Scholingsrealisme
Onze studenten hebben begin mei een ondernemersbeurs georganiseerd. Een indrukwekkende reeks inspirerende rolmodellen passeerde de revue. De ondernemers toonden veel openheid, niet alleen over hun successen, maar ook over de vele lastige horden.
Wat me trof, was dat ze bijna zonder uitzondering het belang van diploma en studies wegcijferden. Een eerste deed dat door erop te wijzen dat hij een heel andere richting was uitgegaan dan zijn diploma voorschreef. Een tweede ging verder en beweerde dat diploma’s van geen tel zijn in de zoektocht naar talent. Wat telt is wat in je zit. Een derde meende zelfs dat het onderwijs talenten mismeestert en de inherent aanwezige creativiteit kraakt.
Ik zie dit scholingspessimisme wel vaker in ondernemerskringen. Selfmade men zoeken de oorzaak van succes bij zichzelf. Het is “gelukt ondanks”. Dat geloof in absolute zelfsturing verklaart wellicht ook hun succes. Maar ze onderschatten de directe waarde van het onderwijs. Dat is begrijpelijk. Ze hebben geen alter ego’s die hen als controlegroep kunnen leren hoe het zonder al die jaren scholing gelopen zou zijn. Ze onderwaarderen ook de indirecte bijdrage van onderwijs aan ondernemerschap. Zonder de voortdurende voeding vanuit academisch onderwijs en basisonderzoek zouden technologische vooruitgang en innovatie sterk afgeremd worden.
Ik hoor ondernemers graag zeggen dat ze bij aanwervingen niet naar het diploma kijken. Maar alle cijfers over kansen op de arbeidsmarkt leren dat ze dat wel doen. Natuurlijk is het diploma niet langer een voldoende voorwaarde voor toegang tot de betere baan. Het is wel meer dan ooit een noodzakelijke voorwaarde. Het diploma is scherprechter in de verdeling van werk en werkloosheid. En in loonstudies zien we dat de invloed van het diploma op startloon en loonevolutie tegen alle verwachting alleen maar toeneemt. Tegen alle verwachting, omdat je zou denken dat de enorme diploma-inflatie van de afgelopen decennia die invloed zou temperen. Als meer mensen een hogere opleiding volgen, wordt het bezit van een hoog diploma minder onderscheidend.
Het tegendeel is waar. Het wordt net belangrijker om een diploma te behalen. Precies de snelle toename van het aandeel hooggeschoolden leidt tot een relatieve verslechtering van de kansen van kortgeschoolden. Toen onze samenleving nog veel kortgeschoolden telde, zat er in die groep veel verborgen talent. Maar als een grote meerderheid degelijk geschoold is, groeit de kans dat kortgeschoolden echt over minder capaciteiten beschikken of verdrongen worden door de beter geschoolden. De kansen van kortgeschoolden worden daardoor in toenemende mate aangetast.
Ook met scholingsoptimisten heb ik het moeilijk. Zij voelen zich natuurlijk gesteund door een bibliotheek vol evidentie. Want of we nu kijken naar politieke of cultuurparticipatie, welvaart of welbevinden, werkzaamheid of loonevolutie, altijd zitten de hoogopgeleiden in de kopgroep. Ze nemen zelfs afstand op het peloton. Maar die simpele vaststelling creëert al te vaak de illusie dat zowat alle maatschappelijke problemen met meer onderwijs en opleiding op te lossen zijn. De jeugdwerkloosheid lossen we wel op door elke jongere een startkwalificatie te geven, de krapte op de arbeidsmarkt door massaal om te scholen, de met leeftijd dalende inzetbaarheid door een leven lang bij te scholen, het gebrek aan entrepreneurship door kleuterscholen om te bouwen tot miniondernemingen, het gebrek aan innovatiekracht door nog hoger onderwijs, de sociale uitsluiting door educatieve inclusie.
Wat we nodig hebben is scholingsrealisme. Denk niet dat een verdere toename van het aandeel hoogopgeleiden onze maatschappelijke welvaart vanzelf stuwt. Naarmate het gemiddelde opleidingsniveau van een bevolking hoger is, neemt de maatschappelijke waarde van een verdere verhoging wellicht snel af. Heb oog voor de Europese studies die uitwijzen dat het aanbod van hooggeschoolden veel sneller toeneemt dan de vraag naar hooggeschoolden. Onderbenutting van die vele talenten is dan een reëel risico. En kijk naar de VDAB-statistieken die uitwijzen dat knelpuntvacatures verspreid zijn over alle diplomaniveaus. Niet almaar hoger scholen is dan de boodschap, wel juister scholen. Well skilled is minstens zo belangrijk als highly skilled.
De auteur is decaan van de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen aan de KU Leuven .
LUC SELS
Well skilled is minstens zo belangrijk als highly skilled.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier