‘We moeten ons arbeidsrecht aanpassen’

© DANN
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

In de flexibele arbeidsmarkt wordt de grens tussen zelfstandigen en werknemers steeds vager. Voka pleit voor een derde statuut, ergens daartussenin. Een goed idee vindt Yves Stox, senior legal counsel bij de hr-groep Partena.

Waarom is er behoefte aan zo’n derde statuut op de arbeidsmarkt?

YVES STOX. “Die discussie is al een tijd aan de gang. Het reguliere werknemersstatuut is blijkbaar almaar minder aangepast aan de vragen uit de arbeidsmarkt. Werknemers willen meer autonomie en zelfcontrole. Ze werken onafhankelijk van tijd en plaats. De nine-to-fivebaan op een vaste plek is minder dominant. Dan kan je je afvragen of principes als werkgeversgezag nog van toepassing zijn. Dat komt uit de tweede industriële revolutie, de 19de eeuw dus. De arbeidsmarkt is gewijzigd en zal nog revoluties doormaken. Nieuwe arbeidsvormen zijn in opmars: freelancers, gelegenheidsarbeid, platformarbeid, flexi-jobs. Het is tijd dat we ons arbeidsrecht aanpassen.”

Hoe kan dat concreet?

STOX. “Partena legde tijdens zijn Ondernemersparlement het voorstel van de ‘autonome medewerker’ voor aan bedrijfsleiders. Meer dan 90 procent was ervoor gewonnen. De autonome medewerker heeft kenmerken van een werknemer en van een zelfstandige. Centraal staat de vrijheid van de contractpartijen. In tegenstelling tot klassieke werknemers bepalen autonome werknemers hoe ze hun werk en hun werktijd organiseren. Ze lijken op dat gebied op zelfstandigen, maar zijn net als werknemers economisch afhankelijk van de ondernemer. Bij de aanwerving van een autonome werknemer kan het bedrijf in het contract een clausule opnemen die exclusiviteit en het concurrentiebeding regelt. Dat is het verschil met een gewone zelfstandige, die niet exclusief voor één bedrijf werkt. Je kunt in het statuut van autonome werknemer een onderscheid maken tussen een type dat dichter bij het werknemersstatuut staat met recht op minimumloon, vakantiegeld en eindejaarspremie, en een ander type dat dichter aanleunt bij de zelfstandige en geen recht geeft op die zaken.”

Drie of vier statuten in de plaats van twee, verhoogt dat de complexiteit niet? Of komt dit statuut in de plaats van andere hybride statuten, zoals freelancers of gelegenheidsarbeid?

STOX. “Misschien wordt alles complexer. Maar die andere hybride statuten worden op die manier zinloos. Een freelancer heeft trouwens geen apart statuut, dat is een zelfstandige. Vergeet niet dat in het Verenigd Koninkrijk al het tussenstatuut van de worker bestaat. Die heeft een minimuminkomen, recht op vakantie en de maximale werktijd is vastgelegd, maar er is geen gezagsrelatie, geen of een beperkte ontslagvergoeding en geen ouderschapsverlof.”

De sociale partners stellen in een advies van de Nationale Arbeidsraad dat veeleer moet worden nagedacht over de manier waarop de bestaande statuten moeten worden afgestemd op de platformeconomie.

STOX. “Daar kan ik maar één ding op zeggen: de sociale partners steken hier de kop in het zand.”

ALAIN MOUTON

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content