Bonden en werkgevers bereiken akkoord over koopkrachtpremie voor bedienden
Vakbonden en werkgevers hebben een sectoraal akkoord bereikt over een koopkrachtpremie voor het grootste paritair comité (PC) van het land: PC 200 voor de bedienden.
Werkgevers die goed hebben gepresteerd in 2022 kunnen hun personeel een eenmalige koopkrachtpremie uitkeren in consumptiecheques, die mag oplopen tot 500 of zelfs 750 euro. De federale regering keurde de maatregel goed als compensatie voor het feit dat de loonnorm in 2023 en 2024 geen ruimte laat voor extra loon boven op de index.
Binnen het PC 200, dat meer dan 516.000 bedienden van zowat 60.000 bedrijven telt, hebben de sociale partners nu de modaliteiten van de koopkrachtpremie vastgelegd: de lat ligt hoog en de bedragen blijven bescheiden. Werknemers krijgen pas een premie van 125 euro als hun bedrijf 25 procent meer winst boekte in vergelijking met het gemiddelde van de voorgaande drie jaar. Het bedrag loopt op tot 250 euro bij de helft meer winst en tot 375 euro bij een verdubbeling. Het akkoord laat wel een opening om op bedrijfsniveau te onderhandelen over een hogere premie.
Ter vergelijking: eerder deze week hebben werkgevers en vakbonden voor de 140.000 arbeiders in de bouw al een sectoraal akkoord ondertekend. Dat voorziet in koopkrachtpremies van 250, 500 en 750 euro in bedrijven met respectievelijk 15, 25 en 50 procent winstgroei. De 6.000 werknemers in de petroleumsector krijgen op hun beurt minstens 500 euro in winstgevende bedrijven en 750 euro in bedrijven met een vijfde meer winst.
Reacties bonden en werkgevers
De Franstalige christelijke vakbond CNE was de enige partij om de tafel die zich verzette tegen het uiteindelijke akkoord. CNE kan zich niet vinden in de modaliteiten van de koopkrachtpremie: maar een op de vier bedrijven zou er voor in aanmerking komen en ‘de bedragen zijn te laag’, luidt het.
Werkgeversorganisaties VBO en Unizo spreken beide van een ‘evenwichtig’ akkoord. Ook BBTK-SETCa verdedigt het: ‘De tekst die op tafel ligt garandeert een eerlijke basis voor alle betrokken werknemers’, zegt de socialistische vakbond. ‘Ondanks de moeilijke context en de opgelegde loonmarge van 0 procent wordt niemand aan de kant gelaten.’ De Nederlandstalige christelijke vakbond ACV Puls toont zich eveneens tevreden: ‘Hoewel de regering het ons zo goed als onmogelijk maakte om over koopkracht te onderhandelen, hebben we toch koopkrachtpremies kunnen afspreken voor de werknemers’, klinkt het daar.
SWT
Behalve de koopkrachtpremie legt het sectoraal akkoord voor 2023 en 2024 de verlenging van SWT (het voormalige brugpensioen), tijdskrediet en landingsbanen vast. Voorts spraken de sociale partners onder andere af om het bedrag van de fietsvergoeding vanaf juli 2024 te verhogen van 0,2 naar 0,27 euro per kilometer, het loonplafond voor de tegemoetkoming in het woon-werkverkeer met privévervoer te verhogen, profylactisch verlof gelijk te stellen voor de berekening van de eindejaarspremie, het recht op een eindejaarspremie bij ontslag in onderling overleg vast te leggen en de jongerenbarema’s af te schaffen.
Wat het individueel opleidingsrecht betreft, raakten werkgevers en vakbonden het eens om pas tegen 2028 vijf dagen te bereiken voor ondernemingen met meer dan twintig werknemers. De arbeidsdeal die de federale regering vorig jaar afsloot, had vijf dagen vanaf 2024 vooropgesteld.
Lees ook: