Bedrijven laten zich niet naar slachtbank leiden

maatregelen op de werkvloer © belga
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

80 procent van onze bedrijven zag zijn omzet en zijn winst dalen tijdens de coronacrisis. Meer dan 60 procent vreest voor zijn voortbestaan, leert een enquête van Trends. Maar de ondernemers blijven niet niet bij de pakken zitten.

De impact van de coronacrisis op de bedrijven is zelden gezien. Het Trends-onderzoek Ondernemingen voor morgen (zie blauwe balk onderaan) bevestigt dat. Bijna 92 procent van de bedrijven stelt dat de crisis een impact heeft gehad op hun werking. 82 procent zag zijn omzet dalen. Bij één op de vijf daarvan is dat meer dan 50 procent.

De negatieve impact op de resultatenrekening schommelt rond 80 procent. De grootste groep (33,9%) ziet haar resultaat met maximaal 10 procent dalen, maar bij 18,4 procent van de getroffen bedrijven wordt dat meer dan 50 procent. De negatieve impact op de werkgelegenheid is voorlopig beperkt. 54,5 procent ziet het personeelsbestand afnemen. Over de steunmaatregelen is de ondernemerswereld tevreden: 58,7 procent vindt dat de overheden goed werk hebben geleverd.

Wel kijken de bedrijven met een bang hart vooruit. 61 procent vreest dat zijn voortbestaan bedreigd is: 28,2 procent als de crisis langer dan zes maanden aansleept, en 23,7 procent als de crisis over een jaar nog niet bedwongen is. Voor 8,2 procent van de bedrijven is ondernemen nu al heel moeilijk.

Nu de eerste golf voorbij is, denken de bedrijven ook na over de toekomst. Trends legde hen daarover een aantal stellingen voor. De meeste bijval (94%) krijgt de stelling dat ondernemers en bedrijfsleiders in tijden van crisis het goede voorbeeld moeten geven om geloofwaardig over te komen.

Financieel weerbaar

69 procent van de CEO’s en ondernemers vindt het belangrijk meer financiële weerbaarheid op te bouwen. Daarvoor wordt vooral naar kostenbesparingen gekeken, gevolgd door de afbouw van schulden en een verhoging van het kapitaal. Aan de respondenten werd aansluitend de vraag voorgelegd hoe ze het omzetverlies hopen te compenseren. Productinnovatie (28,4%) en nieuwe markten (25,2%) krijgen de voorkeur. 21 procent ziet heil in meer e-commerce.

De coronacrisis maakt de toekomst plannen moeilijker (63,7%). Voor wie toch een andere richting uitkijkt, zijn nieuwe markten en nieuwe verkoopkanalen opnieuw een prioriteit (62%). Het businessmodel wordt zeker niet overhoop gegooid, amper 18,4 procent vindt dat nodig. Idem voor het bestuur van de onderneming: 84,4 procent wil daar niets aan veranderen. En slechts 38,2 procent denkt dat zijn hr-beleid er fundamenteel anders zal uitzien.

Meer telewerk en meer flexibel

Nog geen 40 procent van de bedrijven vindt dat de manier van werken fundamenteel moet worden herdacht. Een meerderheid daarvan legt de nadruk op de versnelde digitalisering van de bedrijfsprocessen. Ze zijn ook gevonden voor een flexibelere indeling van de werktijd (54,4%). 44,3 procent denkt eraan meer telewerk te organiseren. 22,8 procent stelt dat een andere inrichting van de werkvloer en voldoende afstand houden het werken fundamenteel zullen veranderen.

Die percentages kunnen een onderschatting zijn, want de vraag werd enkel gesteld aan bedrijven die vinden dat hun manier van werken fundamenteel moet worden herdacht. Onder de respondenten zitten wellicht ook CEO’s en ondernemers die al voor corona werkten aan flexibelere werktijden of meer telewerk.

Een thema dat voor de coronacrisis vaak opdook in de debatten over bedrijfsvoering, is duurzaam ondernemen. Is dat nu nog een prioriteit? Volgens de deelnemers aan de enquête wel. 65 procent ziet de coronacrisis niet als een hinderpaal om te streven naar duurzaam ondernemen. Bijna de helft vindt dat duurzaamheid een must is om op termijn zijn concurrentiepositie te garanderen. Bedrijven vinden een maatschappelijke roeping belangrijk (31%). De focus op bijvoorbeeld een groener mobiliteitsbeleid (29,1%) verzwakt niet.

Partner Content