Opgang, bloei en verval van de Vlerick-Boys

Sinds het Lernout & Hauspie-debacle heeft Vlaanderens beroemdste zakennetwerk – dat van de Vlerick-Boys – veel van zijn glans verloren. Een bericht over de meanders tussen de Vlerick Leuven Gent Management School, Loeff Claeys Verbeke, het Instituut voor Bestuurders, I Fiamminghi, Lessius, L&H en FLV Fund.

P hilippe baron Bodson, geestrijk in de conversatie, glas in de hand, op het gazon van het kasteel van Ooigem bij de leden van de vzw I Fiamminghi? Zo ontstaan ongedwongen relaties die vijf jaar later leiden tot de functie van chief executive officer (CEO) bij een doffe parel: Lernout & Hauspie. Wie I Fiamminghi zegt, denkt aan het Vlerick-netwerk. Sprankelende contacten met het netwerk draaiden le valeureux Liégois om tot een Vlamingenvriend.

Ze surften een kwarteeuw op de welvaart van Vlaanderen, gingen samen skieën, stichtten zelf bedrijven of koppelden hun talent aan de ondernemingen van amices, sprokkelden geld voor gedurfde hightech, legden in binnen- en buitenland contacten, riepen op tot professionalisme en behoorlijk bestuur, bezochten internationale managementcongressen, kenden de steegjes van de Wetstraat, organiseerden voor elkaar soupers en hieven het glas op de huwelijken van de kinderen van het Netwerk.

Hun namen: Louis Verbeke, Luc De Bruyckere, Luc Vansteenkiste, Johan Mussche, Ronald Everaert, Jean Van Marcke, Jacky Sioen, Johan Van Tieghem, Luc Geuten, Léon Seynaeve en Christian Dumolin. Ze worden de Vlerick-Boys genoemd, of ook wel de Latem-connectie of Lessius-groep. Onder elkaar bestempelen ze zich weleens als de Ops-kring. Ze vormen het beroemdste netwerk van Vlaanderen, een netwerk dat zijn invloed uitbouwde via steunpunten zoals de Vlerick Leuven Gent Management School, Loeff Claeys Verbeke (vandaag Allen & Overy), het Instituut voor Bestuurders, I Fiamminghi, zakenbank Lessius, Mercator & Noordstar, Lernout & Hauspie en Flanders Language Valley Fund.

“Waar leer je vrienden kennen voor het leven? Op de middelbare school en aan de universiteit. Dergelijke netwerking is de natuurlijkste zaak van de wereld. Ik begrijp de kritiek als zouden dergelijke relaties occult en verkeerd zijn niet,” zegt Etienne Davignon (68), voorzitter van Generale Maatschappij van België, en netwerker van een vorige generatie.

Louis Verbeke (53), de strateeg op het schaakbord van de macht dat deze Vlaamse vijftigers wilden bezetten, zei profetisch in 1995: “De enige test om vast te stellen hoe stevig we zijn, is een neergang van de conjunctuur, een klap op de beurs. Dan weten we of we meer doen dan zand opstapelen.” Dit is niet het verhaal van Louis Verbeke, maar van een netwerk. Zijn rol is echter wezenlijk bij het handvol zakelijke en maatschappelijke initiatieven die Vlaanderen beter maakten in de afgelopen jaren.

Grote voorstanders en grote tegenstanders

Het is zaterdag 9 december 2000, de algemene vergadering van I Fiamminghi. Louis Verbeke zit er in het gemeentehuis van Sint-Martens-Latem (van – dan nog – burgemeester en Vlerick-Boy Bob Van Hooland), om 10.00 uur mager en monter bij als voorzitter. De dag voordien bracht urenlange kapsones rond Lernout & Hauspie, en dezelfde avond van die vrijdag hield het advocatenkantoor Loeff Claeys Verbeke de laatste jaarrevue (een maand later werd de maatschap opgeslorpt door Allen & Overy), zij duurde tot 3 uur ‘s nachts.

Na de algemene vergadering van I Fiamminghi is er een receptie ten huize Verbeke. De molen van Verbeke draait frenetiek. Hij werd geboren in de katholieke burgerij van Ieper, vader was raadsheer bij het Arbeidshof van Brugge.

Een klassieke vraag van Louis Verbeke bij sollicitatiegesprekken luidt: “Ben je genereus?” Vrienden van de Vlerick Leuven Gent Management School zien een opvallende gelijkenis tussen Andries Vlerick en Louis Verbeke. “Louis is een sprankelende persoonlijkheid, geen diplomaat, ziet de dingen in zwart-wit, is voor of tegen iets, zal je zelden of nooit een mening omfloerst ten beste geven,” zegt een intimus. In de memoires uit 1993 van Cécile Vlerick (een postume liefdesbrief van 325 bladzijden aan haar man) – gepubliceerd in beperkte oplage – komen de edelmoedigheid, de grenzenloze ambitie, het gebrek aan diplomatie, het kiezen voor of tegen iemand van Andries Vlerick aan bod.

Andries Vlerick (en zijn erfgenaam Verbeke) hadden/hebben grote voorstanders en grote tegenstanders. Vlerick had sterker gestaan in de CVP mits het bijschaven van zijn ruwe facetten. Dat vertikte de stijfkop. Vlerick noch Verbeke hebben ooit gewerkt van 9 uur tot 17.00 uur en offerden beiden voor het emanciperen van de Vlaamse ondernemers.

De eerste deal

In 1970 nemen Daniël Coopman en zijn echtgenote Edith de Baets van “worstenfabrikant” Ter Beke contact op met professor Vlerick. Of hij geen manager kent die hun KMO door internationale groeikrampen kan loodsen en defamiliariseren? Op de Vlerick-school deelt Luc De Bruyckere, die toen al een diploma onderwijzer en bedrijfspsychologie op zak had, de banken met onder meer Louis Verbeke, VTB-baas Henri Meiressonne (de zwager van Spector-topman Johan Mussche).

De Bruyckere hapt toe. In 1978 beslist hij om zich beleidsmatig te laten bijstaan door een raad van advies, waarin Louis Verbeke zetelt. Een andere Vlerick-alumnus die Luc De Bruyckere in die periode met raad en daad bijstaat, is Danny Braeckman, de architect van het informaticasysteem van Ter Beke.

“Eigenlijk bestuurden we het bedrijf toen al volgens de principes van corporate governance, lang voor de term bestond,” zal Luc De Bruyckere hierover later zeggen. “De raad van advies functioneerde de facto als een raad van bestuur. Louis Verbeke speelde in dat proces een grote rol. Na de Vlerick-school was hij naar de VS getrokken en bij zijn terugkomst hielp hij ons een professionele beleidsstructuur opzetten.”

Louis Verbeke is vaak de spil, een goede conceptualist omdat hij dingen ziet, zeggen mensen die hem kennen. “Louis leest een boek of artikel en kan op heel korte termijn een domein uitkristalliseren en vertalen in actie en praktische zaken. Door zijn drive is het impulscentrum milieumanagement van de Vlerick School vrij snel omgeschakeld naar duurzaam ondernemen met de triple bottom-line als vlag,” getuigt een lid van het impulscentrum.

Een Vlaamse zakenbank

In de zomer van 1987 komt raadsman Verbeke met vijf geestesgenoten in het Brusselse Hilton-hotel bijeen om de idee van een Vlaamse zakenbank vorm te geven. Uit eigen zak leggen zij elk 10.000 frank op tafel om de voorbereidende studie te betalen. Op vrijdag 22 januari 1988 wordt Lessius boven de doopvont gehouden: welgeteld 26 aandeelhouders schrapen een bescheiden bedrag van 85 miljoen frank bijeen. Onder hen: Louis Verbeke, Jean Van Marcke, Daniël Coopman en Luc De Bruyckere, Luc Geuten en Léon Seynaeve, Michel Sabbe (toen tapijtgroep Prado, nu opgegaan in Associated Weavers), Jacky Sioen (van het gelijknamige beursgenoteerde bedrijf) en Johan Van Tieghem (toen textielgroep Neirynck).

Een week voordien (17 januari) geeft Carlo de Benedetti zijn beruchte pralines af bij gouverneur René Lamy van de Generale Maatschappij. De maandagochtend rinkelt de telefoon bij Jean Van Marcke en Louis Verbeke en hangen Lamy en Generale-directeur Etienne Davignon aan de lijn. Het verzet van Lessius tegen de raid op de Generale levert de zakenbank prompt fikse naamsbekendheid op, maar brengt weinig zoden aan de dijk.

“Lessius is wellicht vijf jaar te vroeg van start gegaan,” geeft Louis Verbeke nadien toe in een interview met de Financieel-Economische Tijd. “In 1988 was er in Vlaanderen onvoldoende aandacht voor risicokapitaal. En toen in de loop van de jaren ’90 de mentaliteit wijzigde en er zich opportuniteiten aandienden, hebben we die door omstandigheden gemist.”

De eerste investeringen van Lessius situeren zich vooral in de traditionele sector. De zakenbank misloopt daardoor de kans om mee te profiteren van de exuberante meerwaarden die later op hightech-participaties zoals PGS, Innogenetics en L&H worden geboekt. Dat frustreert Louis Verbeke; hij ziet in Lessius de spil van een ondernemingsnetwerk en wil in de praktijk zetten wat aan de Vlerick-school – hét geestelijke erfgoed van zijn inspirator, Andries Vlerick – wordt gedoceerd.

Begin de jaren ’90 begeleidt Lessius de herschikking van het aandeelhouderschap van TurboData. Het Gentse softwarebedrijf staat voor 80 miljoen frank borg bij de banken en verkeert in zware liquiditeitsnood. Niet Lessius stapt in het kapitaal, maar wel Louis Verbeke. Samen met een aantal bevriende investeerders wil hij het bedrijf helpen van een vriend, die meesleutelde aan de software van Ter Beke, en bovendien een studiemakker is van de Vlerick School.

“Ik moest mijn borst nat maken,” zegt Verbeke over dit financiële engagement. “Deze instap was een akte van geloof. De akte van vertrouwen kwam pas later.” Samen met Luc De Bruyckere onderhandelt Louis Verbeke over de afschaffing van de borgstelling en verkrijgt hij een spreiding van de lening op lange termijn, op voorwaarde dat er voor 25 miljoen frank vers kapitaal wordt ingebracht. Hij en Luc De Bruyckere leggen het geld op tafel, samen met Johan Van Tieghem, Michel Sabbe en Peter Op de Beeck (de zwager van Louis Verbeke).

Peter Op de Beeck zet zich aan het roer van het bedrijf en slaagt erin om een turnaround te verwezenlijken. TurboData groeit uit tot een van de grootste leveranciers van gespecialiseerde software en diensten voor autogarages in Europa. Het telt na enkele jaren al meer dan 3000 klanten, verspreid over België, Frankrijk, Duitsland en Nederland, en draait een omzet van 750 miljoen frank.

In februari 1995 wordt TurboData verkocht aan het Amerikaanse beursgenoteerde ADP voor 1 miljard frank. Peter Op de Beeck klimt nadien bij ADP op tot de nummer twee van het hele concern. De investeerdersclub rond Louis Verbeke haalt een aanzienlijk rendement binnen op het aanvankelijk ingebrachte kapitaal: “Maar niet 1200%, zoals beweerd en geschreven wordt,” zegt hij vandaag in een reactie. “Men vergeet dat naast onze inbreng van 25 miljoen frank er een som van 250 miljoen frank is bijgekomen van risicokapitaalfondsen van Suez. Dat verlaagt ons rendement naar bescheidener hoogten.”

Obligaties van Lernout & Hauspie

Diezelfde maand tekent Louis Verbeke – via zijn persoonlijke BVBA – in op 591 automatisch converteerbare obligaties van Lernout & Hauspie en betaalt daarvoor 20 miljoen frank. De obligaties maken deel uit van het saldo dat niet was geplaatst tijdens de uitgifte in de zomer van 1994. Opnieuw volgen diverse bevriende investeerders hem. Louis Verbeke nu: “Toen was investeren in L&H een groot risico, het was geld scharrelen waar men maar kon. De GIMV deed het nodige en leefde toen nog sterk in de staatssfeer. Ik dacht, hier moet een daad gesteld worden door mensen van de privé-kant. Ik heb geen schrik om mijn nek uit te steken.”

Het nieuws dat de raadsman van L&H zélf ook aandelen in handen heeft van het bedrijf, staat tien maanden later te lezen in het prospectus voor de Nasdaq-introductie van L&H. Het berichtje doet als een lopend vuur de ronde en zet bij sommige confraters en concurrenten kwaad bloed. Ook op de Brusselse balie is er kritiek te horen op het initiatief van Louis Verbeke en hij ontvangt hierover een brief van de stafhouder.

Louis Verbeke reageert vandaag: “Rond advocaten, hun bestuursmandaten en hun effectenbezit bestaat veel schijnheiligheid. Als je transparant bent, zoals ik dat gedaan heb bij L&H – en dat is steeds mijn principiële wijze van werken – word je bekritiseerd en gepakt. Had ik het ook moeten doen langs een Luxemburgse holding of een Liechtensteinse Anstalt? Als je, zoals enkele confraters, erft omdat je van een rijke familie bent en dan in de raad van bestuur gaat zetelen, dan is het oké. Als je investeert met je eigen centen, aandelen koopt en een mandaat opneemt, dan wordt aan de publieke opinie gesuggereerd – foutief trouwens – dat je je boekje te buiten gaat.”

In december 1995 slaagt L&H in zijn beursgang en worden de obligaties omgezet in aandelen. Zes maanden later, in mei 1996, verkoopt de groep rond Verbeke de aandelen met een nettomeerwaarde van meer dan 170%. “Er was toen een gentleman’s agreement gemaakt met Jo Lernout en Pol Hauspie dat een deel van die opbrengst zou worden geïnvesteerd in de L&H Holding om de controle van L&H te vestigen,” zegt Louis Verbeke.

Dit akkoord wordt gehonoreerd. Op 30 augustus 1996 richt het Ieperse technologiebedrijf een nieuwe holding op met een maatschappelijk kapitaal van 2,2 miljard frank. Zo’n 13% van het kapitaal (dus 1,3% van L&H omdat de holding 10% bezit van het technologiebedrijf) – bijna 300 miljoen frank – wordt aangereikt door de investeerderskring rond Louis Verbeke en de verzekeringsgroep Mercator & Noordstar van Ronald Everaert. Jean Van Marcke (toen voorzitter van Lessius) en Christian Dumolin (Koceram) lopen ook warm voor de investering.

In april 1996 richt Louis Verbeke samen met Luc De Bruyckere, Luc Vansteenkiste, Jean Van Marcke en Christian Dumolin de holding Utel op en koopt drie participaties van Flanders Language Valley Fund over. Hierdoor kan het fonds een ‘kunstmatige’ meerwaarde realiseren van 25% en het pad effenen voor een nettowinst in het boekjaar 1996.

Luc Vansteenkiste, de nieuwe Manager van het Jaar, geeft zijn visie vandaag: “Er is geen enkele correlatie tussen Utel en L&H Holding. Ik ben aandeelhouder van Utel en niet van L&H Holding, voor Mercator geldt het omgekeerde. We investeerden via Utel in april 1996 in de fusie van de pager-technologie van NDC – een onafhankelijk Amerikaans bedrijf – en de taaltechnologie van L&H onder leiding van Peter Op de Beeck, die op dat ogenblik zijn job bij ADP hiervoor opgaf. Jammer genoeg werd de paging-markt in de VS voorbijgestreefd door de gsm-technologie en het Utel-product heeft nooit de Amerikaanse markt kunnen veroveren.”

Een brug te ver

Een Franstalige topfinancier zegt: “Louis Verbeke heeft enorm veel goed gedaan, veel verwezenlijkt, maar Lernout & Hauspie en Flanders Language Valley zijn waarschijnlijk zijn bridge too far geweest.” Een vriend van Verbeke citeert vrij uit de biografie “From Cape to Cairo” over Cecil Rhodes: “To a lesser mortal than he it would have occured there were conflicts of intrest.”

En de geruchten en krantenberichten over Verbeke, L&H en onfraaie afwentelings- of fraudeconstructies? “Ik kan me heel moeilijk inbeelden dat Louis zou geholpen hebben om zwart geld wit te wassen bij L&H. Dat zou afwijken van wat hij jarenlang heeft bepleit. Hij is een slachtoffer van Pol Hauspie. Louis is van nature en van beroepspraktijk geen foefelaar,” zegt een Brusselse confrater.

Een andere vakbroeder: “Jo en Pol hebben hun normbesef verloren door de ononderbroken, slopende queeste naar geld voor L&H. Louis Verbeke kende zijn pappenheimers en maakte zichzelf wijs dat hij ze op het rechte pad kon houden. Echter, een fraudecarrousel begon te draaien: de kleine fraude ontstond door inkomsten en uitgaven niet te boeken in het juiste kwartaal. De grote fraude groeide door de gebreken van de Language Development Centers. Door de analyse van de vele e-mails werd duidelijk dat deze LDC’s niet hun eigen boontjes konden doppen. L&H werd zelf opnieuw bedrijvig bij het ontwikkelwerk waardoor de LDC’s geen inkomen meer genereerden en er ontwikkelkosten ontstonden die niet als dusdanig werden geboekt. De radeloosheid om die toestand wordt geïllustreerd door de entree van notoire schuinsmarcheerders als de Katchadourians in de odyssee.” Louis Verbeke weigert hierop elke commentaar.

“De Angelsaksische old boy-mystiek is prima, maar het netwerk van Verbeke en vrienden is té ver gegaan in het organiseren van deals. Als er dan een fout is, ziet men haar té laat, mutatis mutandis gebeurde bij L&H iets in de trant van Crédit Lyonnais. Een netwerk dat aangesproken wordt voor funding mist voldoende kritische zin. Weinig deelgenoten maken de juiste analyse, ze zeggen, het kan toch niet dat vrienden ons naar de vernieling leiden,” meent een staflid van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen.

Ronald Everaert, topman van Mercator & Noordstar, steunde actief het netwerk door participaties te nemen in bedrijven zoals zakenbank Lessius, non-ferrogroep Lamitref, vleesverwerker Ter Beke, telecomgroep Telinfo, fotofinisher Spector, textielgroep Sioen, polyurethaanspecialist Recticel, L&H, FLV Fund. Een verstandige politiek?

“Ronald Everaert is zwaar beschadigd door zijn eigen controller en door Jo en Pol. Andere bedrijven zoals Seghers Engineering ( nvdr – die later, onder impuls van Louis Verbeke, door het Vlerick-netwerk werden ondersteund) delen in de brokken want het netwerk is fundamenteel aangetast,” aldus diezelfde bron bij de CBF.

Verbeke vandaag over de episode bij Mercator & Noordstar: “De participatie van Mercator & Noordstar in het Language Development Fund werd trouwens openlijk gepubliceerd. Ze werd zelfs tijdens een interview met Hubert Libert van Mercator & Noordstar in De Standaard gesignaleerd in december 1999. Waarom al die commotie achteraf?”

Etienne Davignon: “Lernout & Hauspie heeft niks te maken met de kwaliteit van netwerken of netwerking op zich. De structuren van L&H waren door de snelle groei en het internationale succes niet langer aangepast aan de behoeften. Dé grote troef, hun technologie, is er en blijft er. Tussen Generale Maatschappij en Lernout & Hauspie loopt een zeker parallellisme. Ons aanpassingsproces voor de raid van Carlo de Benedetti verliep veel te traag. Het aanpassingsproces van L&H volgde evenmin de internationalisering en de nieuwe uitdagingen.”

Strijd om de macht

De groep managers die het in België tot aan de overname door Suez van Generale Maatschappij in 1988 voor het zeggen had, was klein en hecht. Ons kende ons. Ons bezocht dezelfde Franstalige colleges, dezelfde establishment-universiteiten, dezelfde studentenkroegen. Ons vrijde met hetzelfde soort meisjes, huwde in dezelfde burgerlijke kringen, rekruteerde in dezelfde old boys networks. In deze besloten kring met zijn verstarring achter de uiterlijkheden van de macht deed de invloed van de samenleving zich gelden, tot in 1988.

Na de ommekeer bij de Generale Maatschappij brak een nieuwe elite door; de macht werd gedeeld tussen een oud establishment en een nieuw establishment. Het nieuwe establishment was Vlaamser, jonger, wereldser, democratischer, dynamischer.

Het nieuwe establishment werd een illustratie van de stelling van James Burnham in zijn boek uit 1941: ‘The Managerial Revolution’. Deze Amerikaanse oud-Marxist zag in het Amerika van Roosevelt de machtsgreep van de managers. In de politiek en de politieke wetenschap was alleen de strijd om de macht van belang, betoogde Burnham. In een revolutie nam de ene elite de macht over van de andere. Elke elite dankte haar machtspositie aan de beheersing van de productiemiddelen. Nu namen de managers – dat wil zeggen: zij die daadwerkelijk het productieproces leidden – de fakkel over. In de overheidssfeer ontmoetten zij gelijkgezinden, de staat werd ook bemand door managers.

De sterkste cluster van deze nieuwe manageriale bovenlaag in Vlaanderen is het Vlerick-netwerk. De Gentse hogere zakenschool heeft in Vlaanderen het beste oudstudentenspinnenweb. Vlerick-Boys – 6000 in aantal – zijn in trek, nestelen zich in honderden KMO’s en multinationale dochters in België, spelen een maatschappelijke rol bij humanitaire, culturele, economische en academische initiatieven.

“De groep van beslissers, het netwerk van de macht, wordt in België groter en jonger. Vroeger was het zeldzaam dat iemand op zijn dertigste of veertigste grote verantwoordelijkheid droeg. Vandaag vind je een CEO in de leeftijdspiramide van dertig tot zeventig jaar. Ook sociologisch wordt er breder gerekruteerd,” analyseert een vooraanstaande excutive searcher.

Het netwerkverschijnsel wordt ook meer en meer geëxpliciteerd. “Vlerick is het meest opvallend, maar onderschat niet wat Aimé Desimpel en Paul Buysse hebben opgebouwd,” zegt een Vlerick-alumnus. “Vrienden trekken vrienden aan en dat kan soms incestueuze intensiteit hebben. Een vriendenkring ontstaat meestal organisch, slechts in een latere fase wordt hij benoemd als netwerk. Het Nieuw Economisch Appel van Buysse is gegroeid uit de Antwerpse transportwereld. Hugo Ceusters, Rik Herbots, advocaat De Wispelaere, Marc Gedopt en een dertigtal relaties vieren er de vriendschap. NEA draait rond het charisma van Paul Buysse en is zijn hofhouding. Dergelijke verschijnselen zijn universeel, denk aan de dorpsoudsten onder de palmboom. Een antropoloog zou een mooi werkterrein vinden bij het in kaart brengen van onze Orde van den Prince, loges, het VKW-Limburg, de Vlaams-Brabantse kring rond Piet Van Waeyenberg van Ecoval. Het netwerk van de KU Leuven is passiever, Vlerick heeft Oost-Vlaamse en West-Vlaamse toetsen.

Maar netwerken kunnen ook pijnlijk ontsporen. De Franse ondernemers met vaak een diploma van de Ecole Nationale d’Administration (de beruchte Enarques) en hun verstikkende tour de table, arriveren in de praktijk tot zaken die het zonlicht niet kunnen velen, wat geïllustreerd werd en wordt door de affaire Crédit Lyonnais. Daar dekte iedereen alleman tot de rotzooi openbaar ontplofte.

Franstalige sympathie

Een Franstalige bankier: “We leven in twee verschillende landen, in Franstalig België kan men niet zo goed inschatten wat L&H is en betekent. Het donderdagverhaal van de Wall Street Journal over Mercator & Noordstar, de Libanees Katchadourian en L&H prijkte op vrijdag in de Vlaamse, slechts op zaterdag in de Franstalige kranten. De Franstaligen hebben minder tot geen inzicht in de nébuleuse rond L&H. De Vlerick School noch de alumni krijgen daar de volle lading. De Franstalige beleggers in L&H hebben meer vragen over de rol van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen, de revisoren en de analisten.”

Etienne Davignon: “Ik heb geen Schadenfreude om de tribulaties bij Lernout & Hauspie. In de kritiek op het bedrijf speelt een zekere jaloersheid mee. Pol Hauspie en Jo Lernout waren niet arrogant en dat vind ik ook aantrekkelijk aan die mensen, zelfs in hun miserie. Mislukkingen zijn alleen troostend voor de middelmatigen want zij kunnen besluiten: beweeg niet, het haalt toch weinig uit.”

Volgende week zoomt Trends dieper in op de belangrijkste steunpunten van het Vlerick-netwerk: de Vlerick Leuven Gent Management School, Loeff Claeys Verbeke, het Instituut voor Bestuurders en zakenbank Lessius.

frans crols piet depuydt,fcrols@trends.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content