(Belga) De oud-bestuurders van Swissair kunnen opgelucht ademhalen. De kantonrechtbank van Zürich heeft einde maart een klacht verworpen van de vereffenaar van de Zwitserse luchtvaartmaatschappij, zo raakte vandaag bekend. De klacht was gericht tegen het voormalige bestuur, van wie 150 miljoen euro schadevergoeding werd geëist voor de kapitaalsverhoging bij de Belgische dochter Sabena.
De kantonrechtbank heeft de eis van vereffenaar Karl Wuthrich op alle punten verworpen. De opgeëiste som van 150 miljoen euro komt overeen met het bedrag dat het toenmalige Swissair-bestuur begin deze eeuw investeerde in de Belgische dochter Sabena. Volgens de vereffenaar was deze beslissing om het Belgische filiaal er weer bovenop te helpen “onverdedigbaar” en “onredelijk”, gezien de slechte financiële situatie van de moedermaatschappij. Volgens hem leidde de beslissing tot een schade van 150 miljoen euro voor Swissair en zijn schuldeisers, maar de rechter volgde die redenering niet. De oud-bestuurders van Swissair, onder wie toenmalig voorzitter Eric Honegger, moeten geen schadevergoeding ophoesten. Ze krijgen integendeel een schadebedrag van 4,8 miljoen Zwitserse frank (3,9 miljoen euro). De gerechtskosten van 1,6 miljoen frank (1,3 miljoen euro) zijn voor de eisende partij (vereffenaar Wüthrich). Die laatste wilde woensdag niet reageren op de uitspraak en of hij beroep gaat aantekenen. In Zwitserland lopen er nog verschillende procedures in de zaak-Swissair: twee voor de handelsrechtbank van Zürich en één voor de kantonrechtbank. (Belga)
