Ook de groten der aarde twijfelen

Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

De Franse president François Hollande moet dezer dagen in zak en as zitten. De Franse economie ligt op apegapen, zijn populariteit heeft een absoluut dieptepunt bereikt en ook zijn eerste minister Manuel Valls is het spoor bijster. Als troost kan de socialistische bewoner van het Elysée misschien Tout est fichu! Les coups de blues du Général de Gaulle van de journaliste Christine Clerc lezen. Het boek gaat over de moeilijke persoonlijke periode die de legendarische Franse president Charles de Gaulle (1890-1970) doormaakte.

De Gaulle, een van de laatste Franse iconen, wordt door onze zuiderburen graag naast de groten der aarde als Winston Churchill of John F. Kennedy geplaatst. Als leider van het ‘Vrije Frankrijk’ tegen de Duitse bezetter en als president die Frankrijk met de Vijfde Republiek opnieuw stabiliseerde, heeft De Gaulle in de Franse geschiedenis een mythische status gekregen. Maar Christine Clerc toont in haar boek dat De Gaulle eigenlijk een gewone sterveling was die vaak twijfelde. Hij was soms heel depressief. Al moet dat wel in het tijdskader bekeken worden. De Gaulle was actief tijdens een van de meest turbulente pe- riodes van de wereldgeschiedenis.

Wanneer hij in 1940 als een relatief onbekende generaal naar Londen trok om van daaruit de strijd tegen de Duitse bezetter voort te zetten, geloofden weinigen in de slaagkansen van De Gaulle. Een groot deel van Frankrijk had zich bij het collaboratieregime van maarschalk Philippe Pétain neergelegd. De Gaulle zocht aanhangers, vooral in de Franse kolonies. Maar toen hij de Fransen in Senegal voor zich probeerde te winnen, werd zijn schip beschoten. Toen was hij zo down dat hij zelfmoord overwoog.

Ook na de bevrijding van Parijs eind augustus 1944 bleef De Gaulle in de knoop met zichzelf. Na de oorlog was hij onaantastbaar als Frans staatshoofd en icoon van de bevrijding. Maar in 1946 moest hij het onderspit delven tegen de almaar sterker wordende particratie. De Gaulle nam ontslag en trok zich terug op zijn domein in Colombey-les-Deux-Eglises.

In 1958 werd hij teruggeroepen om Frankrijk te redden uit de bloedige Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog. De Gaulle werd de eerste president van de Vijfde Republiek en besliste dat het staatshoofd voortaan via rechtstreekse presidentsverkiezingen zou worden aangewezen. De Gaulle was er bij de eerste verkiezing in 1965 van overtuigd dat een tweede ronde niet nodig zou zijn: “In de eerste ronde haal ik toch 50 procent”, zei hij. De Gaulle voerde zelfs geen campagne. Maar het draaide anders uit: De Gaulle haalde de helft van de stemmen niet en zijn concurrent François Mitterrand dwong hem tot een tweede ronde. Het had toen niet veel gescheeld of een ontgoochelde De Gaulle had de handdoek in de ring gegooid. “Alles is verloren (tout est fichu)”, zuchtte hij. Maar de Gaulle herpakte zich en won de tweede ronde. Dat deed hij ook in mei 1968, toen het studentenprotest hem bijna tot aftreden dwong. In 1969 trad De Gaulle dan toch terug, na een verloren referendum over meer regionale autonomie. Achteraf gezien een belachelijke reden om ontslag te nemen, maar een depressieve De Gaulle had er toen gewoon geen zin meer in.

Christine Clerc, Tout est fichu. Les coups de blues du Général de Gaulle, Albin Michel, 2014, 214 blz., 16 euro

ALAIN MOUTON

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content