Strak gestileerde warmte

Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Niet alleen tijdens de gure wintermaanden verdienen radiatoren extra aandacht. Industrieel ontwerper Wim Segers ontwikkelde voor Vasco daarom een reeks exquise designradiatoren die het hele jaar door kunnen dienen als functioneel sieraad binnen het interieur. Een gesprek met een van de meest gelauwerde ontwerpers van het land.

Ook warmte kan mooi zijn. Dát is de even simpel klinkende als aartsmoeilijk te concretiseren these waaruit Wim Segers (46) vertrekt voor het ontwerpen van radiatoren. Toch leverde dat in opdracht van de firma Vasco een ondertussen behoorlijk uitgebreid gamma op aan decorradiatoren die zowel geschikt blijken voor de badkamer, de keuken, de hall als de woonkamer. In de uitgepuurde, strak gestileerde en geenszins om aandacht schreeuwende ontwerpen van Segers staat de brug tussen functionaliteit en een elegante esthetiek dan ook centraal. Vandaar ‘s mans voorkeur voor discrete kleuren, vooral gebrokenwittinten en aluminium, een rigide lijnenspel en robuuste materialen.

“Design vind ik eigenlijk maar een lelijk woord,” zegt Segers over zijn ontwerpen. “Zelfs kappers spreken tegenwoordig van hair design. Het woord heeft iets elitairs en dat zijn mijn ontwerpen geenszins. Tenslotte vind ik het veel belangrijker om goede producten te ontwikkelen dan om artistiek verantwoorde decoratiestukken te leveren. Ik wil geen storende elementen aanbrengen in het woongeheel. Daarom getuigen mijn radiatoren van een minimum aan vorm en volume.”

Desondanks slaagt Segers, in 1999 nog bekroond met de prestigieuze Henri Van de Velde-prijs, erin zijn ‘producten’ te omzwachtelen met een emotionele bovenlaag. Geen sinecure. Tenslotte spreekt de geijkte vorm van een radiator – boudweg gezegd: een stel buizen die aan een muur worden vastgeklonken – nu eenmaal voor zich. Toch weet de ontwerper met trefzekere hand een harmonisch ritme te crëeren, zowel in de buisconstructie als in de oppervlaktebehandeling. “Ach, het is werken in nuance, het logisch manipuleren van details,” zegt hij nuchter. “En dat is net wat me aanspreekt. Opdrachten als deze hebben dan ook een beetje een ironische ondertoon: je probeert gevoel te leggen in warmte-elementen die bijna per definitie een uiterst koele look hebben.”

Wat is kunst?

Hoewel de Limburgse ontwerper zich erg onwennig voelt wanneer hij als kunstenaar wordt bestempeld, puurt Segers zijn inspiratie voor zijn radiatoren vaak uit de wereld van de plastische kunsten. Een wereld die hij als kunsthistoricus donders goed kent. Zo ziet hij zelf alvast methodische gelijkenissen met de geometrische installaties van Piet Stockmans, terwijl ook oeroude natuurwetten als de gulden snede in zijn werk steevast worden gerespecteerd. Geen wonder dat het woord ‘minimalisme’, gelet op zijn sobere vormentaal, ons wel eens door het hoofd schiet wanneer we ook de recentste Vasco-brochures doorbladeren.

“Ik begrijp de redenering,” nuanceert Segers meteen, “maar ik ben het er niet mee eens. Minimalisme is vaak vorm voor de vorm. Als ik een radiator ontwerp, moet hij in eerste instantie warmte geven. Ik heb wel een eigen visie, maar een globale stijl zou ik er daarom nog niet durven op te plakken. Elk ontwerp draait rond een bepaald product, en dus een bepaalde probleemstelling. Daarom zou ik liever spreken van vorm-wegneming dan van vorm-geving. Zeker bij het ontwerpen van radiatoren gaat het immers in hoofdzaak om intuïtieve logica.”

De Cocos-collectie uit de Vasco-cataloog – keukenradiatoren die in verschillende modellen en formaten verkrijgbaar zijn – is daar een fraai voorbeeld van. Zo tekent Segers voor dynamisch gebogen, fijne buizen die samen een elegant lijnenspel vormen. Bovendien zijn de meeste Cocos-modellen ook in vrijstaande opstelling leverbaar, waardoor de keuken naargelang van de persoonlijke voorkeur van de klant in optisch afzonderlijke modules kan worden opgedeeld. Ook de Carré-serie, opgesplitst in een reeks horizontale en verticale modellen, is gebaseerd op symmetrie en evenwicht. Dat resulteert in een doordachte eenvoud, die makkelijk kan harmoniëren met de meest uiteenlopende interieurstijlen. Bovendien verdienen ook de details de nodige aandacht: vierkante knoppen in chroom die naadloos aansluiten bij de hoekige buizenstructuur én een verchroomde handdoekbeugel die volgens de gewenste lengte kan worden ingekort.

Terecht chauvinisme

Dankzij de tactiele ontwerpen van Segers geniet Vasco een stevige reputatie op het gebied van decorradiatoren, ook al is het zeker niet de enige Belgische firma die binnen deze branche kwalitatief hoogstaande producten levert. Ook Jaga kan bogen op een aardige collectie, net als Thermic, een bedrijf waar Segers evengoed producten voor ontwikkelt. “België heeft een aardig deel van de Europese markt in handen,” vertelt hij in een licht chauvinistische bui. “Vooral buisvormige profielen en gezandstraalde oppervlakken doen het de jongste tijd erg goed. En kille metaalkleuren. Decorradiatoren zijn een heuse trend en duiken steeds vaker op in de meest verschillende omgevingen.”

Met een beetje goede wil kan Segers worden beschouwd als een industrieel ontwerper die verrassende elegantie binnen een dagdagelijkse context weet binnen te smokkelen. Zo tekent hij ook mooie en comfortabele zit- en tuinmeubelen, onder meer in opdracht van het Belgische bedrijf Tribu. Bovendien ontwikkelt hij met zijn Maaseikse ontwerpstudio Segers Westhovens ook geregeld presentatiestands. Met succes overigens: Segers werd onlangs in Frankfurt bekroond met de designprijs voor de mooiste stand, een ontwerp voor de International Trade Fair for Sanitation and Heating in opdracht van Vasco.

“Wat mijn grootste ambitie is voor de toekomst?” vraagt Segers retorisch. “Dat de doodskisten die ik dit jaar ontwierp het even goed mogen doen in het buitenland als bij ons. In België haalde ik er behoorlijk wat pers mee omdat ik er duidelijk een gevoelige snaar mee wist te raken. Doodskisten zien er al decennialang precies hetzelfde uit, terwijl er al lang een onbeantwoorde vraag bestaat naar alternatieven. Dat is ook de kracht van mijn radiatoren, denk ik. Ik forceer niets en laat de functionaliteit te allen tijde primeren. Maar dat kleine beetje extra, dat ene verrassende detail, dat organische ritme… dáárin zit ‘m net een discrete wereld van verschil.”

Dave Mestdach

“Design vind ik eigenlijk maar een lelijk woord. Het heeft iets elitairs en dat zijn mijn ontwerpen geenszins.”

Wat Segers maakt van een radiator is méér dan een stel buizen die aan een muur worden vastgeklonken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content