Atlas Copco: ’90 procent van onze uitstoot zit bij onze klanten’
Atlas Copco is een schoolvoorbeeld van hoe groot de klimaatuitdaging is voor bedrijven, zelfs al zijn de doelen onderbouwd met data en harde wetenschap.
Met het Fit for 55-plan heeft Europa zijn klimaatambitie uitgezet voor dit decennium. Het doel: 55 procent minder CO2 uitstoten tegen 2030. Nu moet dat op het terrein worden vertaald naar concrete doelen en acties. Die oefening heeft de Zweedse multinational Atlas Copco net gemaakt. Ons land speelt daarin een bijzondere rol. Als thuisbasis van twee van de vier businessarea’s – Compressor Technique en Power Technique, goed voor 60 procent van de omzet – staat België centraal in de klimaatambitie.
“Als samenleving staan we voor grote uitdagingen. Dat is niet alleen de verantwoordelijkheid van de overheid, maar ook van de bedrijven”, stelt Vagner Rego, het hoofd van de businessarea Compressor Technique. “En als engineeringbedrijf moeten wij een deel van de oplossing zijn.”
Concreet heeft Atlas Copco zich ingeschreven op de science based targets. Hiervoor moeten bedrijven een realistisch pad uittekenen over hoe ze hun uitstoot afbouwen om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden, zoals overeengekomen in het klimaatakkoord van Parijs. De plannen worden nagerekend en goedgekeurd door het Science Based Targets initiative (SBTi), dat onder de vleugels van de Verenigde Naties zit en de steun van het World Wildlife Fund geniet.
“We komen niet zomaar met wat intenties. We kunnen aantonen hoe we onze doelen kunnen halen”, verklaart Rego. “We hebben data om te bewijzen dat we op een meetbare manier de targets kunnen halen die internationaal zijn opgesteld door wetenschappers. Dat samen maakt ons plan science based.”
Scope 1 en 2
Voor die science based targets moeten de bedrijven een onderscheid maken tussen verschillende scopes, een Engelse term voor ‘bereik’ of ‘reikwijdte’. Scope 1 zijn alle directe emissies van een bedrijf, bijvoorbeeld van een eigen fabriek. Scope 2 zijn de indirecte emissies verbonden aan het energieverbruik. En scope 3 zijn alle andere indirecte emissies, bijvoorbeeld van leveranciers of klanten. In grote lijnen heeft een bedrijf de controle over de eerste twee scopes, de derde is breed uitgesmeerd over de hele waardeketen en heeft een bedrijf dus minder in de hand.
“Tegenover 2019 willen we onze uitstoot in scope 1 en 2 met 46 procent verminderen”, licht Rego een eerste ambitie voor 2030 toe. De recepten liggen op tafel en klinken vertrouwd. Overstappen op hernieuwbare energie, een vloot elektrische wagens en plannen om afval bij de productie verder te verminderen. “Duurzaamheidsdoelen zijn niet nieuw voor ons. Sinds 2018 hebben we onze uitstoot in relatieve termen al met 28 procent verlaagd. Dat geeft vertrouwen dat we ons doel kunnen halen”, klinkt het.
Al beseft Rego dat het laaghangend fruit stilaan geplukt is. “Het wordt almaar moeilijker”, geeft hij toe. Bovendien moeten er soms zware afwegingen worden gemaakt. “Vroeger vlogen we veel meer. Zo kun je kleinere voorraden aanhouden. Vandaag vliegen we niet meer dan noodzakelijk, maar dat maakt dat je soms meer voorraden moet aanleggen.”
Scope 3
De echte uitdaging voor bedrijven is gelegen in de derde scope. Atlas Copco illustreert dat goed. “Scope 3 is goed voor meer dan 90 procent van onze uitstoot”, weet Rego over zijn businessarea. Dat is niet verwonderlijk. “Onze machines draaien zeven dagen per week, 24 uur per dag, in meer dan 180 landen”, legt de topman uit. Het doel voor de hele groep is niettemin 28 procent minder uitstoot tegen 2030.
Het probleem begint al bij het meten van die uitstoot. Hoe doe je dat als multinational met miljoenen klanten en honderden, of onrechtstreeks misschien wel duizend leveranciers? In de eerste plaats zijn de bedrijven op elkaar aangewezen. Als je iets zinnigs wilt zeggen over je eigen impact, moeten de leveranciers bereid zijn informatie over hun uitstoot te delen. Wat gewicht in de schaal werpen helpt daar natuurlijk bij. Rego: “Duurzaamheid is nu een belangrijke pijler in ons aankoopbeleid, naast bijvoorbeeld de kosten en de kwaliteit. Natuurlijk moeten we resultaten boeken en dus blijven kosten belangrijk, maar door duurzaamheid toe te voegen aan onze tenders creëren wij als grote speler vraag naar meer duurzame producten.”
Een tweede manier om zicht te krijgen op de scope 3-uitstoot is connectiviteit, geeft Rego aan. “We hebben meer dan 200.000 machines geconnecteerd die ons dagelijks data bezorgen. Zo hebben we een goed beeld van de condities waarin ze opereren. De uitstoot van elk elektriciteitsnet ter wereld is ook publiek bekend. Zo kunnen we onze uitstoot vrij accuraat berekenen.”
Diezelfde data moeten ook het vooropgestelde emissiedoel haalbaar maken. Atlas Copco plant daarom fors te investeren in zijn capaciteit om data te analyseren. Dat moet enerzijds meer efficiënte producten opleveren, en anderzijds informatie om klanten bij te staan. “Een deel van onze inspanning in scope 3 is klanten te helpen met hun scope 1 en 2. Soms werken verschillende machines bijvoorbeeld samen. Dan moet je weten hoe zo’n systeem optimaal opereert”, legt Rego uit.
Onderwijs
Buiten scope 3 zijn er nog een hoop factoren die een bedrijf niet zelf in de hand heeft, zelfs niet onrechtstreeks en zelfs niet als je Atlas Copco heet. De impact van Rego’s compressoren bijvoorbeeld hangt dan wel voor mer dan 90 procent af van de gebruikers, het knelpunt is vooral welke energie zij gebruiken om die machines te doen draaien. Het elektriciteitsnetwerk koolstofvrij maken is niet voor niets de grootste uitdaging, volgens Rego.
Ons land krijgt daarnaast het advies te blijven investeren in zijn universiteiten. België is een belangrijk onderzoeks- en ontwikkelingscentrum voor de Zweedse groep, die jaarlijks 15 miljoen euro investeert in ons land.. “Vandaag staan 180 vacatures open bij ons, de meeste voor ingenieurs. Ook de voorbije jaren hebben we veel gerekruteerd, gemiddeld 150 mensen per jaar. De kwaliteit van de universiteiten is dus extreem belangrijk.”
Ook subsidies kunnen helpen. Voor zijn Green Deal trekt Europa de buidel flink open. “We zullen zelf investeren, omdat we overtuigd zijn dat dat de juiste keuze is. En er kan ook een businesscase voor duurzaamheid worden gemaakt zonder subsidies. Maar als die beschikbaar zijn, zullen we ze gebruiken, bijvoorbeeld om meer dingen sneller te doen.”
Wat is de belangrijkste les die Rego meeneemt naar het vervolg van de transitie? Een eerste punt is dat de hele organisatie mee moet in het proces. “Duurzaamheid is geen zaak voor het management alleen. We hebben veel inspanningen gedaan om onze werknemers erbij te betrekken. Daardoor hebben we nu veel ideeën om onze uitstoot te verminderen, wat ons de overtuiging geeft dat onze doelen haalbaar zijn.”
Als tweede les pleit Rego voor de weg van de geleidelijkheid. “Dat is ook de reden waarom we niet roepen dat we koolstofneutraal zullen zijn in 2050, maar dat we tegen 2030 bepaalde doelen willen halen. Zo is de impact op de resultaten beperkt, kun je blijven investeren en het bedrijf stap voor stap transformeren”, zegt hij. De ingenieur ziet er een bredere les in voor de hele maatschappij. “Als je een haalbaar doel stelt op een beperkte tijd, kun je mensen meekrijgen. En zodra de trein vertrokken is, is hij niet meer te stoppen. Zo kunnen we de uitdagingen overwinnen.”
28 procent CO2 wil Atlas Copco minder uitstoten tegen 2030.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
Atlas Copco Belgium
-
Maatschappelijke zetel:
Overijse
-
Sector:
Compressoren
-
Toegevoegde waarde:
23840367