De arbeidskrapte van West-Vlaanderen in cijfers: zoveel extra mensen zijn nodig
West-Vlaanderen heeft de komende jaren 77.000 extra arbeidskrachten nodig, terwijl de werkloosheid er bijna uitgestorven is. West-Vlaamse bedrijven troosten zich met de gedachte dat ze een voorsprong nemen op de rest van Vlaanderen, dat nog niet zulke rekruteringsproblemen voelt. “Er zit niks anders op dan met handen en voeten de piano te bespelen.”
Denk eens aan een elastiek die zo hard uitgerekt wordt dat hij uit elkaar begint te rafelen. Dat beeld past bij de West-Vlaamse arbeidsmarkt. Voor elke vacature is er minder dan anderhalve werkloze die actief naar werk zoekt. Andere provincies hebben ook een overspannen arbeidsmarkt, maar daar is de situatie meestal veel minder kritiek. De West-Vlaamse bedrijven smeken om extra mensen, want het tekort zet een rem op hun groei. Dat is geen luxeprobleem. Stilstaan is achteruitgaan, verlies van marktaandeel en een zwakkere concurrentiepositie. Daarom zoomt Trends in het tweede deel van de reeks De wankele welvaart van West-Vlaanderen (zie kader) in op de arbeidsmarkt van de provincie: de uitdagingen en vooral ook de oplossingen. We maken er een ronde van West-Vlaanderen van.
We staan voor een structurele verarming in Vlaanderen, als we onze arbeidsmarkt niet hervormen’ Bert Mons, CEO Voka West-Vlaanderen
Kortrijk – 2.391 werkzoekenden, 6.272 vacatures
De snel- en steenwegen in het Kortrijkse zijn bijna volledig omzoomd met grote bedrijfscomplexen. De economie draait hier op volle toeren. “Tijdens onze nieuwjaarsrecepties in de verschillende regio’s hebben we aan de aanwezige ondernemers, 2.000 in totaal, gevraagd naar hun grootste zorgen”, zegt Bert Mons, de CEO van Voka West-Vlaanderen. “Natuurlijk zijn er de energieprijzen en is iedereen bezorgd over de loonkosten, maar op één staat het tekort aan mensen. Een ruime meerderheid was ook nog altijd van plan netto meer mensen aan te werven. West-Vlaanderen was al ruim voor corona de kanarie in de koolmijn. We staan voor een structurele verarming in Vlaanderen, als we onze arbeidsmarkt niet hervormen. We moeten nog meer inzetten op activeren, meer sociale druk leggen om zo veel mogelijk mensen aan het werk te krijgen.”
“We voelen in West-Vlaanderen echt de vergrijzing. De uitstroom is zo groot, dat we recht op een muur afstevenen. Er zit niks anders op dan de werkzaamheidsgraad in West-Vlaanderen op te krikken naar 80 procent (volgens een enquête van de federale overheidsdienst Economie ligt die nu 78 procent, nvdr). Volgens onze studienst moeten we daarvoor de komende jaren minstens 42.000 extra arbeidskrachten hebben. Bovendien moet de bedrijven ook kunnen uitbreiden. We schatten dat daarvoor 35.000 extra arbeidskrachten nodig zijn. Dus gaat het in totaal om 77.000 mensen, een enorm aantal. Lokaal kunnen we wellicht slechts zo’n 10.000 werkzoekenden en 12.000 inactieven activeren, en in de andere provincies is er ook niet veel overschot. We zullen wellicht 50.000 arbeidsmigranten nodig hebben. De vijver in Noord-Frankrijk droogt op, omdat het fiscaal voordelige grensstatuut weg is en omdat de haven van Duinkerke zich enorm aan het ontwikkelen is. De politiek durft het thema niet aan te snijden, maar het is wel de realiteit dat we die 50.000 arbeidsmigranten grotendeels van buiten de Europese Unie zullen moeten halen. We zijn daar te laat mee. Nederland en Duitsland vereenvoudigen al volop hun procedures. De politiek maakt van slimme migratie geen prioriteit, uit vrees voor extreem-rechts, omdat die het op een hoopje gooit met illegale migratie en open grenzen. Dat is onzin, het gaat net om gerichte migratie.”
Izegem – 654 werkzoekenden, 1.774 vacatures
Langs de E403 kun je niet naast het indrukwekkende hoofdkantoor van Skyline Communications kijken. Leo Vandenberghe, een ex-Barco-ingenieur, begon in 1985 als een fabrikant van gespecialiseerde apparatuur voor netwerkbeheer. Zijn drie zonen vormden het bedrijf om tot een specialist in software voor complexe netwerken en IT-systemen, met een indrukwekkend klantenlijstje: van de VRT en Proximus tot Netflix en de grote Amerikaanse sportcompetities. Skyline is het typevoorbeeld van wat economen ‘verborgen kampioenen’ noemen, kmo’s die een wereldspeler zijn in hun niche.
“De helft van onze 350 medewerkers is gevestigd in Izegem”, zegt CFO Frederik Vandenberghe. “De krapte op de West-Vlaamse arbeidsmarkt hebben we deels opgevangen door te groeien in het buitenland. In ons hoofdkantoor houden we wel onze afdeling voor onderzoek en ontwikkeling, en dat is best uitdagend. Jaarlijks studeren aan de Universiteit Gent zowat veertig burgerlijk ingenieurs computerwetenschappen af. Op de jobbeurs staan honderd bedrijven die allemaal gemakkelijk vijf tot tien nieuwe ingenieurs kunnen gebruiken. De mismatch is dus enorm groot. Daarom hebben we een nieuw kantoor opgericht in Sarajevo, enkel en alleen omdat we daar nog mensen kunnen vinden en het in dezelfde tijdszone ligt.”
“We kunnen ook mensen laten overkomen, ook van buiten de EU, maar we zijn daar wat voorzichtig mee. De administratie verloopt redelijk vlot, maar die mensen moeten hier ook kunnen aarden. Fransen vinden wel hun draai, maar voor pakweg Zuid-Amerikanen is de cultuurbarrière vaak te groot. Het is voor arbeidsmigranten ook niet gemakkelijk een huis te vinden. De discriminatie van niet-Nederlandstaligen op de huizenmarkt is een onderschat fenomeen.”
Roeselare – 2.191 werkzoekenden, 5.743 vacatures
Op een kwartier rijden van Skyline ligt de nieuwe fabriek van de busbouwer VDL Jonckheere, een investering van 44 miljoen euro. De Belgische afdeling heeft 650 medewerkers en moet in de Nederlandse groep concurreren met zusterbedrijven die ook bussen bouwen. Maar de vestiging in Roeselare heeft een unieke positie in de groep. Ze is het expertisecentrum voor openbaar vervoer, en mag nu ook elektrische bussen ontwikkelen en produceren voor die niche. “We hebben een totaal nieuw productieproces moeten ontwikkelen. Het grootste voordeel is dat we 30 procent efficiënter kunnen produceren, maar daarnaast merken we ook dat we door de nieuwe fabriek gemakkelijker personeel vinden”, zegt CEO Peter Wouters.
Jaarlijks studeren aan de Universiteit Gent zowat veertig burgerlijk ingenieurs computerwetenschappen af. Op de jobbeurs staan veertig bedrijven die allemaal gemakkelijk vijf tot tien nieuwe ingenieurs kunnen gebruiken’ Frederik Vandenberghe, CFO Skyline Communications
Menen – 1.156 werkzoekenden, 1.364 vacatures
“Wanneer een arbeider kan kiezen tussen werken in een verouderde omgeving of in een nieuwe fabriek, waar aandacht is voor aangenaam en gezond werk, dan weet ik al welke keuze die persoon zal maken”, stelt ook Pieterjan Desmet, de CEO en eigenaar van de houtverwerker Decospan. “Onze fabriek in Menen zijn we volledig aan het strippen en herinrichten volgens de nieuwste normen. Een kwalitatieve invulling van de job aanbieden wordt steeds belangrijker als werkgever. De West-Vlaamse bedrijven kunnen een voorloper worden in het verbeteren van de werkkwaliteit en die kennis gebruiken in andere provincies of regio’s, die pas later gelijkaardige rekruteringsproblemen zullen kennen.”
“Het gebrek aan personeel dwingt ons ook te diversifiëren. Ik vecht tegen concurrenten die in een beter systeem ingebed zijn, zoals Duitsland met zijn veel betere stagesysteem. We hebben in Portugal enkele bedrijven overgenomen, omdat we daar gemakkelijker mensen met de juiste competenties vinden. Het is niet de hoofdreden, maar de lagere loonkosten zijn natuurlijk mooi meegenomen. Het verschil begint ondertussen geschift te worden. Mijn medewerkers op de site net over de Franse grens zijn een kwart goedkoper dan die van het hoofdkantoor in Menen. Dat is maar 45 kilometer rijden. Vroeger konden veel bedrijven uit deze regio nog gebruikmaken van het zeer voordelige grensstatuut, om Noord-Fransen aan te trekken, maar dat is grotendeels aan het wegvallen. West-Vlaanderen is enorm gegroeid, maar onze arbeidsmarkt is geen troef meer.”
Steenvoorde – Noord-Frankrijk
Het komt in veel gesprekken voor: de krapte is in West-Vlaanderen zo erg, dat een buitenlandse expansie onvermijdelijk is. En volgens Hilde Dejonghe, co-CEO van de logistiekedienstverlener Conhexa, zouden meer West-Vlaamse bedrijven naar Noord-Frankrijk moeten trekken. Ze komt uit een ondernemersnest; haar vader André Dejonghe bouwde de diepvriesproducent Pinguin uit. Dejonghe wilde zelf ook ondernemen en kwam wat toevallig in Noord-Frankrijk uit. Samen met haar echtgenoot, Luc Van Holzaet, runt ze in Steenvoorde een logistieke kmo met een omzet van 16 miljoen euro, met een focus op verse en diepvriesvoeding.
“Toen wij met Conhexa begonnen, was de haven van Duinkerke nog wat ingedommeld, maar de voorbije jaren is daar een versnelling hoger geschakeld. Er groeit een nieuwe cluster van industriële bedrijven rond de haven. Ze profiteren er optimaal van het dichtslibben van Antwerpen, en bovendien is het sociaal klimaat er zeer rustig. Sinds een akkoord met de vakbonden in 2007 wordt daar nooit meer gestaakt.”
“We moeten dat als een kans zien en niet als een bedreiging. De grens tussen België en Frankrijk zou in onze hoofden niet meer mogen bestaan. Het is misschien wat gekleurd door mijn ervaringen, maar er is zoveel potentieel om nauwer samen te werken in de grensstreek. West-Vlamingen rijden massaal naar de Auchan in Rijsel om goedkoop water te kopen, en daar blijft het jammer genoeg bij. In mijn bedrijf werken slechts vier Vlamingen: mijn man en ik, mijn schoonzoon en een Vlaamse die toevallig in Steenvoorde is komen wonen.”
Als de West-Vlamingen er niet komen werken, dan zou Dejonghe op zijn minst graag wat meer Vlaamse studenten zien in Rijsel of Frankrijk. “Dat kan zo verrijkend zijn, alleen al voor hun talenkennis. Mijn dochter heeft haar hogere studies daar voortgezet. Ze is er ook in aanraking gekomen met iets enorm waardevols, dat Vlaanderen het best zou kopiëren. Veel meer hogere opleidingen hebben daar betaalde stages. Dat komt omdat het kindergeld in Frankrijk stopt op je achttiende. Voortstuderen is er duur, waardoor bij de studenten ook de nood bestaat zo snel mogelijk ingepast te worden in de arbeidsmarkt. Bij ons is duaal leren vooral een zaak voor de beroepsopleidingen in het middelbaar. In Frankrijk is dat ook zeer goed uitgebouwd rond masteropleidingen. Ook die studenten worden al veel sneller geconfronteerd met het werkelijke leven.”
Wielsbeke – 189 werkzoekenden, 326 vacatures
Misschien is het vooral chauvinisme dat spreekt, maar het voelt wrang aan. West-Vlaamse bedrijven zouden zich toch niet gedwongen hoeven te voelen bijkantoren op te richten in het buitenland, enkel en alleen omdat je hier geen mensen meer vindt? Het kan wel degelijk anders, stelt Nick Leenaert, talent director bij Unilin. Het bedrijf is onder meer bekend van het kliklaminaat Quick-Step en telt 3.400 medewerkers in verschillende sites in en rond Wielsbeke. “Ik ben al gelukkig met één kandidaat die we opnieuw in de puzzel kunnen passen, maar we hebben er wel een machine van kunnen maken. Jaarlijks zoeken we ongeveer 350 arbeiders en 200 bedienden. Dat kan onmogelijk lijken in de huidige arbeidsmarkt, en er is ook niet één zaligmakende oplossing. Er zit niets anders op dan met handen en voeten de piano te bespelen. Vooral kleinere initiatieven versterken elkaar.”
Unilin heeft wel een troef. Met The Dive heeft het een opvallend opleidingscentrum gebouwd naast zijn hoofdkantoor in Wielsbeke. “Opleiden is het nieuwe rekruteren”, gaat Leenaert verder. “Opleidingslokalen zitten meestal ergens weggemoffeld, en dat wilden we hier vermijden. We wilden een opvallend gebouw op een prominente plaats, maar noemen het bewust geen school of universiteit. Het is een plaats waar onze eigen medewerkers, kandidaten en partners als het onderwijs allemaal terechtkunnen. Voor die laatste organiseren we bijvoorbeeld workshops voor leerlingen of studenten, die zo in contact komen met de nieuwste technieken. Voor onze opleidingen werken we met vier paden: vaardigheden verbeteren, nieuwe aanleren, volledig opleiden of gewoon up-to-date blijven. Er is een enorme mismatch op de arbeidsmarkt, zeker voor de maakindustrie is er een acuut gebrek aan talent. Nogmaals, met handen en voeten muziek maken is de enige optie. De verwachting dat mensen hier met alle competenties aankomen, moet je loslaten. Je moet rekruteren op basis van attitude en ze dan zelf bijscholen. Sinds twee jaar geven we zo veel mogelijk een vast contract. Dat is een bewuste tactiek. Ze vormt, samen met onze focus op levenslang leren en de sterkte van onze merken, een zeer sterke combinatie om mensen aan te trekken. Sommige dingen werken dan weer veel minder, bijvoorbeeld een ‘melkronde’ met een busje, om medewerkers op te pikken. Dat slaat niet aan. Een elektrische bedrijfsfiets is een veel beter alternatief.”
Wij voelen de teloorgang van het technisch onderwijs. Men moet er het bedrijfsleven veel meer bij betrekken’ Miguel Garcia, oprichter Liquid Floors
Kortrijk
Terug in Kortrijk springen we nog even binnen bij een andere voorvechter van eigen opleidingen. Liquidfloors is met zeventig medewerkers een factor kleiner dan Unilin, maar heeft toch een eigen opleidingsprogramma. “We leiden onze eigen medewerkers en die van onze partners op. Dat programma was nodig, omdat we voortdurend onze producten en onze methodes verbeteren”, zegt Miguel Garcia. In 1964 verhuisden zijn grootouders van Valencia naar Kortrijk. “Met drie koffers en drie kinderen. Binnen de twee dagen waren ze aan het werk als arbeider. Ik ben in 1981 geboren en, zoals de rest van mijn familie, wilde ik een echte stiel leren. Op mijn 23ste ben ik begonnen als zelfstandige schilder-decorateur. Na vier jaar kreeg ik interesse in gietvloeren. Je zag ze oorspronkelijk alleen in industriegebouwen, maar ze begonnen toen ook op te duiken in huizen, met een fijnere afwerking. Ik geloofde erin en ben toen eigen producten en methodes beginnen te ontwikkelen. Die activiteit werd snel veel groter dan mijn oorspronkelijke bedrijf. Liquidfloors doet nu zo’n 700 projecten per jaar vanuit Zwevegem. We zijn ook internationaal actief met onze producten, maar dat verloopt meestal via partners.”
Garcia heeft slechts een beperkt aantal vacatures per jaar, maar hij ontsnapt niet aan de krappe arbeidsmarkt. Sommige vacatures blijven maandenlang openstaan. “We zoeken wel vaak mensen met een heel specifieke expertise”, zegt hij. “Je moet blijven waken over de kwaliteit van je team. Maar ik kijk in de eerste plaats naar attitude en pas later naar de vaardigheden. Nieuwe medewerkers moeten onze passie en ambitie delen. Als kleine kmo kunnen we wel uitpakken met mooie projecten, en daarnaast is ook ons eigen opleidingscentrum een grote troef.”
“Bedrijven moeten hun verantwoordelijkheid blijven nemen, met eigen opleidingscentra. Er kan zeker nog beter samengewerkt worden tussen het bedrijfsleven en het onderwijs, zoals bij de invulling van de opleidingen of het duaal leren. We zouden nog veel verder kunnen gaan. In Frankrijk bestaat al sinds de middeleeuwen Les compagnons de devoir. Dat is een hoog aangeschreven vervolmakingsstage, waarvoor jonge mensen Frankrijk rondtrekken om van de beste meesters in hun vak te leren. Sommige dragen nog altijd de traditionele gouden oorring, die vroeger diende om de begrafenis te kunnen betalen van wie onderweg overleed. Na die tour de France moeten leerlingen een eindwerk presenteren voor een zeer strenge jury. Het creëert een cultuur van technisch meesterschap. Frankrijk geeft ook belastingvoordelen aan oude vakmannen die deelnemen aan zulke mentorprogramma’s. De overheid doet er alles aan om die waardevolle ambachtskennis niet verloren te laten gaan. Ze kunnen de Notre-Dame in Parijs daardoor zelf renoveren.”
“Liquid Floors heeft wel last van het gebrek aan technisch geschoolde mensen. Wij voelen de teloorgang van het technisch onderwijs. Men moet het bedrijfsleven daar veel meer bij betrekken. Maar het probleem zit dieper, het draait om waardering. Het is een verschrikkelijk schrijnende situatie dat de technische opleidingen niet als volwaardige opleidingen worden gezien, maar als het eindpunt van de watervalstructuur. ‘Wie slim is, moet verder studeren’, is nog altijd de filosofie. En dan zitten de avondcursussen houtbewerking vol met mensen die later ontdekken dat ze gelukkiger worden van met hun handen te werken. De arbeidsmarkt wordt zeer moeilijk door de vergrijzing en de achteruitgang van het technisch onderwijs. Maar ik blijf wel optimistisch over de lange termijn. Als we nu de juiste inspanningen doen, kunnen we daar over vijf jaar al de vruchten van plukken. Het is ook niet zo moeilijk, het moet gewoon gebeuren.”
De wankele welvaart van West-Vlaanderen (2) De krapste arbeidsmarkt
De ongelofelijke welvaart in West- Vlaanderen wankelt. De mensen en de grond zijn op. Stikstof en andere milieudossiers bedreigen de landbouw en veeteelt, die enorm belangrijk zijn voor de provincie. Die wordt de komende jaren één gigantische proeftuin, in een zoektocht naar de heilige graal: gezond groeien zonder grond op te slokken, zonder de natuur verder te verstikken en zonder mensen op te branden. Ook de rest van Vlaanderen wordt met die problemen geconfronteerd, maar in West-Vlaanderen komt alles het snelst samen. Als het daar lukt, dan lukt het overal in Vlaanderen. De inzet is enorm. Op basis van getuigenissen van familiale ondernemers, bedrijfsleiders, onderzoekers en beleidsmakers brengt Trends daarom in drie afleveringen een verhaal van hoe West-Vlaanderen een uitweg zoekt.
77 duizend extra arbeidskrachten heeft de West-Vlaamse economie de komende jaren nodig.
50 duizend arbeidsmigranten zullen nodig zijn om het tekort aan arbeidskrachten in West-Vlaanderen op te vangen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier