Op 21 maart bliezen de ontwikkelaars van offshore windparken verzamelen op een conferentie in Brussel over de ontwikkeling van de Prinses Elisabeth Zone (PEZ) voor de Belgische kust. Daar moet tegen het eind van dit decennium nog eens 3,1 tot 3,5 gigawatt aan offshore windenergie gebouwd worden. De ontwikkelaars kwamen vooral luisteren naar de kabinetsmedewerker van federaal minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen), die de tendervoorwaarden zou toelichten voor de toekenning van de drie te veilen concessies. Tot niet geringe consternatie van de ontwikkelaars werd die toelichting de dag zelf van het programma gehaald, omdat de federale regering nog altijd geen beslissing had genomen over de modaliteiten van die aanbesteding.
De rest van de wereld wacht niet op een politiek akkoord in België om zijn energieplannen uit te voeren.
Die vertraging is weinig wenselijk. Om de klimaatstrategie een kans op slagen te geven, heeft België zo snel mogelijk zo veel mogelijk groene elektriciteit nodig. Hoe langer gewacht wordt, hoe duurder de transitie wordt. De bouw van de offshore windparken trekt zich echter pas op gang als de concessies zijn toegekend. Zonder die zekerheden doet niemand de grote en risicovolle investering om een windpark te bouwen.
België doet er dus goed aan vaart te zetten achter de ontwikkeling. Overal ter wereld worden grote plannen gemaakt om de offshore capaciteit sterk te vergroten. Er is echter een manifest en structureel tekort aan installatieschepen, allerhande componenten en vooral geschoolde mensen om al die plannen uit te voeren. Wie eerst komt, eerst maalt, is het devies in de sector. De rest van de wereld wacht niet op een politiek akkoord in België om zijn plannen uit te voeren.
Lees ook:
In het spoor van de Vlaamse offshore-industrie, bestemming VS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier