Trends Impact Awards: dit zijn de tien impactbedrijven avant la lettre

© Getty
Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

Belgen zijn, in tegenstelling tot pakweg Amerikanen, niet altijd goed in het eren van hun pionierende ondernemers. Trends zet de impactondernemers op een rijtje achter tien bedrijven, die werden opgericht voor het jaar 2000, in een tijd waarin het woord ‘impactondernemer’ nog niet bestond.

Het waren de hippietijden van de jaren zestig en zeventig. Philippe Vandemoortele, een telg van de familie achter het gelijknamige voedingsbedrijf, maakte zijn studie niet af en stoorde zich aan de honger in de wereld. De idealist ging toch aan de slag in het familiebedrijf, en zette zijn zinnen op innovatie met soja om mee de honger uit de wereld te helpen. Hij werd intern met meewarige ogen bekeken, maar Vandemoortele bekwaamde zich in productieprocessen en zette zich zonder zakenplan met drie experts aan het experimenteren in een oude schoenfabriek in Izegem. Na een paar jaar slaagden Vandemoortele en co erin een plantaardig alternatief voor melk te ontwikkelen, een eiwitrijke sojadrink die kan worden gesteriliseerd en verpakt.

Alpro

In 1980 werd Alpro opgericht, en al snel kwamen de merken Provamel en Soyamel erbij. Het was een schot in de roos. Vandemoortele investeerde in een productievestiging in Wevelgem. Alpro deed overnames in het buitenland en ging vlot over de 100 miljoen euro omzet in 2001.

Ondertussen was het moederbedrijf Vandemoortele in de problemen gekomen, omdat het de Franse bakkerijgroep Panavi had overgenomen, net voor de financiële crisis van 2008. De groep verkocht het zeer rendabele Alpro in 2009 voor 325 miljoen euro aan het Amerikaanse Dean Foods, dat het een paar jaar later doorverkocht aan het Franse Danone.

Alpro is nu een van de bekendste Belgische consumentenmerken in de wereld, in een tijd waarin steeds meer mensen plantaardige producten eten. In 2022 bedroeg de omzet 647 miljoen euro en werkten er in België meer dan 800 mensen voor het merk.

Ecover

Industrieel ingenieur Frans Bogaerts ergerde zich aan de vervuilende fosfaten in wasmiddelen en sloeg eind jaren zeventig in een schuurtje in het Kempense Malle aan het experimenteren om als eerste in Europa een fosfaatvrij wasmiddel te maken. Dat lukte en in 1980 richtte hij Ecover op. Ecover viel meteen in de prijzen en groeide snel. In 1989 maakte het de sprong van de natuurwinkels naar de rekken in de supermarkt.

Niet lang daarna kwam de pionier evenwel in financiële moeilijkheden en Frans Bogaerts gaf de leiding door aan zijn zoon Herman. Die haalde manager Gunther Pauli aan boord om het bedrijf te redden. Dat lukte, maar Pauli leefde in onmin met de nieuwe Deense eigenaar van Ecover en vertrok.

Ecover breidde zijn gamma met ecologische reinigingsproducten stelselmatig uit en opende na Malle in 1992 in 2007 een tweede ecologische fabriek, in het Franse Boulogne-sur-Mer, dicht bij de Britse markt. Ecover nam in 2012 het Amerikaanse Method over, maar werd in 2017 zelf overgenomen door zijn Amerikaanse sectorgenoot SC Johnson.

Net als Alpro en Le Pain Quotidien is Ecover een van ’s lands bekendste consumentenmerken in het buitenland. Mensen van over de hele wereld kopen het om hun huis te poetsen of de was te doen.

De wassende Maan

In 1979 gaf Kristien De Witte haar baan als lerares op, omdat ze op een andere manier aan landbouw wou doen dan toen – en ook nu nog – gangbaar is. De eenvrouwszaak vervelde in 1986 tot een coöperatieve, toen ze investeerders zocht en vond – overwegend klanten van de bioboerderij. Zo kon De wassende Maan grond kopen en groeien. De bioboerderij groeide uit tot een van de pioniers van de Belgische agro-ecologie, een methode die landbouw en natuur met elkaar verzoent. Er wordt niet geploegd en er worden geen pesticiden gebruikt, al 44 jaar lang. De Wassende maan was de eerste boerderij in Vlaanderen waar je een abonnement kon nemen op een mandje biogroenten.

de landbouwpionier is gegroeid tot een bedrijf met 26 werknemers in 2022, onder wie de vier boeren. Ze werken in loondienst. De bioboerderij uit Deinze heeft ook een biowinkel. Alles samen bedroeg de omzet vorig jaar 2,6 miljoen euro per jaar. Het bedrijf heeft zowat 1.400 klanten voor zijn bioboxabonnementen. Er zijn verschillende abonnementen mogelijk, zodat mensen hun biobox kunnen personaliseren. Ongeveer 2.000 mensen vinden geregeld de weg naar de biosupermarkt.

Het bedrijf blijft zijn pioniersrol vervullen. Vorig jaar, ondertussen met Jan Vanhuysse als coördinator, lanceerde het de plukbox. Daarmee kunnen klanten groenten bijbestellen, wanneer ze bijvoorbeeld volk over de vloer krijgen. Een van de laatste vernieuwingen is het e-commerceplan, met een netwerk van zo’n vijftig afhaalpunten in de streek rond Deinze en Gent.

Le Pain Quotidien

De Hoeise kok Alain Coumont stoorde zich aan de povere kwaliteit van brood en richtte in de Brusselse Dansaertstraat in 1990 de eerste winkel van Le Pain Quotidien op. Zuurdesembrood, biologische ingrediënten, een grote gastentafel die mensen met elkaar doet praten en een prachtig interieur in hout. Het concept sloeg aan en algauw kwamen er franchisevestigingen.

Coumont zocht zakelijke partners omdat zijn bedrijf te veel schulden had. Hij verkocht de meerderheid van de aandelen aan de bakkerij Van de Kerkhove, maar behield de licentierechten op het merk voor de Verenigde Staten, Japan en Frankrijk. Hij richtte PQ Licensing op om die licenties te verzilveren, verhuisde naar de VS en zocht privé-investeerders in België. Hij vormde jarenlang een ondernemersduo met landgenoot Vincent Herbert. Coumont was het creatieve brein, terwijl Herbert de keten uitbouwde. In 2003 nam PQ Licensing het eigenaarschap van de Belgische vestigingen weer over. Le Pain Quotidien werd een wereldbekend merk, met op de top meer dan 200 vestigingen. De Starbucks-eigenaar Howard Schultz wilde het in 2014 kopen, maar Herbert en Coumont weigerden.

Coumont reisde veel en ergerde zich eraan dat hij moeilijk een goede vegetarische snelle hap vindt. Hij bedacht Le Botaniste en opende de eerste vestiging in Gent, daarna volgden Brussel en New York. Alle gerechten zijn vegetarisch, biologisch en glutenvrij, en afval wordt zo veel mogelijk vermeden.

Le Pain Quotidien was ondertussen in de problemen gekomen en de coronapandemie maakte het nog erger. Op één na moesten de Britse winkels sluiten. Annick Van Overstraeten, de nieuwe CEO, haalde met Norac en M80 nieuwe aandeelhouders aan boord, en bouwde de winkels in eigen beheer af ten voordele van franchisezaken. Het merk opent nu weer winkels in nieuwe landen.

Tintelijn

Met z’n zevenen staan ze vermeld op de oprichtingsakte van het Gentse Tintelijn, dat ontstond in 1989: Francky Cools, Jan Van de Gracht, Piet Van de Gracht, Sophie Van Eeckhoutte, Steven Van Eeckhoutte, Marijke Vergote en Hugo Wanner. Van meet af aan was het de bedoeling voor een coöperatieve structuur te kiezen, waarin iedereen evenveel te zeggen heeft en elk lid zijn of haar expertise kan binnenbrengen. Tintelijn groeide uit tot een pionier in de bouwsector, die ondertussen drie decennia ervaring heeft met biologische verven en materialen. Je kunt er niet alleen terecht voor schilderwerken, maar voor allerlei soorten ecologische afwerkingen met kalk en leem, linoleum, kalei of mortex. Naast een aannemersbedrijf dat schilder-, pleister- en andere werken uitvoert, heeft het bedrijf uit Sint-Amandsberg ook een verf- en webwinkel gericht op doe-het-zelvers. De coöperatie trekt haar ecologische aanpak zo consequent mogelijk door in haar eigen werking.

De Hobbit

De scheikundige Erik Dewilde ontdekte in Suriname tempé, een uit Indonesië afkomstig voedingsproduct dat bestaat uit zachtgekookte en gefermenteerde sojabonen. Je kunt tempé rauw eten, maar het ook bakken of braden. Bovendien heeft tempé een hoge voedingswaarde. Dewilde begon in zijn natuurvoedingswinkel in Eeklo te experimenteren om zelf tempé te maken. Halverwege de jaren tachtig richtte hij De Hobbit op, vernoemd naar het boek In de van de ring van J.R.R. Tolkien.

De huidige CEO, Frederik Dossche, was een buurman van Erik Dewilde en werd uitgenodigd voor een rondleiding. Hij ging er aan de slag. Dossche is een telg van de familie achter het agrovoedingsbedrijf Dossche, maar zijn tak van de familie – de broers Frederik, Filip en Peter Dossche – werd in 1998 uitgekocht. Erik Dewilde was dan vijftig, had geen opvolger en er was vers kapitaal nodig voor investeringen. De broers Dossche kochten in 1999 De Hobbit en Frederik Dossche werd de CEO.

Anno 2023 heeft De Hobbit een uitgebreid assortiment vleesvervangers, niet alleen op basis van tempé, maar ook met seitan, tofu of natto. De broers Dossche ontpopten zich de afgelopen twintig jaar tot vooruitziende investeerders in de groeimarkt van gezonde, vegetarische voeding. De Hobbit nam de West-Vlaamse seitanproducent Abinda – in de jaren negentig opgericht door de impactondernemers Jan Vansteenkiste en Christa Dekeyser – over. Dit jaar worden Abinda, De Hobbit en nog een derde vennootschap gefuseerd en gaat het bedrijf verder als nv De Hobbit.

Lima

In 1957 was de Vlaming Pierre Gevaert onder de indruk van de Japanse opvoeder George Ohsawa, de grondlegger van macrobiotisch eten. De dan 23-jarige kleinzoon van de beeldhouwer George Minne wou landbouwer worden, maar kreeg een zware botziekte. De dokters zegden hem dat hij niet zou genezen, maar door een macrobiotisch dieet te volgen, deed hij dat toch. Gevaert groeide uit tot een van de Europese ambassadeurs van de macrobiotiek, en hij begon thuis ook ecologische voeding te maken. Daaruit ontstond Lima, een van de Europese pioniers van veganistische voeding. Het bedrijf, dat later van Maldegem naar Aalter verhuisde, maakt plantaardige rijstwafels, misosoepen, sojasauzen en deegwaren. In de supermarkt zijn de producten niet te vinden, het Belgische merk zweert bij de natuurvoedingswinkel voor zijn distributie.

In 1989 werd Lima overgenomen door het Franse Euronature, maar het werd weer Belgisch in 1996 door de managementbuy-out van CEO Philippe Woitrin. Niet voor lang, want in 2001 ging de CEO op zoek naar investeringen. Dat leidde tot de overname door de Amerikaanse natuurvoedingsgigant Hain Celestial Group. Als Hain Europe werd Lima de uitvalsbasis voor de groei in Europa van de Amerikaanse moeder. Onder de koepel van Hain nam Lima de Duitse soja- en rijstdrankenproducent Natumi over in 2004 en in 2011 onder meer het Franse Danival, dat Pierre Gevaert zelf had opgericht nadat hij naar Frankrijk was verhuisd. De man was zijn tijd ver vooruit. In 1999 zei hij in Trends al het volgende over de landbouw: “De huidige agrobusiness is pure waanzin. Vandaag heb je twee ton petroleum – de basis voor kunstmest en brandstof – nodig om een hectare tarwe te kunnen oogsten. Je verbruikt met andere woorden meer calorieën dan de productie oplevert. Economisch én ecologisch leidt zo’n systeem onherroepelijk tot een bankroet.”

Joker Reizen

In 1968 organiseerden enkele studenten economie een reis achter het IJzeren Gordijn, richting Moskou. Iets later ontstond de reisbegeleidersorganisatie Karavaan. Die voorgeschiedenis mondde in 1981 uit tot de oprichting van de coöperatieve Jak door 36 reisbegeleiders, dat een meerderheidsparticipatie had in het nieuw opgerichte Joker. Wegens zijn economische achtergrond nam Bob Elsen, die lang ook nog de familiale bandencentrale runde, de leiding van de reisorganisator op zich.

Joker ontpopte zich tot een pionier in duurzaam reizen. In 2015 ontstonden de ViaVia Joker Reiscafés, die door lokale zelfstandigen werden uitgebaat. Er zijn er op dit moment zo’n dozijn, verspreid over vier continenten. Met de ViaVia Tourism Academy helpt Joker in het globale zuiden lokale ondernemers om de toeristische industrie in hun land te ontwikkelen.

Joker werd de eerste Belgische touroperator die het Travelife-duurzaamheidscertificaat behaalde en werd in 2018 een van de eerste Belgische SDG Voices, die de duurzaamheidsdoelstellingen van de Verenigde Naties moeten helpen uit te dragen. Bob Elsen kreeg in 2014 een Lifetime Achievement Award van de Leuvense faculteit Economie voor zijn pioniersrol in maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zijn zoon, Stijn Elsen, volgde hem inmiddels op aan het hoofd van Joker.

Ecopower

Na de renovatie van de molen van Rotselaar richtten zes coöperanten in 1991 Ecopower op: Johan Hamels, Magda Aelvoet, Mark Michiels, Fred Vanhoof, Rik Oplichtenbergh en William Vancleynenbreugel. De eerste jaren waren moeizaam, omdat er gewoon niet veel hernieuwbare-energieprojecten waren in Vlaanderen. 1999 was een kantelpunt, Ecopower kon windmolens plaatsen in Eeklo en er kwam een nieuwe raad van bestuur. De liberalisering van de energiemarkt in 2003 zorgde voor een nieuwe doorbraak. Ecopower werd een stroomleverancier.

Bij de dertigste verjaardag in 2021 waren de cijfers indrukwekkend. Ecopower telde 64.114 coöperanten, had meer dan 50.000 klanten, plaatste 30.000 zonnepanelen, twintig windturbines en bouwde twee warmtenetten, drie waterkrachtcentrales en een pelletfabriek. Op dit moment is er een klantenstop, tot er weer voldoende nieuwe projecten worden opgestart.

Exki

In 1999 maakten drie topkaderleden van de retailgroep GIB plannen voor een eigen zaak. Niet zo lang voor hun moederbedrijf – bekend van merken als GB en Brico – gedeeltelijk opging in Carrefour, namen Frédéric Rouvez, Nicolas Steisel en Arnaud de Meeûs ontslag om Exki op te richten. GIB, op dat moment nog hun werkgever, zorgde voor het startkapitaal. In januari 2001 opende hun eerste Exki-winkel aan de Brusselse Naamse Poort. Exki – de naam is een creatieve schrijfwijze van ‘exquis’ – wou zich onderscheiden met kwalitatieve fastfood. Het verkoopt broodjes en de gezonde snelle hap, en dat werkt het beste met biologische producten.

Na tien jaar werd Exki winstgevend en had het tientallen zaken opgericht. Het leverde co-CEO’s Frédéric Rouvez en Nicolas Steisel in 2009 de titel van Franstalige Manager van het Jaar op. De uitbreiding naar New York was te hoog gegrepen, maar het Belgische merk bleef groeien in Europa. Het aandeelhouderschap wisselde, maar is nu in handen van CEO Rouvez, de familie Dossche (ook de eigenaars van De Hobbit) en Iris Belgium.

De twintigste verjaardag in 2021 werd door de coronapandemie in mineur gevierd. De keten moest door de lockdown in overlevingsmodus, maar Frédéric Rouvezn die het bedrijf al een tijd alleen leidde, loodste het bedrijf met behalve in België vestigingen in Nederland, Luxemburg, Frankrijk en Spanje, door de crisis.

Op een gala in Brussels Expo worden woensdagavond de winnaars van de tweede editie van de Trends Impact Awards bekendgemaakt, prijzen voor kmo’s en bedrijven die met hun projecten een duurzame impact creëren op hun omgeving.

Partner Content