Probleemwijken met potentieel
Een echt succes is de modernistische stad nooit geworden. De naoorlogse wijken zijn vaak concentratiegebieden van grootstedelijke problematiek, denk maar aan de Luchtbal in Antwerpen. Dat negatieve beeld overschaduwt de mogelijkheden en de kwaliteiten.
Veel groen, volkstuintjes, zichten op de haven en de skyline van Antwerpen. De foto’s in het boek Scenes from Luchtbal — Whatever happens to the modernist City? tonen naast de minder fraaie kantjes ook de kwaliteit van deze Antwerpse modernistische wijk.
Een oogopener, want het is bon ton om de modernistische stad te klasseren als een mislukt experiment. Modernistische wijken roepen vaak associaties op met grootstedelijke problemen. De ideale stad die de ontwerpers voor ogen hadden, bleef een utopie. Afbreken, zoals gedeeltelijk met de Amsterdamse Bijlmermeer gebeurde, lijkt soms de enige oplossing.
Verticale stad
Het modernisme in de stedenbouw kende een doorbraak in het interbellum. Maar het is pas met de huisvestingsnood aan het begin van de jaren vijftig dat de pleitbezorgers van de modernistische stad, met Le Corbusier als bekendste naam, de kans kregen hun ideaalbeeld te verwezenlijken. Een van de belangrijkste principes was de scheiding van de stedelijke functies wonen, werken, verkeer en vrije tijd. Hoogbouw werd gepropageerd als een kostenefficiënte oplossing voor moderne sociale woningbouw. De gedateerde en dure tuinstad kreeg een hedendaagse, verticale variant zoals in het iconische flatgebouw Ieder zijn huis in Evere, van architect Willy Van Der Meeren.
In onze contreien was de Antwerpse architect en stedenbouwkundige Renaat Braem een van de grote voorstanders. Hij kreeg ook her en der de kans zijn inzichten te materialiseren. In Leuven mocht hij op de terreinen van de Sint-Maartenskazerne een hoogbouwwijk bouwen. En Braem is de architect-stedenbouwkundige achter de befaamde Modelwijk van Expo 58 op de Brusselse Heizel.
Vluchtbal
In eigen stad bouwde Braem op het Kiel tussen 1949 en 1958 een grootschalige sociale woonwijk. Maar het is niet Braem, maar wel Hugo Van Kuyck die tekende voor de Luchtbal, een van de grootste modernistische wijken in ons land. Vandaag lijkt deze wijk in het noorden van Antwerpen het cliché van de mislukking van het modernisme alleen maar te bevestigen. Dat uitgesproken negatieve beeld strookt niet helemaal met de realiteit, zegt Lianne Verstrate, antropologe en samensteller van het boek Scenes from Luchtbal. “Het is wel een buurt waar buitenstaanders niet komen, maar de bewoners zelf geven aan dat ze er graag wonen.”
In het proces van de modernistische stad wordt ook voorbijgegaan aan de aanvankelijke aantrekkelijkheid van deze nieuwe stadsdelen. “De modernistische wijken en steden waren in belangrijke mate een reactie op de slechte woonomstandigheden in de verkrotte binnensteden met smalle straatjes. Veel mensen wilden daar weg en de nieuwe wijken gaven hun die kans. De appartementen boden een comfort dat voor die tijd behoorlijk hoog lag.”
Wanneer en waarom is het dan misgelopen? “Ik denk we daar voorzichtig moeten zijn in onze analyse. De typische grootstedelijke problemen komen echt niet alleen voor in onze modernistische wijken. In Antwerpen heb je moeilijker wijken dan de Luchtbal. In de Luchtbal heeft het toewijzingsbeleid vanaf de jaren zestig de wijk geen goed gedaan. In het begin was de huur niet gekoppeld aan het inkomen. Nadien wel, waardoor mensen met een hoger inkomen wegtrokken naar nieuwe wijken buiten de stad.”
Een essentieel deel van de oorspronkelijke plannen, bijvoorbeeld de bouw van duplexappartementen, eengezinswoningen en gemeentelijke voorzieningen, is nooit gerealiseerd en versterkte de vlucht. De Luchtbal veranderde in Vluchtbal.
“Kenmerkend is dat de tevreden bewoners toegeven dat ze hun buurt niet zouden aanraden aan familie of vrienden.” Verstraten voegt eraan toe dat de combinatie van een — naar Belgische normen — hoge concentratie van sociale huisvesting met hoogbouw, meer het stigma verklaart dan het label van modernistische wijk.
Verrassend actueel
Nochtans is er vaak potentieel. Het lijkt er zelfs op dat architecten, stadsplanners en projectontwikkelaars teruggrijpen naar de vermaledijde recepten van het modernisme. Woontorens in combinatie met veel publiek groen zijn in opmars. Op 1500 meter van de Luchtbal verrijzen nieuwe hippe blokken die uitkijken en aansluiten op het populaire Park Spoor Noord. Ook Ieder zijn huis van Van Der Meeren lijkt zijn tijd nu ver vooruit. In 1954 rustte hij het flatgebouw al uit met grote gemeenschappelijke ruimtes voor de bewoners. Een concept dat mits het gebruik van blitse Engelse termen niet zou misstaan in de brochure van een duur stedelijk residentieel project.
Ingenieur-architect Ludo Bekker van het Leuvense architectenbureau A33, dat onder meer betrokken is bij de renovatie van de Antwerpse Silvertoptorens, de Brusselse Modelwijk en Sint-Maartensdal in Leuven ziet ook nog veel kwaliteit in de modernistische erfenis. “Bij stedenbouwkundige concepten is het belangrijk dat er duidelijke keuzes worden gemaakt. In modernistische wijken worden het publieke groen en goede ontsluiting zeer hard gewaardeerd. De problemen ontstaan meestal pas als er wordt gemorreld aan die principes. In de Brusselse Modelwijk zijn later aan de randen nieuwe gebouwen toegevoegd die breken met dat duidelijke concept.”
Voor de Luchtbal heeft AG Stadsplanning een masterplan uitgewerkt. Als het al wordt gerealiseerd, is dat iets voor op de middellange termijn. Intussen mag de stad niet stilzitten, meent Verstrate. “Het is crisis, maar het zou spijtig zijn als nu kleinschalige projecten en investeringen worden stopgezet. Die kleine initiatieven tonen de buurbewoners dat de stad hun wijk niet opgeeft. Ze kunnen de participatie alleen maar ten goede komen.”
Scenes from Luchtbal — Whatever happens tot the modernist city? Uitgeverij Public Space.
LAURENZ VERLEDENS
“In de nieuwe wijken boden de appartementen een comfort dat behoorlijk hoog lag” Lianne Verstrate
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier