Meer dan een achterpoortje
Door de successieplanning van koningin Fabiola stond de private stichting even in het brandpunt van de actualiteit. Maar die rechtsvorm is niet ongebruikelijk. Hij werd juist in het leven geroepen om successies te regelen.
Fons Pereos, de private stichting waarmee koningin Fa-biola haar nalatenschap wilde regelen, stuitte op felle kritiek omdat ze was opgezet om successierechten te ontwijken. Sommige experts twijfelden aan de wettelijkheid van zo’n constructie. Leo Peeters van Peeters Advocaten, een advocatenkantoor dat zich heeft gespecialiseerd in juridische dienstverlening aan ondernemingen, deelt dat laatste standpunt niet. Volgens hem maakte de koningin gebruik van een instrument dat wettelijk ter beschikking van alle Belgen staat. “De private stichting werd in het leven geroepen om successies te plannen en de opvolging in familieondernemingen te ondersteunen”, zegt hij. “De Belgische rechtsvorm kwam er naar analogie van de private stichting die bij onze noorderburen bestaat.”
Een private stichting is een rechtspersoon, net zoals een vennootschap en een vzw. Ze wordt opgericht om een ‘belangeloos’ privédoel te realiseren. Dat is een rekbaar begrip: een stichting is al belangeloos als ze niet rechtstreeks de intentie heeft winst te maken. Ze kan bijvoorbeeld worden gebruikt om een collectie kunstwerken of een patrimonium samen te houden, de toekomst van een gehandicapt kind veilig te stellen of de continuïteit van een familiebedrijf te verzekeren. Daarnaast is die constructie een veel gebruikt instrument om successierechten te ontlopen. Koningin Fabiola wilde via haar stichting een deel van haar nalatenschap fiscaal voordelig doorgeven aan haar neven en nichten.
Belangeloos doel
Een private stichting wordt opgericht door een of meer personen. Dat mogen zowel natuurlijke als rechtspersonen zijn. In tegenstelling tot een vzw heeft een private stichting geen leden of vennoten; het is een op zich staande entiteit met een wettelijk verplicht orgaan: de raad van bestuur. Alle bevoegdheden liggen bij die raad, en eventueel bij de oprichters, als dat zo in de statuten staat. Er kunnen wel aparte vertegenwoordigers worden benoemd die de touwtjes mee in handen houden.
“Een ander verschil met een vzw is dat een private stichting onbeperkt industriële of commerciële activiteiten mag ontplooien”, stelt Peeters. “De winst die daar eventueel uit voortvloeit, moet worden gebruikt om het belangeloze doel te realiseren. De stichting hoeft zelf geen kapitaal te hebben en de wet legt ook geen minimumvermogen op. Wel moet ze over voldoende middelen beschikken om haar doel te kunnen verwezenlijken. In de statuten moet staan welke bestemming het vermogen van de stichting krijgt als ze wordt ontbonden. Dat doel moet altijd belangeloos zijn. Bovendien moet de bestemming van het liquidatiesaldo aansluiten bij het statutaire doel van de stichting. De rechter heeft het laatste woord over wat er met de goederen gebeurt.”
Opvolging van familiebedrijf
Een private stichting kan in uiteenlopende omstandigheden diensten bewijzen. “Zo kan ze worden gebruikt om de opvolging in een familiebedrijf te begeleiden”, zegt Peeters. “Bij zo’n operatie worden de aandelen overgedragen aan de stichting, die certificaten in ruil geeft. De stichting wordt dan de juridische eigenaar van de aandelen. De certificaathouder is de overdrager, die daardoor recht heeft op alle opbrengsten: de dividenden en de meerwaarde. Op die manier kan de bedrijfsleider de controle over de onderneming in handen houden. De statuten kunnen voorschrijven dat na zijn overlijden bijvoorbeeld enkel zijn oudste zoon de zeggenschap over het bedrijf krijgt. De andere kinderen worden dan via controlemechanismen betrokken bij het beheer. Via zijn testament bepaalt de erflater dat ieder kind evenveel certificaten krijgt.” De private stichting verzekert dus zowel de continuïteit van het bedrijf als de gelijkheid van de erfgenamen.
“Een stichting kan ook tot doel hebben de onafhankelijkheid van een bedrijf te vrijwaren”, vervolgt Peeters. “Denk aan een jonge onderneming die groeikapitaal nodig heeft om haar internationale expansie te kunnen dragen. Stel dat een groot bedrijf bereid is die groei te financieren. De beslissingsmacht van de bestaande aandeelhouders dreigt dan te verwateren. In dat geval kan een private stichting een oplossing bieden: de geldschieter krijgt dan alle certificaten, terwijl de onafhankelijkheid van het jonge bedrijf in de raad van bestuur wordt verankerd.”
Maar stichtingen worden dus ook gebruikt voor vermogensplanning. Leo Peeters: “Via een stichting is het mogelijk een vermogen onder te brengen in een structuur die niet verdwijnt, waardoor dat vermogen dus niet wordt vererfd. Daardoor ontwijk je successierechten, want die zijn enkel verschuldigd op wat wordt nagelaten bij een overlijden. Het is ook mogelijk een vermogen over te dragen aan een stichting, waaruit dan regelmatig bedragen worden uitgekeerd aan familieleden. Maar die regeling is aan voorwaarden gebonden. De mogelijkheden zijn dus beperkt.”
De bestuurders van een private stichting mogen een vergoeding ontvangen. Maar die moet volgens Peeters in verhouding staan tot hun prestaties. “Het toekennen van een onevenredige vergoeding is in strijd met het uitkeringsverbod en het belangeloze doel van de stichting.”
Roel Van Espen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier