‘Van mij mag er meer herverdeeld worden’

Luc Bertrand is begonnen aan zijn laatste twee jaar als CEO van de Antwerpse investeringsgroep Ackermans & van Haaren. Hij maakt voorzichtig een eerste balans op. “We leven in een snel veranderende wereld. Alles wat je doet, kan zo snel vernietigd worden.”

Met een meesterzet heeft Ackermans & van Haaren (AvH) eind vorig jaar de controle verworven over de bouwgroep CFE en de baggeraar DEME. De 63-jarige Bertrand, de CEO van de Antwerpse investeringsgroep, zette met die operatie voorlopig de kroon op zijn sterke carrière. De immer minzame en hoffelijke baron — de ochtendkoffie wil hij per se zelf inschenken, en er is geen CEO die zijn bezoek zo elegant uitgeleide doet — heeft zich de voorbije jaren steeds nadrukkelijker opgeworpen als pleitbezorger van het familiale ondernemerschap in ons land. Dat is hem niet altijd in dank afgenomen, vooral na een scherpe uitspraak in 2012 over de regering-Di Rupo. Bertrand ventileert nog altijd de verzuchtingen van de ondernemers en de bedrijven, maar hij pakt het voortaan voorzichtiger aan.

“Het is een complexe wereld, en oneliners zijn daarin uit den boze”, zegt Bertrand. “Soms wordt de boodschap ook verkeerd vertaald. Niemand heeft honderd procent gelijk. Bij AvH vinden we het belangrijk stil, coherent en systematisch te werk te gaan. De beste managers hoor je bijna niet. Die werken in alle stilte intens met hun team samen.”

Captains of industry hebben toch recht van spreken? Zij kennen de pijnpunten van het ondernemen.

LUC BERTRAND. “Ja, maar als je te ver gaat of als je boodschap verkeerd wordt vertaald, krijg je neveneffecten die de boodschap vernietigen. De boodschap moet sereen overkomen. Misschien moet je ze vaak herhalen, maar met grote krantenkoppen komen en je tegenover de politiek conflictueus opstellen, werkt niet in ons land.”

Maakt u zich zorgen over potentiële gevaren, zoals de deflatie, een nieuwe economische crisis in Europa of zeepbellen op de financiële markten?

BERTRAND. “Neen. Ik denk dat we het gros van de problemen achter ons hebben. De economie in West-Europa groeit niet, maar ik heb geleerd dat je als bedrijf ook in zulke omstandigheden kunt vooruitgaan. Het maakt het leven van een ondernemer alleen wat moeilijker. Onze kosten stijgen elk jaar met minstens 2 procent, terwijl de economie stagneert. Ons bedrijf groeit wel met 10 procent per jaar. Als we dat tempo willen aanhouden, moeten we groei zoeken in verre oorden of dieper graven op de thuismarkten.”

“Er is maar één ding dat de groei volledig kan kapotmaken, en dat is een overheid die elk jaar meer wil uitgeven dan er binnenkomt. Een regering kan via de belastingen alle geld naar zich toe halen. Als ze het efficiënte geld uit de economie trekt, fnuikt ze de groei en komt er enorm veel druk op al wie iets produceert.”

En gaat dat veranderen met de nieuwe federale regering?

BERTRAND. “Een beetje. Laat ons positief zijn, maar ik denk dat de verandering onvoldoende zal zijn.”

Er was niet zo lang geleden sprake van een meerwaardebelasting op de verkoop van een groot pakket aandelen van een bedrijf. Een vermogenswinstbelasting lag ook op de onderhandelingstafel van de regering. Hoe staat u tegenover dat denkspoor?

BERTRAND. “Ik denk niet dat veel mensen iets zouden hebben tegen een belasting op speculatieve winsten (het verkopen van aandelen kort na de aankoop, nvdr). Met alle andere denksporen zou ik voorzichtiger omspringen. Het familiale kapitaal is de enige verankering die wij hebben. Ik zou niets doen dat die verankering in gevaar kan brengen.

“Het is in het huidige klimaat heel moeilijk om jonge ondernemers te motiveren. Ook ietwat oudere ondernemers (lacht). Ik heb nooit speciale dingen gevraagd voor ondernemers. Maar er moet worden nagedacht over de basis van de welvaart en hoe die kan worden versterkt. Er moet een incentive zijn. Jonge mensen willen in het centralistische Frankrijk geen onderneming meer starten. Ze trekken naar Londen of Brussel. Ondernemen kun je overal. Maar ook hier in België bestaat het gevaar dat ondernemers andere oorden opzoeken.”

Zou u zelf overwegen om weg te trekken?

BERTRAND. “Neen. Maar toch… Om een voorbeeld te geven: onlangs heeft DEME beslist een nieuwe vleugel aan zijn hoofdkantoor te bouwen. Toen ik de kostenraming zag, heb ik de vraag gesteld: moeten we dit wel in België doen, of kan het ook elders? We hebben uiteindelijk voor België gekozen. We kunnen ons dan ook kosten permitteren die veel andere ondernemingen zich niet meer kunnen veroorloven.

“Ik ben ook geen voorstander van een maatschappij waar 1 procent van de bevolking het grootste deel van het vermogen in handen heeft. In België is de rijkdom beter verdeeld dan in de meeste andere landen. Ik geloof dat 1 procent van de bevolking 12 procent van het nettovermogen heeft. Van mij mag er zelfs meer worden herverdeeld. Ik sta honderd procent achter mijn goede vriend Michel Delbaere (de voorzitter van de werkgeversorganisatie Voka, nvdr). Hij zegt dat we allemaal moeten samenwerken om opnieuw een economische groei van meer dan 2 procent te bereiken. Dan zal iedereen zijn deel krijgen. Dan kan de overheid opnieuw beginnen uit te delen en te herverdelen. Ik voel me echter niet gerust met een overheidsschuld van 400 miljard euro. Die schuld is te groot.”

Wat vindt u van de besparingen van de Vlaamse overheid?

BERTRAND. “Ik was verbaasd dat het budget van de universiteiten een van de eerste dingen is waarop de Vlaamse overheid wil besparen. Als er één ding is, waarop we niet mogen bezuinigen, dan zijn het wel de universiteiten. Ze maken deel uit van het succes van Vlaanderen van de voorbije dertig jaar.”

Is de deal rond DEME en CFE de kroon op uw werk?

BERTRAND. “Ik ben trots op wat we met DEME hebben verwezenlijkt. Ik heb ook veel respect voor het management. Maar ben ik tevreden? Neen. We leven in een snel veranderende wereld. Alles wat je doet, kan zo snel vernietigd worden. Vanaf het moment dat je tevreden bent, verslapt je aandacht. Je moet in deze snel veranderende wereld altijd op je qui-vive blijven.

“Iedereen weet dat DEME me na aan het hart ligt. Met de beslissing van Vinci om uit CFE te stappen, kregen we een grote kans aangeboden. Deze keer hebben we ze niet laten passeren. Het is een droom die uitkomt.”

Er zijn de laatste tijd nogal wat bedrijven die takken afsplitsen, zoals Bayer, Barco of Philips. Wordt de bouwdivisie van CFE de volgende in die rij?

BERTRAND. “Zover is het nog niet. CFE is een gediversifieerde groep à la AvH, die meer is toegespitst op één sector: de bouwsector. Al zijn wij via DEME veeleer natte bouwers. We zijn minder actief in de droge bouw, omdat de instapkosten te laag zijn. Er zijn minder investeringen nodig. Iedere briljante ingenieur kan bij wijze van spreken zijn eigen bouwbedrijf starten, al zou ik het niet aanraden.

“Het gevolg is dat er veel concurrenten zijn. Sommige daarvan — bijvoorbeeld in Frankrijk — hebben semiconcessies in andere landen (zoals betalende parkings en tolwegen, nvdr). Ze kunnen zeer lang overleven op de rente die ze in andere landen ontvangen. We nemen vrij grote risico’s voor weinig winst, maar doen het met CFE nog vrij goed in vergelijking met de concurrenten.”

De financiële poot van AvH staat sterk met Bank van Breda en vooral Bank Delen. Hoe kijkt u naar de toenaderingspoging van de sectorgenoten Bank Degroof en Petercam?

BERTRAND. “Met zacht aanmoedigende ogen. Ik ken de aandeelhouders en het management van beide banken zeer goed. En ik begrijp dat er behoefte kan zijn aan consolidatie.”

Zou u met Bank Delen daarin een rol kunnen spelen, als Petercam geen aansluiting kan vinden bij Bank Degroof?

BERTRAND. “Ik zal de deur nooit volledig sluiten, maar Petercam hanteert een heel ander model dan Bank Delen. Hun model heeft een tijd gewerkt, maar het is niet het onze. Wij gaan voluit voor de bescherming van het patrimonium. Dat is voor ons het allerbelangrijkste en we gaan door op de ingeslagen weg. Maar de deur staat voor Petercam nog op een kier.”

Staat de deur voor Bank Degroof dan nog open?

BERTRAND. “Geen commentaar.”

BERTRAND. “Het is inderdaad de bedoeling een aantal kleinere participaties te verkopen in bedrijven die geen wereldwijde capaciteit hebben. We hadden toen net de houtverwerker Spano verkocht en sindsdien hebben we ook NMC, een producent van allerlei producten uit schuim, van de hand gedaan. Telkens met spijt in het hart.”

Wat is de belangrijkste les die u in uw carrière hebt geleerd?

BERTRAND. “Dat zelfs in een trage economie heel veel groei mogelijk is. En dat je daarvoor geen schulden nodig hebt. Dat heb ik geleerd van mijn voorganger Simon Deckers en van voormalig voorzitter Erik van Baaren. Die hadden een heilige schrik van schulden. Dat zit een beetje in de genen van de groep. Maar je moet wel van tijd tot tijd stappen durven te doen en zwaarwegende beslissingen kunnen nemen. Anders ga je niet meer vooruit.”

U wordt de Belgische Warren Buffett genoemd.

BERTRAND. “Wij zijn goed bezig, maar niet op dezelfde schaal. We hebben nu een marktkapitalisatie van 3,3 miljard euro. Berkshire Hathaway, de holding van meneer Buffett, is meer dan 200 miljard euro waard op de beurs. Als we op dezelfde kruissnelheid nog tien jaar kunnen doorgaan, zullen we een andere schaalgrootte hebben. Maar dat is voor mijn opvolger.”

Bent u een moeilijke manager?

BERTRAND. “Ik denk dat ik een bepaalde intensiteit kan creëren. Had ik honderd jaar geleden geleefd, dan zou ik waarschijnlijk aan de hoogste boom hebben gehangen (schatert).”

U bent intussen 63.

BERTRAND. “Mijn vrouw zegt me dat ook. Toch zegt ze nog niet dat ik moet stoppen. Of ze niet durft? O, ze durft veel (lacht).”

U kunt stoppen op een hoogtepunt?

BERTRAND. “Dit is geen hoogtepunt. U sprak over de deal met CFE. De schulden zijn weggewerkt, maar dit bedrijf vraagt nog aandacht. We zijn al bijna 150 jaar bezig met AvH. We zijn geen bedrijf dat het ene jaar een paar honderd miljoen euro winst maakt en het volgende jaar evenveel verlies. Onze kracht ligt ook niet zozeer in het pure investeren, onze kracht is onze visie op zeer lange termijn.

“Dat is waarom AvH een bedrijf is dat gekoesterd moet worden. Het is in ons aller belang dat het hier goed gaat. Wij zijn echte ondernemers, echte industriëlen. We nemen echte risico’s. Van tijd tot tijd vergissen we ons ook. En dat zal nog gebeuren. Maar we zullen nooit al ons geld op één zaak zetten. Wij zijn geen casino.”

BERTRAND. “Natuurlijk. Voor hetzelfde geld vergis je je in het begin. Dan ben je je geld kwijt en is dat het einde. Je moet heel veel geluk hebben. Je bent maar zo goed als je laatste deal.”

Dient de opvolging zich al aan?

BERTRAND. “Het is duidelijk dat wij daarover nadenken. Of het iemand wordt van binnen dit huis? Daar kan ik vandaag nog niets over zeggen.”

Of is er toch een waterkans dat u doorgaat als CEO?

BERTRAND. “Ik zal voortgaan in de raad van bestuur, maar niet meer aanwezig zijn in het uitvoerend comité. Zeg nooit nooit, maar mijn voorgangers hebben dat ook zo gedaan. Niemand is onvervangbaar. Mocht ik onvervangbaar zijn, zou dat een heel slecht teken zijn voor wat we hier hebben opgebouwd.”

BERT LAUWERS EN ILSE DE WITTE, FOTOGRAFIE LIES WILLAERT

“Als er één ding is, waarop we niet mogen besparen, dan zijn het wel de universiteiten”

“Het familiale kapitaal is de enige verankering die wij hebben”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content