslissing de jarenlange relatie met klanten, leveranciers en medewerkers op het spel zetten. De baas is als oprichter ook de ziel van het bedrijf. “Het gaat soms zover dat klanten afhaken, leveranciers plots contante betaling eisen en goede medewerkers vertrekken,” zegt Stefaan Gillis, voorzitter van de Beroepsvereniging van Overnamebemiddelaars (BVOB).
Vele vergrijzende ondernemers met verkoopplannen dreigen van een kale reis terug komen, vooral die met één tot vijf werknemers. “Ik schat dat de helft van hen met onverkoopbare bedrijven zit”, zegt Gillis, in het dagelijks leven zaakvoerder van overnamebemiddelaar ABM-plus in Kampenhout. “Ofwel werkt hun bedrijf met verouderde technologie, ofwel benaderen de medewerkers de pensioenleeftijd, ofwel blijft er zonder de eigenaar niet veel over van het bedrijf: hij had alle kennis, regelde alles, en delegeerde veel te weinig.”
Het volledige dossier over de opvolging bij kmo’s leest u deze week in Trends.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier