Buitenlandse investeerders geraken uitgekeken op België
België bekoort het internationale bedrijfsleven almaar minder. Het aantal nieuwe banen door buitenlandse investeringen kreeg vorig jaar opnieuw zware klappen, aldus een rapport van adviseur PLI. Het kan nochtans anders. Dat bewijzen successen in de logistieke sector.
Buitenlandse investeringen zijn geen jobmotor meer in België. Vóór de crisis van 2008-2009 waren ze nog goed voor 8000 tot 10.000 nieuwe banen per jaar, maar sindsdien is de fut eruit (zie grafiek Uit de gratie). In 2015 leken we even weer op weg naar het niveau van voor de crisis, toen het aantal banen uitkwam op 6143. Maar in 2016 viel het terug tot 4809, een daling met liefst 22 procent. De hoop op een terugkeer naar de goede tijden vervliegt. Buitenlandse bedrijven laten België almaar meer links liggen, net nu de economie herneemt.
De cijfers komen van PLI (Plant Location International), een dochter van het Amerikaanse IBM die bedrijven adviseert bij hun keuze van een vestigingsplaats in de wereld. PLI, met hoofdzetel in Brussel, weet waar multinationals zullen investeren, en hoeveel. “Wereldwijd zien we een groeiherstel van de buitenlandse investeringen”, zegt Roel Spee, het hoofd van PLI. “Voor Europa is het nog te vroeg voor conclusies, maar het wordt in elk geval geen daling. De terugval in België is een uitzondering.”
De verklaring van de Belgische terugval zit in de achteruitgang van de productie-investeringen, die erg arbeidsintensief zijn. “Daar zit ook veel indirecte tewerkstelling bij”, zegt Spee. “Een gemiddelde productievestiging van een chemiebedrijf bijvoorbeeld, zal algauw honderden banen in onderhoud, beveiliging, transport en catering meebrengen. Tien jaar geleden waren de chemiebedrijven in ons land, net als de auto- en farmabedrijven, altijd wel te vinden voor investeringen. Nu blijft het daar verdacht stil.”
Caterpillar
Deels is dat het gevolg van de desindustrialisering, een trend die ook onze buurlanden kennen. “Nederland heeft zijn industrie al veel vroeger verloren”, zegt Spee. “Vanaf de crisis zag je dat ook in Vlaanderen. Productie was vorig jaar nog goed voor een karige 26 procent van de nieuwe banen door buitenlandse investeringen. En dan ging het meestal nog om uitbreidingen van vestigingen. Nieuwe projecten zijn een minderheid.”
Maar het zou te gemakkelijk zijn de desindustrialisering als enige verklaring aan te wijzen, aldus Spee. “Kijk naar de sluiting van de graafmachineproducent Caterpillar in Gosselies. Die vestiging draaide best goed. Maar als zo’n multinational wereldwijd optimaliseert, dan springen de Belgische loonkosten er onvermijdelijk uit.”
De maatregelen van de regering-Michel zullen onze loonkosten niet onder controle brengen, blijkt uit een illustratief model van PLI. Het model giet de werkgeverskosten van vijf courante beroepen in een index. Het effect van de indexsprong blijkt verwaarloosbaar. De verlaging van de werkgeversbijdragen doet een stuk beter. Het brengt ons onder het Duitse loonkostenniveau. Maar we blijven boven het Franse en Nederlandse niveau, en door de automatische loonindexering klimmen we vanaf 2019 weer naar het Duitse niveau. Alle moeite zal voor niets geweest zijn.
Loonlasten spelen een vele kleinere rol bij de afslankingen in de dienstensector. “De herstructureringen bij de distributeur Makro, de verzekeraar AXA en de bank ING hebben alles te maken met veranderingen in de markt”, zegt Spee.
Nike
Spee vestigt zijn hoop in de logistiek, die vorig jaar goed was voor 47 procent van de nieuwe banen door buitenlandse investeringen in België. Niet toevallig is de helft van de nieuwe banen te vinden in de provincies Antwerpen en Limburg, het logistieke zwaartepunt van België. “Zonder de Antwerpse haven en het Limburgse Albertkanaal zouden de cijfers er anders uitzien”, aldus Spee. “De twee vormen een sterke as in de verbinding met het Ruhrgebied en de rest van Europa. De concentratie aan logistieke activiteiten daar zie je nergens anders in de wereld.”
De logistieke campus van Nike aan het Albertkanaal toont pas echt wat mogelijk is in ons land, aldus Spee. “Het sportmerk bouwt zijn zesde distributiecentrum op de campus in Laakdal en Ham. Na de voltooiing zullen op de campus meer dan 3500 mensen werken. Het is een perfect voorbeeld van de Belgische logistieke troeven.”
Het is afwachten of logistiek onze vroegere glorie als investeringsland kan herstellen. In de e-commerce vloeien nu veel banen naar Zuid-Nederland, iets wat hopelijk verandert door de versoepeling van de Belgische regels rond nachtarbeid. Maar de weg naar de shortlist van een buitenlandse kandidaat-investeerder blijft lang en moeilijk, waarschuwt Spee. “De meeste buitenlandse bedrijven kennen Vlaanderen of Wallonië niet. Ze kennen enkel België en Brussel. De regio’s voeren behoorlijk promotie, maar de werving van investeerders zou baat hebben bij aanvullende promotie via federale contactpunten in het buitenland. Zij kunnen geïnteresseerde bedrijven doorverwijzen naar de regio’s.”
Verankering
Op die manier moet België weer nieuwe namen lokken, want dat missen we, stelt Spee. “Begrijp me niet verkeerd. Als oude getrouwen als Nike investeren in een zoveelste uitbreiding, is dat uitstekend nieuws. Hoe groter de lokale vestiging, hoe dieper de verankering. Voor de andere bedrijven blijft België echter een nobele onbekende, die ze wegstrepen op de lijst zodra de loonkosten op tafel komen. Belgische pluspunten als de infrastructuur en de geschoolde werknemers maken bij hen geen kans. Nochtans is België zijn hoge prijs waard. Maar voor te veel buitenlandse bedrijven blijft dat een goed bewaard geheim.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier