Belgische vennootschapsbelasting is te hoog

JOHAN VAN OVERTVELDT Wil bedrijven laten kiezen tussen twee belastingsystemen. © BELGA
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

Met een nominaal tarief van 33,99 procent heeft België een veel hogere vennootschapsbelasting dan de meeste buurlanden. Zelfs met voordelen als de notionele-intrestaftrek bedraagt het werkelijke tarief nog altijd zo’n 23 procent.

Het voorstel van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) om de vennootschapsbelasting te verlagen en België als investeringsland aantrekkelijker te maken, leidde al snel tot een voorspelbaar partijpolitiek spelletje. Vicepremier Kris Peeters (CD&V) liet weten dat zijn partij niet gewonnen was voor zo’n belastingverlaging, want die zou het gat in de staatskas nog groter maken. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) zei dat zijn partij in 2014 tijdens de regeringsonderhandelingen voor een lagere vennootschapsbelasting had gepleit, maar dat het voorstel het niet haalde.

Een echte discussie over de hoge Belgische vennootschapsbelasting bleef uit. Die belasting op bedrijfswinsten is nochtans een probleem voor de Belgische bedrijven. In België bedraagt het algemene tarief van de vennootschapsbelasting 33,99 procent. Dat is minder dan in Frankrijk (36%), maar het ligt wel hoger dan in Duitsland (29,8%) en Nederland (25% en 20% op de eerste 200.000 euro winst).

De voorbije twintig jaar hebben politici – zowel van links als rechts – gepleit voor de verlaging van die belasting, maar er werd geen politieke consensus over gevonden. In plaats daarvan heeft de overheid de afgelopen jaren gekozen voor een nichebeleid met de aftrek voor risicokapitaal (de notionele-intrestaftrek), de vrijstelling voor octrooi-inkomsten en andere maatregelen die de effectieve vennootschapsbelasting dichter bij het Europese en wereldwijde gemiddelde moeten helpen brengen. Het gemiddelde EU-tarief bedraagt goed 21 procent.

Boven het gemiddelde

Maar met al die kortingen bedraagt het effectieve tarief van de vennootschapsbelasting in België toch nog zo’n 23 procent (zie grafiek Ondanks de kortingen blijft de vennootschapsbelasting hoog). Dat is nog altijd boven het Europese gemiddelde. Bovendien heeft de dalende rente de belastingverlaging van de notionele-intrestaftrek langzaam uitgehold. De notionele-intrestaftrek houdt in dat bedrijven een fictieve rente op het eigen vermogen van hun belastingen mogen aftrekken. Het systeem is gebaseerd op de gemiddelde rente van het derde kwartaal van het belastingjaar.

Belgische vennootschapsbelasting is te hoog
© Hoge Raad voor Financiën

Maar door de dalende rente daalt de intrestaftrek. Dat fiscale voordeel bedroeg een paar jaar geleden nog 2,63 procent, maar voor het aanslagjaar 2016 (het inkomstenjaar 2015) kunnen bedrijven nog maar 1,63 procent van het eigen vermogen aftrekken van hun belastbare winst. Dus stijgt de betaalde vennootschapsbelasting opnieuw. Dat is wel goed nieuws voor de staatskas: dit jaar kan 215 miljoen euro extra aan vennootschapsbelasting worden geïnd. De notionele-intrestaftrek wordt zo iets minder aantrekkelijk voor bedrijven.

Maar Johan Van Overtveldt stelde vorig weekend niet voor een algemeen verminderd tarief in de vennootschapsbelasting in te voeren en de notionele-intrestaftrek af te schaffen. Hij wil bedrijven laten kiezen tussen twee systemen: 33,99 procent met behoud van aftrekposten, of een lager tarief van 20 of 22 procent zonder aftrekken. Unizo pleit al jaren voor dat zogenoemde duale tarief, omdat kmo’s minder gebruikmaken van de notionele-intrestaftrek en veel meer worden belast tegen een tarief dat aanleunt bij het nominale maximum.

Geleidelijk verlagen

Kris Peeters vreest voor een extra begrotingsput van zo’n 3,5 miljard euro als die maatregel wordt ingevoerd. In haar studie over de vennootschapsbelasting heeft Unizo het over een extra kostprijs tussen 30 en 300 miljoen euro. Die extra kosten zijn zelfs nul als de terugverdieneffecten worden meegerekend: een lager tarief betekent meer ondernemingen, meer winst en meer vennootschapsbelasting.

In La Libre Belgique pleit Bank Degroof-hoofdeconoom Bruno Colmant, de architect van de notionele-intrestaftrek, voor de geleidelijke verlaging van het tarief van de vennootschapsbelasting, om het budgettaire effect op te vangen. Colmant denkt aan de vermindering van het nominale tarief met 2 procentpunt per jaar. Vooral de 350.000 Belgische kmo’s zullen volgens hem gebruikmaken van dat dalende tarief. Multinationals geven veeleer de voorkeur aan het oude systeem: een hoog nominaal tarief met veel aftrekken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content