Tobacco Road
De tabaksverkoop aan Britse “toeristen” in het West-Vlaamse grensdorp Adinkerke zwelt aan tot miljardenproporties. Het grote geld brengt lusten, maar ook lasten, waarvoor de draagkracht van het landelijke dorp vele maten tekort komt.
Uitgerekend een Brit, Dave West, was er als de kippen bij toen vijf jaar geleden, bij de opening van de EU-binnengrenzen, de boom in de Adinkerkse tabaksverkoop begon. Sedertdien is in het West-Vlaamse dorp aan de Franse grens de toestroom van Britse tabakstoeristen voortdurend aangezwollen. Door een verschil in taksen zijn tabaksproducten immers stukken goedkoper in België dan in Groot-Brittannië.
Dave West bouwde in Adinkerke een oud magazijn om tot de tabakszaak die hij EastEnders noemde, naar de bekende Britse televisiesoap. “Aan de Britten in de ferryboten deelden we folders uit met de wegbeschrijving naar EastEnders,” zegt zijn echtgenote Kathleen West, die rondrijdt in een zware Mercedes-coupé, bestuurd door haar dochter. “Er werken hier negen Belgen en drie Ieren.”
EastEnders is een zaak zonder franjes en een betonnen vloer, afgestemd op het snelle geld. Zitplaatsen tussen de stapels roltabak en sigaretten zijn er niet. Trouwens, tijd voor een uitgebreid gesprek heeft Kathleen West naar eigen zeggen niet, en bovendien komt de geldkoerier net aan. Later verneemt Trends bij de plaatselijke politie dat een werknemer van EastEnders er kortgeleden met de kassa vandoor ging, en later gevat werd in Madrid. Naar verluidt ging het om 18 à 19 miljoen frank.
EastEnders inbegrepen,
zijn op het oog al vier tabakszaken te tellen in deze West-Vlaamse tabaksgroeipool, alle gelegen aan het kanaal Duinkerke-Veurne. Maar de twee lokale benzinestations doen gretig mee. En ook het café L’Auberge, even verderop, heeft in grote letters TOBACCO op zijn voorgevel hangen, maar dat blijkt een bijhuis van EastEnders te zijn. Zelfs camping Ringsloot in de buurt heeft zijn Bordershop met tabakswaren. En op het industrieterrein van Veurne, vijf minuten rijden daarvandaan, probeert ook nog een enkele tabakshandelaar de aandacht te trekken (zie kader: Winnaars en verliezers).
Het is nog maar een begin: aan het kanaal zijn alweer enkele schilders en schrijnwerkers de winkel aan het optuigen van een nieuwkomer. De naam van zijn zaak: Tobacco Road. Beter kun je deze plek in Adinkerke niet omschrijven.
Adinkerke ontdekt 24-ureneconomie
De Britse taksen op tabak behoren tot de hoogste in de EU. Dat maakt dat een pakje sigaretten in Groot-Brittannië bijna dubbel zo duur als in Frankrijk. De prijskloof is het grootst met België, en dat voor roltabak. Een pakje van 50 gram roltabak van het merk Golden Virginia kost in Groot-Brittannië zo’n 7,5 pond, de Adinkerkse winkeliers rekenen amper 1,59 pond aan. Begrijpelijk dus dat de Britten in dichte drommen naar Adinkerke afzakken om er auto’s, bestelwagens en bussen vol te laden met roltabak. Via Calais smokkelen ze het goedje Groot-Brittannië binnen, waar ze het op de zwarte markt met forse winst verkopen.
Om de onverzadigbare vraag van de Britten aan te kunnen, draaien de Adinkerkse tabakszaken 24 uur op 24, zeven dagen per week. Engelse opschriften en prijsaanduidingen in pond maken het de Britse tabakstoerist makkelijk. Vuilniswagens komen geregeld de metershoge hopen met leeg verpakkingskarton van Golden Virginia ophalen (voor het gemak laden de klanten de pakjes roltabak over in plastieken zakken).
Cijfers zijn moeilijk
te achterhalen. Volgens schattingen verliest de Britse schatkist jaarlijks 400 miljoen pond (23,9 miljard frank) aan inkomsten door smokkel van roltabak vanuit België. Liefst 60% tot 70% van alle in Groot-Brittannië verkochte roltabak zou op illegale manier afkomstig zijn van België. Golden Virginia is een product van het Britse Imperial Tobacco Group (ITG). Vorig jaar verklaarde ITG-topman Gareth Davis in Trends dat op een jaarproductie van 2300 ton Golden Virginia, 1000 ton wordt uitgevoerd naar België. Op vijf jaar tijd vermenigvuldigde de omzet met vijftig (zie Trends, 13 februari 1997). Vandaag wil een woordvoerster van ITG alleen kwijt dat sindsdien de export naar België alweer met 50% steeg. “Wat nog niet wil zeggen dat ook de omzet van de Belgische winkels met de helft steeg, een deel van die tabak blijft een tijd in de rekken liggen,” aldus de woordvoerster.
Bedrijfsresultaten wil Kathleen West
niet kwijt. Zij en haar man begonnen vijftien jaar geleden een café in Zeebrugge dat bier en tabak sleet aan Britse vrachtwagenchauffeurs. In 1989 verplaatste Dave West zijn handel naar Calais, waar hij vanuit een straatkraam kratten bier verkocht aan reizende Britten. Die zaak groeide intussen uit tot een heus warenhuis in Calais voor bier, wijn en likeur.
Volgens gegevens van de Nationale Bank had EastEnders in 1995 een omzet van 1,4 miljard tegen een bedrijfsresultaat van slechts 8,5 miljoen. Voor 1996 is alleen het bedrijfsresultaat beschikbaar: 47 miljoen frank. Volgens Time – zo ver reikt de reputatie van Dave West blijkbaar – haalde de Adinkerkse tabakszaak in 1996 een omzet van 105 miljoen dollar (3,83 miljard frank) en het drankwarenhuis in Calais 68 miljoen dollar (2,48 miljard frank).
Klinkende getallen, maar het echtpaar West doet er dan ook iets voor. Om Britse klanten weg te houden van de tabakswinkels van de Belgen, hangt in EastEnders een opschrift met daarop: Support the Brit’s. Don’t forget that others here were much, much dearer till we moved near! “Wij brachten de prijzen naar beneden,” wil Kathleen West nog kwijt. “Er komt trouwens steeds meer volk naar Adinkerke. Er zijn dus genoeg klanten voor iedereen.”
Zo dacht ook Geert Vandoorne, die samen met een partner enkele maanden geleden een woonhuis omtoverde tot de winkel D&D Tobacco, pal naast EastEnders dan nog wel. “Recentelijk verhoogde de Britse regering de taks op sigaretten. Ik zie de Britten nog niet zo gauw wegblijven uit Adinkerke.” Zoals de andere tabakswinkeliers, staat ook Geert Vandoorne uit veiligheidsoverwegingen achter glas. Achter hem zijn nog de restanten van een keuken te zien, de omvorming van het huis is blijkbaar snel moeten gaan. De koopwaar wordt doorheen sluizen in de loketwand naar de klant toegeschoven. “Een bevel van de gemeente om te sluiten om 22 uur is door de Raad van State ongedaan gemaakt. We zijn opnieuw 24 uur op 24 open. ‘s Nachts zijn er meer klanten. Dat geeft soms problemen.” Gevraagd naar zijn omzet, antwoordt hij alleen met een brede glimlach.
“Hoe groter het wordt, hoe banger we worden.”
Een Brit in maatpak, kennelijk de man achter de nieuwe winkel Tobacco Road, tuurt doorheen het raam van het aanpalende, leegstaande café. Het is een groot etablissement, wat hem ongetwijfeld het idee bezorgt om er een schitterende Engelse pub van te maken. Hij doet er alles aan om zakelijke interesse voor Adinkerke te ontmoedigen: “De tabaksverkoop is hier niet zo winstgevend, en bovendien onzeker. It could stop tomorrow. Voor de Britten is het niks meer dan een dagje uit: ze kopen enkele flessen wijn in Frankrijk, wat tabak in België, en nemen het mee voor de vrienden.”
Hoewel gewone Britse toeristen op terugreis inderdaad een fractie van het Adinkerkse publiek uitmaken, is de waarheid dat de sigarettensmokkel over het Kanaal voor een groot deel in handen is gevallen van georganiseerde benden uit Groot-Brittannië. Hetzelfde geldt voor de dranksmokkel vanuit Calais. In Dover, van waaruit de benden opereren, wordt geregeld gevochten en zelfs geschoten. Geruchten zeggen dat benden relaties opbouwen met Europese netwerken voor de handel in drugs.
De Adinkerkse tabakswinkels en hun klanten daarentegen doen perfect legale zaken, beklemtoont de plaatselijke politiecommissaris Daniël Schoonjans: “De Britten kopen tabak waarop de Belgische taks is betaald.” Aanwijzingen dat er vanuit Adinkerke banden zijn met Britse of Europese criminele groepen, heeft Schoonjans niet. “Dave West is gewoon een slimme zakenman.”
Maar de waard van de herberg De Capsulen, vlakbij de Adinkerkse tabakswinkels, twijfelt: “Geregeld merk ik in mijn zaak toch speciale douaniers op die moeten controleren of er in Adinkerke geen illegale verkoop aan de gang is van gesmokkelde Luxemburgse tabak, die omwille van taksverschillen goedkoper is dan de Belgische.” Zelf wil hij niet met tabaksverkoop beginnen: “Je moet al grote recettes halen om een klein beetje winst over te houden. Als de vrachtwagen komt met de levering, moet de cheque niettemin klaarliggen.” Echt gelukkig met de Britse toestroom is de waard niet. “Het is goed zoals het nu is – ze proeven ook al eens onze dagschotel – maar groter mag het niet worden.” Er zijn al een aantal overvallen op tabakswinkels geweest, en zoiets is echt niet op maat van het landelijke Adinkerke gesneden. “Hoe groter het wordt, hoe banger we worden.”
JOZEF VANGELDER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier