Zo overleeft de euro de volgende crisis

© istock
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur Trends

Nu in Duitsland een pro-Europese regering aantreedt, kunnen Berlijn en Parijs beginnen aan hun grote missie: de overleving van de euro. Veertien Duitse en Franse economen wijzen de weg. Voor Europa is het erop of eronder, zegt Hans Geeroms, want een alternatief is er niet. “De euro is het werkelijke cement van de Europese Unie.”

Grote krantenkoppen heeft het niet gehaald, maar als symbool kan het tellen: een groep Duitse en Franse economen schreven samen een werkstuk over de euro. De eensgezindheid die Duitsland en Frankrijk de voorbije twintig jaar nooit aan de dag hebben gelegd, brengen de economen in amper twintig pagina’s tot stand (zie kader onderaanZo overleeft de euro de volgende crisis).

De economen pakken het slim aan. Ze kiezen geen partij in het dispuut tussen hun beide landen.

Voor Duitsland en zijn medestanders is de muntunie een kwestie van discipline: respecteer de begrotingsregels en houd de banken gezond, dan gebeuren er geen ongelukken.

Voor Frankrijk en de zijnen staat solidariteit voorop. Als dieprode begrotingen of failliete banken de muntunie bedreigen, moeten geldpotten klaarstaan om de nood te lenigen.

In een muntunie gaan discipline en solidariteit hand in hand. Het kan niet anders

Je hoeft helemaal niet te kiezen tussen discipline en solidariteit, argumenteert de veertienkoppige groep economen, want beide principes vullen elkaar aan. Discipline heeft een dosis solidariteit nodig om te vermijden dat een probleemland nog dieper in het moeras zakt. Dwing je een land bijvoorbeeld tot een schuldherschikking, help het dan de gevolgen daarvan – zoals kapitaalvlucht en kelderende investeringen – te doorstaan. Zo voorkom je erger. ” Just hardening the rules is not enough“, schrijven de economen.

Het klinkt mooi. Te mooi? Hans Geeroms, hoogleraar Europees beleid aan de KU Leuven en het Europacollege, glimlacht. Hij kent heel wat van de veertien economen persoonlijk. “Clemens Fuest, een lid van de raad van vijf economische wijzen in Duitsland, geldt in eigen land als links, maar hij staat in onze ogen voor een rechts economisch beleid.

Agnès Bénassy-Quéré, hoogleraar economie in Parijs, is dan weer links in onze ogen, maar rechts voor de Fransen. De Duitsers in de groep zitten aan de linkerkant van rechts, de Fransen aan de rechterkant van links. Precies daarom kunnen ze de brug slaan tussen de Duitse en de Franse gevoeligheden.”

Maar zal hun plan ook de Duitse en de Franse regering over de streep trekken?

HANS GEEROMS. “Tussen die twee regeringen groeit al een consensus, achter de schermen. Duitsland schuift op naar links, naar meer solidariteit, nu de orthodoxe Wolfgang Schäuble niet langer minister van Financiën is. En Frankrijk schuift op naar rechts, naar meer discipline, door het verdwijnen van de socialisten. In juli acht ik al een akkoord mogelijk over Europees geld voor een Europese depositogarantie voor spaarders. Duitsland en Frankrijk willen ook de Europese kapitaalmarkt verder uitbouwen, de magische formule om risico’s tegelijk te verminderen en te delen. Want de beurs neemt risico’s over van de bank – die weleens dreigt om te vallen – en spreidt die over aandeelhouders uit alle eurolanden. In het onderhandelingspakket zit ook een Europees Monetair Fonds, waaruit crisislanden geld kunnen putten, op voorwaarde dat ze hun schuld herstructureren.”

HANS GEEROMS
HANS GEEROMS “Een goed werkende muntunie vereist afstand van soevereiniteit.”© Jonas Lampens

Is economische convergentie niet veel belangrijker? Verschillen in competitiviteit zijn toch dé splijtzwam van de eurozone?

GEEROMS. “Als econoom geef ik u gelijk. Bestond de muntunie alleen uit competitieve landen zoals Duitsland, Nederland en de Baltische staten, dan was er geen behoefte geweest aan solidariteitsmechanismen, zoals een gemeenschappelijk budget. Maar realiteit van de eurozone is nu eenmaal compleet anders. Noord en zuid moeten samen vooruitgaan, politiek is er geen andere keuze. Frankrijk en Italië zullen pas te vinden zijn voor meer discipline – wat van hen pijnlijke maatregelen vergt – als Noord-Europa stappen naar meer solidariteit zet. Vanaf het begin was de euro een politiek project. Er traden landen toe die helemaal niet klaar waren en die zich nooit hebben aangepast. Maar voor die discussie is het nu te laat. Als je in het water springt, moet je zwemmen. Anders zink je.”

Politici maken altijd tekorten, nooit surplussen. Daar is een uitstekende remedie voor: de discipline van de markt

Bewijst het indrukwekkende herstel van Ierland en Spanje niet dat landen hun huishouden kunnen saneren als ze dat willen?

GEEROMS. “Wacht. Ierland heeft 87 miljard euro gekregen. Zonder die Europese solidariteit was dat land failliet gegaan. En de Spaanse banken kregen een Europese kredietlijn van 100 miljard euro ter beschikking, zodat ze niet kapot gespeculeerd zijn. In een muntunie gaan discipline en solidariteit hand in hand. Het kan niet anders.”

Critici vrezen dat solidariteit de bovenhand zal halen. Daar zou het Frankrijk ook heimelijk om te doen zijn. Duitsland blijft betalen voor Europa, maar de Duitse Bundestag kan er geen stokje meer voor steken, is de Franse natte droom.

GEEROMS. “Zo drijf je het wel erg op de spits. Waarom zouden alle lidstaten niet samenleggen in een Europees Monetair Fonds voor zeer uitzonderlijke omstandigheden, bijvoorbeeld om tijdelijke financieringsproblemen van overheden en hun banken te overbruggen? Dat zal vertrouwen creëren op de financiële markten. Misschien heb je dat geld zelfs nooit nodig. De grote discussie draait rond een gezamenlijk budget voor de eurozone. ‘Niet nodig, ‘ zeggen de tegenstanders, ‘zolang de eurolanden hun begroting op termijn in evenwicht houden.’ Maar een land met een gezonde begroting kan worden getroffen door zware pech, een natuurramp bijvoorbeeld. Dan baat geen begrotingsdiscipline, dan heb je hulp uit een eurozonebudget nodig. Ook in dat dossier is er toenadering tussen Duitsland en Frankrijk. Ze zullen het pas later op onderhandelingstafel leggen, beginnend met een symbolisch bedrag, om het dan stilletjes te laten groeien.”

Een lidstaat kan ook solidair zijn door meer uit te geven. Maar het rijke Duitsland houdt de vinger op de knip. Heeft die spaarzaamheid de crisis in Zuid-Europa niet nodeloos hard gemaakt?

GEEROMS. “Loonmatiging heeft Duitsland zo competitief gemaakt dat het land een overschot van 8 procent heeft op zijn lopende rekening – het grootste surplus in de geschiedenis, op dat van China tien jaar geleden na. China kreeg toen alle banbliksems van de wereld over zich, omdat het protectionistisch zou zijn. De Duitsers daarentegen weigeren het probleem te zien. En ze krijgen nog gelijk ook, volgens recente studies. Als Duitsland meer zou uitgeven en investeren, zou dat niet zozeer ten goede komen aan de andere eurolanden, maar aan de nieuwe EU-lidstaten en de Verenigde Staten. Blijkbaar ligt het aan de structuur van de Duitse economie.”

HANS GEEROMS
HANS GEEROMS “Als Italië over de kop gaat, is het gedaan met de euro.”© Jonas Lampens

Intussen blijft de euro geplaagd door constructiefouten. De munt is gecentraliseerd, maar de lidstaten bleven baas over hun begrotingen, met alle gekrakeel van dien. De economen willen een onafhankelijke begrotingswaakhond.

GEEROMS. “Dat is de logica zelf. Waarom werkt het monetair beleid goed in Europa? Omdat het in handen is van een onafhankelijke instelling, de Europese Centrale Bank (ECB). In de jaren zestig en zeventig was het monetair beleid in handen van ministers, en wat kregen we? Inflatie en stagflatie. Niets dan miserie dus. Het begrotingstoezicht is in hetzelfde bedje ziek: het is in handen van de gepolitiseerde Europese Commissie, die er niet in slaagt boetes op te leggen. Er bestaat een orgaan dat zich moet uitspreken over de begroting van de lidstaten, de European Fiscal Board (EFB). Maar die zit in de zak van Jean-Claude Juncker, de voorzitter van de Europese Commissie. Juncker stak de EFB in een kantoor naast het zijne in het commissiegebouw. De voorzitter van de EFB is een professor van tachtig jaar oud (grijnst). Haal het begrotingstoezicht daar weg en geef het aan echt onafhankelijke technocraten.”

De euro is een eenrichtingsstraat, je moet erdoor. Als je omkeert, krijg je grote ongelukken

Zal het gekrakeel dan wel ophouden? Ook al zit het begrotingstoezicht bij technocraten, de begrotingen zelf blijven in handen van de lidstaten. Politici dus.

GEEROMS. “En politici maken altijd tekorten, nooit surplussen. Daar is een uitstekende remedie voor: de discipline van de markt. Stijgt de overheidsschuld boven een bepaald niveau, dan moet de lidstaat dat financieren met zogenoemde junior bonds. Dat zijn overheidsobligaties die niet bruikbaar zijn als onderpand bij de ECB, en daarom onaantrekkelijk zijn voor de banken. De lidstaat zal zijn junior bonds dus kwijt moeten bij de hefboomfondsen in Londen. Maar die zullen boter bij de vis eisen, in de vorm van een hoge rente. Dat weinig benijdenswaardige vooruitzicht zal de lidstaten voorzichtig doen omspringen met hun schuldgroei. Het idee is zo goed dat ik me afvraag waarom het al niet lang geleden is ingevoerd. Dat is echt slechte wil van de politiek.”

Daar legt u de vinger op de zere plek. Ziet u de lidstaten al een maatregel goedkeuren waarmee ze zichzelf straffen? De muntunie botst altijd weer met de soevereiniteit van de lidstaten.

GEEROMS. “Daar zit je op een muur, ja. Een goed werkende muntunie vereist afstand van soevereiniteit, maar landen als Nederland en andere kleine noordelijke lidstaten willen veeleer het omgekeerde: de terugkeer van bevoegdheden naar de lidstaten.”

Acht u een teruggang van het Europese project mogelijk?

GEEROMS. “Wat is het alternatief? Zo’n teruggang zou de euro opblazen, want de euro is het werkelijke cement van de Europese Unie. Hadden we het allemaal geweten, dan zouden we de muntunie nooit hebben ingevoerd, of toch niet in die vorm. Griekenland had nooit mogen toetreden. Maar dat is allemaal praat voor de vaak. De euro is een eenrichtingsstraat, je moet erdoor. Als je omkeert, krijg je grote ongelukken.”

Griekenland is toch aan de beterhand?

GEEROMS. “De concurrentiekracht van Griekenland blijft gewoon te zwak tegenover de rest van de eurozone. Je moet de productiviteit van dat land opdrijven, maar dat is moeilijk en het duurt lang. We hebben de Grieken gedwongen honderden hervormingen aan te nemen, maar de Griekse instellingen zijn te zwak om ze uit te voeren. Het hulpprogramma voor Griekenland werkt eigenlijk niet. De economie is met een derde gekrompen en is er veel sociale miserie.”

En dan is er Italië, dat volgens velen de echte tijdbom onder de euro is.

GEEROMS. “Het grote probleem zit bij de Italiaanse banken. De opkuis van de berg slechte kredieten betekent een politiek pijnlijke keuze: ofwel dwing je de Italiaanse kmo’s hun leningen terug te betalen, ofwel gaan de banken failliet. In dat laatste geval moet de Italiaanse overheid bijspringen, maar die zit al met een torenhoge schuld en kan dus nog meer problemen krijgen. Dat kan op zijn beurt de Italiaanse banken doen kapseizen, want zij hebben heel veel Italiaanse overheidsobligaties op hun balans. Het is een gevaarlijke vicieuze cirkel.”

Wat als het niet goed komt met Italië?

GEEROMS. “Ik wilde dat ik oogkleppen ophad. Dan hoefde ik dat probleem niet te zien. Je kunt Italië niet redden. Daarvoor is gewoon geen geld genoeg. De Griekse overheidsschuld was net klein genoeg om uit te kopen. De Italiaanse overheidsschuld is daarvoor drie tot vier keer te groot. Als Italië over de kop gaat, is het gedaan met de euro. Daar kun je niet aan denken.”

Zo overleeft de euro de volgende crisis

Veertien Duitse en Franse economen bedachten tien remedies.

1. Zondaars krijgen niet langer een boete van Europa, maar een straf van de markt

Een land dat meer uitgeeft dan toegelaten, moet dat financieren met zogenoemde junior bonds, die niet de privileges en garanties genieten van klassieke overheidsobligaties. Een land kan ze slechts uitgeven tegen een hogere rente. Hoe spilzieker het land, hoe groter het risico, en dus hoe hoger de rente. Dat marktmechanisme is veel doelmatiger dan de Europese begrotingsboetes, die in de praktijk nooit doorgedrukt worden.

2. Maak een Europese depositiegarantie voor spaarders

Dan zullen spaarders niet langer massaal hun geld afhalen bij een bankencrisis. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de depositiegarantie. Om de lidstaten waakzaam te houden voor een bankencrisis, springt Europa pas bij als de nationale potten uitgeput zijn.

3. Laat de kapitaalmarkt meer werk doen

De belastingbetaler hoeft niet bij te springen als het fout gaat met beleggingen. De kapitaalmarkt verteert risico’s op eigen kracht. Die kracht is des te groter bij een eengemaakte Europese kapitaalmarkt. De kapitaalmarkt brengt solidariteit tot stand tussen wie geld te kort en geld te veel heeft, zonder tussenkomst van de overheid.

4. Leg een streefdoel voor de schuldgraad vast, en stem de groei van de overheidsuitgaven daarop af

Die eenvoudige regel is voor een lidstaat veel gemakkelijker na te leven dan de huidige complexe normen, die economisch vaak averechts werken en moeilijk afdwingbaar zijn.

5. Geef het begrotingstoezicht in handen van een onafhankelijke waakhond

Dat maakt een einde aan de onduidelijke verantwoordelijkheden en de territoriumstrijd tussen de Europese Commissie en de Eurogroep, die zowel begrotingswaakhonden als politieke dealmakers zijn.

6. Een probleemland krijgt pas hulp na een ordentelijke schuldherschikking

Je kunt een insolvabel land moeilijk aan zijn lot overlaten, want dat brengt de muntunie in gevaar. Financiële redding is dus bespreekbaar – de fameuze bail-out – maar pas na een ordentelijke schuldherschikking, waarvoor de schuldeisers mee opdraaien.

7. Maak van het hulpfonds EMS een Europees Internationaal Monetair Fonds

Het EMS (European Stability Mechanism), het huidige fonds voor crisisleningen aan de EU-lidstaten, krijgt de volledige verantwoordelijkheid voor het beheer van financiële hulp aan probleemlanden. De Europese Commissie en de ECB hebben niet langer hun vinger in de pap.

8. Als bij zware economische tegenslagen de werkloosheid een bepaald niveau overschrijdt, krijgt een land eenmalige steun

Het gaat om een transfer – geen lening – voor landen met een gezonde begroting die plots in problemen komen door een faillissementengolf, plots stijgende energieprijzen of ander onheil.

9. Geef Europese obligaties uit

Gemeenschappelijke obligaties moeten speculatie tegen individuele eurolanden indijken. De Europese obligaties zijn bij voorkeur herverpakte nationale obligaties. Elk land blijft verantwoordelijk voor de terugbetaling van zijn obligatie, zodat vrijbuiters geen kans maken.

10. Banken met veel obligaties van een land moeten meer kapitaal opzij houden

Europese banken kopen liefst overheidsobligaties van hun eigen land. Dat is een gevaarlijke verstrengeling. De crisis van de ene wordt het probleem van de andere, zoals de afgelopen jaren is gebleken. De maatregel moet de banken ertoe aanzetten hun obligatieportefeuille te spreiden, om zo het wederzijdse besmettingsgevaar in te dijken.

Bron: Reconciling Risk Sharing with Market Discipline: a Constructive Approach to Euro Area Reform, CEPR Policy Insight No. 91, januari 2018.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content