Zakenreizen zitten weer in de lift
De conjunctuur trekt weer aan. Het aantal zakenreizen zou vanaf volgend jaar volgen. Dat blijkt uit een exclusieve enquête van Trends, in samenwerking met de luchtvaartmaatschappij KLM.
Trends en KLM ondervroegen 1652 sleutelpersonen uit diverse bedrijven over hun reisgedrag. Een opvallende vaststelling is dat de ondernemingen in 2014 weer meer zakenreizen plannen. Die stijgende tendens was al in 2013 merkbaar, vooral bij de kleinere bedrijven (tot tien werknemers). Ruim een kwart van die kleine ondernemingen deed dit jaar meer zakenreizen, versus 23 procent voor ondernemingen met meer dan 500 werknemers. Die tendens stijgt nog voor de verwachte zakenreizen in 2014: daar diept de kloof uit tot 41 procent voor de kleintjes, tegenover 29 procent bij de grote ondernemingen.
Kleine avonturiers
Opvallend is ook dat de kleine bedrijven niet onderdoen in de verre, intercontinentale reizen. De kleinere ondernemingen (tot 100 werknemers) reizen net iets meer dan de grote jongens naar China: 14,7 versus 13,7 procent. Alleen de middelgrote bedrijven, met 100 tot 500 werknemers, doen dat nog iets meer, met circa een zesde van de ondervraagde sleutelpersonen.
Het mag dan ook niet verbazen dat de kleine ondernemingen net iets dynamischer te werk gaan bij hun zakenreizen. De belangrijkste beweegredenen voor de kleintjes zijn de zoektocht naar buitenlandse expansie en nieuwe afzetmarkten. Dat is uiteraard ook belangrijk voor de grote ondernemingen. Maar de belangrijkste reden voor stijgend reisgedrag bij de grootste ondernemingen is de verandering van functie van de ondervraagde persoon.
Niet alleen zijn de kleintjes dynamischer, ze hebben ook minder nood aan luxe. Slechts een op de zeven vliegt in business- of first class, terwijl dat bij de middelgrote en grote bedrijven een op de vijf is. De kleintjes vliegen ook beduidend meer met lagekostenmaatschappijen. Ruim een kwart (27,6%) stapt geregeld in een carrier als Ryanair, terwijl dat bij de grote bedrijven slechts een op de zeven is. Bij de grote ondernemingen vliegt zelfs een op de drie nooit met een lagekostenmaatschappij, terwijl dat bij de kleintjes slechts om een op de acht gaat. Al hoort hier enige nuance bij. De belangrijkste redenen waarom zakenlui niet met lagekostenmaatschappijen vliegen zijn de niet-centrale ligging van een regionale luchthaven (meestal de startbasis voor een lagekostenmaatschappij), en het geringere aanbod aan bestemmingen.
Goedkoper reizen
Er mogen dan verschillen zijn in het reisgedrag tussen de kleintjes en de grote, de basisreden waarom ze zakenreizen plannen, is veelal dezelfde: persoonlijk contact. Dat is zijn investering altijd waard, daarover zijn klein en groot het roerend eens. Een persoonlijke ontmoeting met de klant blijft primordiaal voor bijna 84 procent van de ondervraagde zakenreizigers. Video-, tele- of webconferenties kunnen daar niet aan tippen: slechts een op de zes sleutelpersonen verkiest voor dit communicatiemiddel boven persoonlijk contact via een zakenreis.
“Dit onderzoek toont dus nog maar eens aan hoe belangrijk die rechtstreekse en persoonlijke contacten zijn. De behoefte aan reizen is er altijd al geweest”, analyseert Boaz Hulsman, directeur distributie voor Afrika en het Midden-Oosten bij KLM. “In recessies worden die rechtstreekse contacten wellicht zelfs nog belangrijker. Via persoonlijke contacten sluit je betere contracten. En wellicht moet je in recessies nog meer vechten voor het binnenhalen van die contracten. KLM heeft gemerkt dat het aantal kleine bedrijven dat reist, sinds 2008 zelfs is gegroeid. Daar zit dus duidelijk potentieel. Maar het is ook wel duidelijk dat bedrijven besparen in hun reisbudget.”
De enquête bevestigt dat. Slechts een kwart van de ondernemingen bespaart niet (een derde bij de kleintjes, een zevende bij de grote jongens). Maar ruim de helft stelt ook dat er minder werd gereisd de voorbije jaren. Al is die daling minder uitgesproken bij de kleintjes, waar 42 procent zegt dat er minder zakenreizen waren, dan bij de grote bedrijven (62%). Het meest uitgesproken alternatief zijn dan voorvernoemde video-, tele- of webconferenties. Of als er dan toch nog steeds gereisd wordt, is dat via goedkopere formules. Zeker de kleintjes vliegen opvallend meer in economy. De hotels zijn goedkoper, de zakenreizen worden korter, de trein of de eigen auto zitten in de lift.
Haperend beleid
Toch kan op dat reisbeleid nog fiks worden bespaard. Slechts een kwart van de kleine bedrijven heeft een reisbeleid. Zeven op de tien boeken nog steeds zelf, via de site van een luchtvaartmaatschappij. En amper 2 procent van de kleine ondernemingen heeft een vast contract met een van de grote luchtvaartallianties in de wereld. Daar scoren de grote ondernemingen merkelijk beter, al heeft nog steeds de helft geen samenwerking met een luchtvaartalliantie. Dat is een bijzonder verrassende vaststelling, want die vorming van wereldwijde allianties is sinds twee decennia, naast de opgang van lagekostencarriers, zowat het belangrijkste verschijnsel in de luchtvaart.
Er schort wel nog meer aan het reisbeleid van ondernemingen. Ruim een kwart van de bedrijven ziet er geen graten in dat diverse leden van het directiecomité en de raad van bestuur samen in hetzelfde toestel zitten. Met eventuele ongelukken wordt geen rekening gehouden. Anderzijds primeren bij de keuze van een luchtvaartmaatschappij wel de voorwaarden ‘veilig en betrouwbaar’. Bij de lagekostenmaatschappijen is daar volgens alle categorieën van ondernemingen nog heel wat werk aan de winkel. Een op de vijf zakenreizigers vindt ze onbetrouwbaar.
Wolfgang Riepl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier