Waarom de Generale verdween
Een holding als de Generale Maatschappij van België was uniek en bestond niet in de buurlanden of elders. Etienne Davignon: “Mijn schoonmoeder vroeg me tijdens de strijd om de controle van de Generale: ‘Kan ik mijn parts de réserve verkopen?’ Ik heb geantwoord: ‘Ja, dat moet je zeker doen of je kinderen worden benadeeld. ‘Het al of niet redden van de Generale had niks met economisch patriottisme te maken. Ons systeem is eenvoudig: als je een aandeel bezit en je kunt er een betere prijs voor krijgen, dan moet je verkopen.”
“Twee elementen speelden een belangrijke rol in het debacle van 1988. Ten eerste: het gebrek aan populariteit van de Generale. De redenering, bijvoorbeeld van veel Vlamingen, was: ‘Wat moeten we voor de Generale doen, want wat heeft de groep voor ons gedaan?’ Ten tweede: een grote verrassing voor mij was het gebrek aan samenhang in de reactie van de Belgische regering. De overheid deed jarenlang haar best om een concurrerende en omvangrijke holding op te bouwen naast de Generale. Ik denk onder meer aan de socialistische strateeg en intellectueel Ewalenko en zijn Kolendirectorium. Voor de Belgische overheid was de raid van de Benedetti de gedroomde kans om baas te worden in een holding van gewicht. De Generale zou zo Belgisch verankerd blijven en een oude droom van de staat ging in vervulling. De openbare kredietinstellingen hielden echter hun portemonnee gesloten, wat mij tot vandaag bevreemdt, want de Generale was een belegging met een verborgen meerwaarde. Ik vind en vond de situatie des te onbegrijpelijker omdat Suez, de rivaal van Carlo de Benedetti, aanvankelijk geen meerderheid wenste. De Nederlandse, Franse of Duitse staat zouden in een gelijkaardig geval minder luchthartig gereageerd hebben.”
“Een ongeluk komt nooit alleen. De overval van Carlo de Benedetti gebeurde tijdens de stuiptrekkingen van de laatste regering-Martens en de vorming van de eerste regering-Dehaene. Jean-Luc Dehaene wilde in de ogen van de publieke opinie geen fout begaan, toch had hij ASLK voor 15% moeten laten binnenstappen in het kapitaal van de Generale Maatschappij. Dat had voor de afloop van de strijd een wereld van verschil gemaakt en België zou vandaag een, weliswaar afgeslankt, vitaal concern gehad hebben.”
“De Vlamingen waren de arme familieleden in het beleid en de uitstraling van de Generale, zo vond ik vanaf dag één bij de holding. Ik wilde oplossingen. Goed ingebed zijn in een gemeenschap verhoogt de geloofwaardigheid van een onderneming. De Generale had midden jaren tachtig veel meer economische belangen in Vlaanderen dan in Wallonië. Maar dat werd niet weerspiegeld in de top of bij de zoektocht naar talent. Dat hoefde niet te leiden tot quota’s of administratieve doseringen, maar het diende serieus en uit vrije wil te gebeuren. Ik zei keer op keer: ‘Kijk toch naar de Generale Bank, zij is populair in Vlaanderen.’ De Generale Maatschappij was een buitenstaander in het noorden. Ik loodste onder meer Bob Stouthuysen van Janssen Pharmaceutica, toen net VEV-voorzitter af, binnen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier