Wie stopt de uitverkoop van Vlaanderen?
T rends presenteert u een aperitief voor het Belgische festijn van 2005. Dit land spartelt dan door zijn 175ste jaar en gevierd zal er worden. Ginette Kurgan kent het deel van België dat uw leven en dromen raakt: het bedrijfsleven. Wat stelt zij vast? Dat de bedrijven die België groot hebben gemaakt, na de Eerste Wereldoorlog hun hoogtepunt bereikten en nadien gestaag verzwakten tot zij in een korte veldtocht door het buitenland opgekocht werden (zie blz. 64). Solvay, UCB en nog een handvol bedrijven van de Franstalige grootvorsten van het kapitaal ontsnapten. Het merendeel leeft verder als baronie van Parijs, Londen, New York of Amsterdam.
Een zware reden voor het debacle: “België mist economisch patriottisme,” zegt Kurgan, de emeritus hoogleraar van de ULB. De Nederlanders, Fransen, Duitsers, Britten verdedigen hun kroonjuwelen; politici, ondernemers, ambtenaren, publieke opinie – hand in hand. Ze laten niet met zich sollen zoals la Belgique de papa, geleid door oude heren van pretentieuze holdings die de jarenlang opgehoopte frustratie bij de Vlamingen en de socialisten en syndicaten niet behoorlijk konden inschatten, zot van wederkerige vleierij als ze waren. Generale Maatschappij was in 1988 een antinationaal symbool.
De Vlaamse industrie is jonger en kleinschaliger. Het omslagverhaal van Trends vorige week (‘De uitverkoop van België’) schetste de verkoop van Real Software, Ontex en Balta. Vlaamse familiebedrijven worden begeerd door buitenlandse private equity-financiers, want die kopen geen rommel en dat is dus een compliment. Moet echter na de afgang van wat België internationaal en economisch groot maakte, de Vlaamse industrie dezelfde weg op? Neen, mits (en uiteraard niet alleen) het Vlaams economisch patriottisme wordt gestimuleerd.
Is dit een terugkeer naar halfwassen staatspatriottisme op Vlaams niveau? Bijlange niet. Punt één: Belgisch patriottisme of Vlaams patriottisme is even waardevol als Europees patriottisme, en dat wordt aangeprezen door de tenoren van de samenleving. Punt twee: Vlaams economisch patriottisme is een synoniem van Vlaams sociaal kapitaal. Sociaal kapitaal is een respectabel begrip en staat voor “kenmerken van sociale organisatie, zoals vertrouwen, normen, en netwerken die de doelmatigheid van een samenleving verbeteren door gecoördineerd handelen te vergemakkelijken”. Deze definitie is van Robert Putnam, de internationaal befaamde Amerikaanse theoreticus van het sociaal kapitaal. Vlaanderen bezit meer sociaal kapitaal, meer samenhang, meer doelgerichtheid dan het België van de Société Générale met zijn Franstalige heren en Vlaamse knechten.
Economisch staan de Vlaamse neuzen in dezelfde richting, de regering van Yves Leterme ( CD&V) heeft een lijf en gedachten (en is minder vals dan de regering van VLD‘er Patrick Dewael, een zwanzer die reed voor de federalen), de modernisering boezemt weinig schrik in (laat de Vlamingen hun gangen gaan en zij imiteren menselijk en doelgericht de Nederlandse sanering). De zachte factor heeft ook nut. De jaren tachtig zagen rond Flanders Technology, DIRV en de T-Dagen een maatschappelijke mobilisering van ondernemers, wetenschappers, politici, vrouwengroepen, schoolkinderen, syndicalisten. De regering-Leterme overweegt een gelijkaardige mobilisatie. Gaston Geens komt terug.
Frans Crols
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier