Pieter Timmermans (VBO): ‘Een breed solvabiliteitsplan tegen het einde van het jaar zou goed zijn’

Pieter Timmermans, de topman van het VBO. © Belga Image
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

De oproep van de vakbonden om het keurslijf van de loonwet te lossen, komt op een slecht moment, zegt Pieter Timmermans, de topman van het VBO. “Dit is onverantwoord in een tijd dat bedrijven vechten om te overleven”, waarschuwt hij. De steunmaatregelen van de regering zijn dan weer noodzakelijk “maar er is meer nodig om de solvabiliteit te stutten”.

In de aanloop naar het interprofessioneel overleg tussen de sociale partners, dat de maximale loonstijging voor 2021-2022 moet vastleggen, losten de vakbonden een schot voor de boeg. De socialistische en de liberale vakbonden eisen een indicatieve en dus lossere loonnorm voor de komende twee jaar. De loonmarge die de Groep van Tien na de jaarwisseling afspreekt, mag voor de vakbonden hoogstens een advies zijn, geen strikt percentage dat vastlegt hoeveel de lonen mogen stijgen. Sectoren die niet zwaar geleden hebben onder de coronacrisis, moeten royalere loonstijgingen kunnen toekennen, zeggen het ABVV en het ACLVB.

Pieter Timmermans, de topman van werkgeversorganisatie VBO (Verbond van Belgische Ondernemingen) is not amused: “Het is campagnetaal voor de sociale verkiezingen. Het staat los van elke realiteitszin. Het is pijnlijk dat de vakbonden dat lanceren op een moment dat de Nationale Bank met cijfers naar buiten komt die aantonen dat geen enkele sector in België het voorbije jaar is gegroeid”, zegt Timmermans. “Het omzetverlies van de Belgische bedrijven is in november toegenomen tot 17 procent. Dat is een verslechtering met 3 procentpunten ten opzichte van de periode tussen augustus en oktober. Het ABVV doet alsof het business as usual is met een indicatieve loonnorm. Die looneisen zijn onverantwoord in een tijd dat bedrijven vechten om te overleven. In het verleden heeft dat geleid tot een verzwakking van de concurrentiepositie door oplopende loonkosten. Het ABVV maakt elk decennium minstens één cruciale fout die cash wordt betaald in de werkloosheidcijfers.”

Timmermans is niet alleen kritisch voor de vakbonden, maar vreest ook dat de federale regering zou morrelen aan de wet op de loonnorm, die bepaalt dat de Belgische loonkosten niet sneller mogen stijgen dan in de buurlanden.In het regeerakkoord staat dat het beheer van de loonnormwet via ministeriële omzendbrieven kan gebeuren. De vakbonden beschouwden dat als een opening om brutoloonsverhogingen buiten de loonwet toe te laten. Timmermans: “Dat kan de competitiviteit van onze ondernemingen volledig doen ontsporen. Ik kan mij niet inbeelden dat deze regering de concurrentiekracht te grabbel gooit. De voorbije jaren is al veel gebeurd met de loonmatiging onder de regeringen-Di Rupo en -Michel. Dat was nodig. België is in tien jaar 90.000 banen verloren in het arbeiderssegment omdat we niet competitief waren. In 2014 bedroeg de historische loonkostenhandicap 16 procent, nu is die gezakt naar 10 procent. Waarom zouden we weer naar 14 procent gaan in 2024?”

Goede en minder goede bedrijven

Over de nieuwe steunmaatregelen die de regeringen aan de bedrijven toekennen, is het VBO wel tevreden. “Het zijn vooral liquiditeitsmaatregelen. Daar staan we volledig achter”, zegt de VBO-topman. “Maar na tien maanden moeten we ook oog hebben voor de solvabiliteit. Dat gebeurt onvoldoende. Slechts twee initiatieven springen eruit: de wederopbouwreserve en het Transformatiefonds.” Met de wederopbouwreserve kunnen bedrijven op een fiscaal interessante manier het eigen vermogen versterken. Daarbij is een deel van de winst in de periode 2021-2023 vrijgesteld van de vennootschapsbelasting, als de winst in het bedrijf blijft. Het Transformatiefonds van 750 miljoen euro ondersteunt bedrijven met achtergestelde leningen. Het gaat om bedrijven die tijdelijk geraakt zijn en waarvan de solvabiliteit na de crisis snel naar een normaal niveau terugkeert.

“Die twee maatregelen zijn welkom, maar er is meer nodig”, zegt Timmermans. “Je kunt het Transformatiefonds versterken door geld te halen bij de miljarden euro’s aan spaargeld in België. Daarnaast denk ik aan versnelde afschrijvingen, de uitbreiding van fiscale kortingen voor intrestlasten en van systemen voor de recuperatie van fiscale verliezen, zoals de belastingvrije coronareserve (bedrijven kunnen hun geraamde verliezen van 2020 vervroegd aftrekken door ze nu al te compenseren met de winsten van 2019, nvdr). Een nieuwe systeem à la de notionele-interestaftrek kan de inbreng van eigen middelen in het bedrijf ten goede komen. Als je de solvabiliteit van de ondernemingen wil ondersteunen, moet je werken met voordelen in de vennootschapsbelasting en met het spaar- en risicokapitaal.”

Met die maatregelen wordt volgens Timmermans een onderscheid gemaakt tussen de goede en de minder goede bedrijven. Als de regering werkt via de vennootschapsbelasting en de vroegere of latere winsten meeneemt in de steunmechanismen, dan komt men per definitie bij gezonde bedrijven terecht, is de redenering.

“Voldoende steunpakketten zijn nodig omdat een deel van de bedrijven door de mazen van het net valt”, waarschuwt Timmermans. “Ofwel genoot je van regionale steunmaatregelen die gericht waren op specifieke sectoren en heel kleine bedrijven. De heel grote bedrijven hadden financieringslijnen met de banken. Maar de tussengroep, vaak uit de kluiten gewassen familiale bedrijven die 200 tot 1000 mensen in dienst hebben, zat tussen hamer en aambeeld. Ze dreigen de komende maanden jobs te verliezen. Premier Alexander De Croo heeft dat begrepen. Daarom werd de wederopbouwreserve ingevoerd. Maar het mag meer zijn. Ik heb gevraagd tegen het einde van het jaar te komen met een solvabiliteitsplan.”

“Dat staat niet los van het moratorium op faillissementen dat loopt tot eind januari”, zegt Timmermans. Een verbod op falingen is tijdelijk mogelijk voor het VBO, maar maatregelen om de solvabiliteit te garanderen zijn beter. Ze zorgen ervoor dat een moratorium niet meer nodig is. De vrees bestaat dat een moratorium de zombiebedrijven langer in leven houdt. “Het geeft een vals gevoel van veiligheid”, zegt Timmermans. “Achteraf zullen de faillissementen toch komen. Het moratorium zorgt voor onzekerheid bij gezonde bedrijven die handel drijven met ondernemingen die er slechter aan toe zijn. Komen de betalingen door klanten onder het moratorium nog?”

Privé betrekken bij relanceplan

De VBO-topman kijkt uit naar het Belgische relanceplan. Duitsland, Frankrijk en Italië hebben plannen klaar van 4 tot 10 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Het Belgische komt er wellicht pas in het voorjaar. Timmermans: “Dat zet een enorme druk op ons politiek bestel om er iets van te maken. Het VBO maakte samen met de sectoren een oefening en kwam tot de conclusie dat het om productieve investeringen moet gaan die strategisch belangrijk zijn voor ons land, zoals in de energietransitie, de mobiliteit en de digitalisering. Men kiest het best voor projecten waarin de overheid en de privé samenwerken. De 5 miljard euro aan steunmaatregelen is veel en weinig tegelijk. Je moet er de private sector ook bij betrekken. Dat leidt tot een hefboomeffect en kan het relancebedrag doen oplopen tot 10 à 15 miljard euro.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content