Terug naar de kloek

Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

Begin mei kocht Dion Vandewiele, Europees marktleider in de verwerking van eierproducten, zich uit een Nederlandse landbouwcoöperatie en werd weer voor 100% een Vlaams familiebedrijf. Heeft Vandewiele het annus horribilis 1999 dan definitief verwerkt?

Het is zeldzaam dat een Belgisch bedrijf in buitenlandse handen zich familiaal weet te verankeren. Zeker in de zuivelsector, waar dedioxinecrisis vorig jaar een ware ravage heeft aangericht, klinkt dat hoogst ongewoon.

Een tevreden Dion Vandewiele, gedelegeerd bestuurder van het gelijknamige bedrijf uit het Oost-Vlaamse Olsene, toont een felicitatiebrief van het Vlaams Economisch Verbond. “Iedereen was blijkbaar verrast door de beslissing. Het is inderdaad zo dat een omgekeerde beweging veel logischer lijkt. Maar binnen de coöperatie was het voor alle partijen beter dat we uit elkaar gingen” (zie kader: Breuk met het noorden). Dion Vandewiele was drie jaar lang een onderdeel van Cehave Egg Products, dat op zijn beurt afhangt van de landbouwcoöperatie Cehave Landbouwbelang. De Nederlanders bezaten 70% van de aandelen, Dion Vandewiele 30%. Nu is de Oost-Vlaamse onderneming opnieuw voor 100% een familiebedrijf. Het management is in handen van de aandeelhouders Dion Vandewiele en zijn twee zonen Jan en Koen, en van financieel directeur Monique Vervaeck.

Vandewiele is al meer dan een kwarteeuw een specialist in het verwerken van eierproducten (zo’n tachtig werknemers, omzet 1,3 miljard). Hele eieren, eigeel of eiwit: het wordt allemaal verwerkt en verpakt, zowel in kleinverpakking als in bulk. De Oost-Vlaamse firma positioneert zich al jaren als marktleider op het vlak van de kleinverpakking (alles onder 20 kilo) bestemd voor catering, grootkeukens, bakkerijen, distributie of horeca. Bulk slaat op containers met vloeibaar eigeel en eiwit. Het aandeel van kleinverpakking (nu 30% van de omzet) moet tegen 2005 stijgen tot 40%.

Wie zuivel zegt, zegt dioxine. Dion Vandewiele heeft in 1999 een tijdlang zwarte sneeuw gezien: “Op een bepaald moment was onze export met 60% verminderd. Een paar maanden geleden kwam daar nog een tweede klap bij: aviaire influenza bij Italiaanse kippen deed de prijzen sterk stijgen. Ondertussen zijn die min of meer gestabiliseerd.”

Voor de eieren in kleinverpakking viel de dioxinecrisis nog mee, zeker wat de afzet in België betreft. De totale productie van de kleinverpakking was met 20% gedaald en in het segment bulk kendeDion Vandewiele een daling van 50%. Anno 2000 speelt Dion internationaal stilaan weer mee. In 1991 exporteerde de firma naar drie landen, in 1998 naar 55 landen, in 1999 kwam de crash maar nu liggen de Europese markten opnieuw open. Markten als China, Singapore en Korea zitten in lift en de sterke dollar maakt het natuurlijk mogelijk om makkelijker met de Amerikaanse concurrenten in het strijdperk te treden.

Ondanks de dioxinecris

blijft Dion Vandewiele in de sector van de eierproducten aan de top staan. Daar is een jarenlange ervaring wellicht niet vreemd aan. In 1936 startte vader Oscar in Olsene als een kleine eierhandelaar. Dion Vandewiele: “In 1965 nam ik de zaak over en in 1974 schakelden we over naar eierproducten. Via nieuwe tecnhieken werd het mogelijk om geklutste eieren, eierdooiers en eiwit te pasteuriseren. Toen werden er wekelijks 160.000 tot 200.000 eieren verwerkt. Dat aantal groeide naar de periode vlak voor dedioxinecrisis tot 900 à 1000 ton of 20 miljoen eieren per week. 12,6 miljoen eieren krijgen we rechtstreeks van onze kwekers want wij hebben 2 miljoen legkippen in eigen beheer.” Die grote volumes blijken noodzakelijk: in de eiersector wordt altijd met kleine marges gewerkt.

Dat Vandewiele marktleider is, blijkt niet alleen uit de hoge productiecijfers. Een blik op de klantenportefeuille zegt ook veel. Alle grote voedingsfabrikanten komen in Olsene over de vloer: Danone, Nestlé, Bestfoods en Unilever behoren tot de belangrijkste referentieklanten in de branche bulkproducten. In de kleinverpakking zijn het de distributeurs die bestellingen plaatsen. “Het risico in ons klantenbestand is goed gespreid,” zegt sales manager Jan Vandewiele. “Hier is geen sprake van een 80/20-situatie, waarbij men het risico loopt 80% van zijn omzet te verliezen wanneer 20% van de klanten afhaakt. Onze drie grootste klanten zijn bijvoorbeeld samen goed voor 15% van de omzet.”

‘Vertrouwen is goed, controle is beter’ wordt vaak gezegd, en dat geldt zeker in de eiersector. Jan Vandewiele: “Eieren zijn ultraverse producten, je moet er bijna je bed bij maken.” De eierproductenindustrie verwerkt de eieren immers tot halfafgewerkte producten en die ondergaan een grondig onderzoek op kwaliteit. Om aan de normen te voldoen, moet het mogelijk zijn om een soort van levensloop van de eieren op te stellen. Traceerbaarheid is het toverwoord voor iedereen die het in de eiersector wil maken. Dion Vandewiele: “Om de kwaliteit van de producten te garanderen, is een traceerbeleid verplicht. Wij volgen het ei in alle fasen van de verwerking. Traceerbaarheid brengt natuurlijk kosten met zich. Constante investeringen en massa’s afschrijvingen maken het er niet gemakkelijker op.” Zo’n aanpak is noodzakelijk, zegt Jan Vandewiele. “Dat heeft ons overeind gehouden tijdens de dioxinecrisis. De Belgische eierproducten behoren nog steeds tot de beste in Europa.” Ook het relatiebeheer heeft de eierproducent geholpen om de crisis te overwinnen. “Het wordt vlug over het hoofd gezien, maar gepersonaliseerde marketing werpt ook vruchten af,” aldus Jan Vandewiele.

Regelmatig openen zich nieuwe perspectieven, zoals de ontwikkeling van de markt voor biologische eierproducten. Dion sprong mee op de kar met zijn leghennenbedrijf Ovidion in Diksmuide, dat de grondstof levert voor eierproducten op basis van leghennenvoer zonder genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s). Inmiddels wordt in Wallonië een legkippenproject verder uitgebouwd. Wallonië is een leeg gebied wat legkippen betreft. Vlaanderen telt 11 miljoen legkippen, Wallonië ongeveer 1 miljoen. Eigenlijk heeft de strategie te maken met de vraag naar GGO-vrije grondstoffen. Vanuit de distributie eisen ze producten die volledig vrij zijn van GGO’s en dat geleverd vanuit een volledig nieuw bestand: “Op 1 juni komen we in Europa als eerste uit met GGO-vrije eierproducten, waarbij heel de keten gecontroleerd wordt, van het zaad in Brazilië tot het voeder in de kippenstal en het eierproduct. Ondertussen voeren we gesprekken voor de bouw van een fabriek voor kant-en-klare bereidingen op basis van ei in Chapelle-lez-Herlaimont.”

In een businessplan voor de komende vijf jaar staan ook investeringen in de diepte gepland. Dion Vandewiele weet uit ervaring dat het stopzetten van investeringen taboe is: “Vernieuwing op het vlak van automatisatie is een must. Een voorbeeld: via nieuwe pasteurisatietechnieken willen we de houdbaarheid van de eierproducten verlengen tot twaalf weken.”

De nichemarkten neemt Dion Vandewiele eveneens in het vizier. Een veelzeggend voorbeeld is de verwerking van koosjer eieren voor de joodse bevolking. “Een zeer moeilijke certificatie,” aldus Jan Vandewiele, “maar een ideale manier om toegevoegde waarde te creëren.” Hetzelfde geldt voor Hallal-eierproducten bestemd voor de moslims.

alain mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content