Belastingen op fossiele bedrijfswagens: tevredenheid bij leasingmaatschappijen, ergernis bij sociale secretariaten

Brusselse ring | Belga
Alain Mouton

De federale regering is overeengekomen dat er amper een stijging komt van de belastingen die gebruikers van bedrijfswagens op fossiele brandstoffen moeten betalen. De sector van de leasingmaatschappijen is tevreden. Bij de sociale secretariaten is er ergernis over de herberekening van de lonen.

Werknemers die een bedrijfswagen op benzine of diesel hebben en die gebruiken voor privé-doeleinden, zullen daar niet méér belasting op moeten betalen. Daar zag het lange tijd wel naar uit. Na lang palaveren bereikten de federale regeringspartijen begin deze week een akkoord. Dat gebeurde omdat het thema gekoppeld wordt aan andere dossiers (fiscaal aantrekkelijke fietsvergoedingen voor werknemers en de gestegen inflatie die niet wordt doorgerekend in de treinabonnementen). Het pijnpunt was van bij het begin het voordeel alle aard (VVA), de belasting die de gebruiker moet betalen voor de privéverplaatsingen die hij mag doen met zijn bedrijfswagen. Dat VAA is een forfaitair bedrag dat wordt ingehouden op het loon van de begunstigde.

De taks wordt voor een deel berekend op basis van de gemiddelde CO2-uitstoot van het totale wagenpark, en die is door de boom in elektrische auto’s aanzienlijk gedaald. De keerzijde is dat de taks voor benzine- en dieselwagens daardoor in 2024 de hoogte zou inschieten, tot 25 procent extra. Vaak 50 euro per maand, in sommige gevallen zelfs 80 of 100 euro. Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) stelde voor die belastingstijging uit te vlakken door het voordeel alle aard op een andere manier te berekenen. Concreet had hij een voorstel klaar dat de belasting met slechts 4 tot 6 euro extra per maand zou stijgen.

Er was in de regering discussie over de juistheid van de berekeningen van het kabinet-Van Peteghem. De linkerflank is ook niet gewonnen voor een belastingverlaging. Een slecht signaal, luidt het. Bovendien zou het de staatskas volgens de groene partijen 100 tot 200 miljoen euro kosten. Van Peteghem ontkent dat en spreekt van een nuloperatie. Dat zit zo: bij de opmaak van de begroting 2024 had niemand de stijging ingecalculeerd. Dus zijn die miljoenen euro’s voor de staatskas een onverwachte bonus, redeneert hij.

Zorgsector

Critici beweren dat de minister van Financiën met zijn voorstel voor minder zwaar belaste fossiele bedrijfswagens electoraal wil scoren. Zelf verwijst hij naar de oplaadinfrastructuur die nog ontoereikend is, waardoor sommige werknemers geen andere keuze hebben dan een benzine- of dieselauto. Dat is onder andere het geval voor personeel in de zorgsector met een bedrijfswagen. Dat zegt ook Frank Van Gool, de directeur van de Belgische federatie van voertuigenverhuurders Renta: “Ik denk dat de situatie in de zorgsector inderdaad een rol heeft gespeeld. Mensen dreigden voor voldongen feiten te worden gesteld. Sommige werknemers hebben nog altijd geen andere keuze dan een fossiel aangedreven bedrijfswagen.”

‘Het is altijd goed voor de sector van de bedrijfswagens dat er minder belastingen worden geheven of dat ze minder hoog uitvallen’

Frank Van Gool, Renta

De regering beslist dus de fossiele bedrijfswagens niet of amper (een paar euro per maand) zwaarder te belasten. Van Gool: “Wij zijn tevreden dat er een akkoord is en blij dat het zo kan worden opgelost. De veranderingen in het belastingregime van de bedrijfswagens situeerden zich tot nu toe eerder bij de werkgever. Die werden fiscaal in de richting van de elektrificatie gestuurd. Nu laten de gevolgen zich ook voelen bij de gebruikers van fossiele bedrijfswagens. Als je het op jaarbasis bekijkt, waren bepaalde verhogingen die er zaten aan te komen vrij fors. Het is altijd goed voor onze sector dat er minder belastingen worden geheven of dat ze minder hoog uitvallen.”

Lonen herberekenen

Bij de sociale secretariaten is een ander geluid te horen. Zij moeten de fiscaliteit op het voordeel alle aard doorrekenen in de lonen. Door het uitblijven van een beslissing is het voor januari onmogelijk om de juiste lonen te berekenen. Voor februari zal een herberekening volgen, waardoor werknemers dan minder ontvangen.

Jos Gijbels, de CEO van de Unie van Sociale Secretariaten, is daar allesbehalve gelukkig mee: “In 2018 heeft het ook al eens zeer lang geduurd vooraleer de CO2-coëfficiënt bekend was, waardoor bedrijven zelfs twee maanden na elkaar de lonen niet exact berekend hadden, met alle gevolgen van dien. Heel veel werkgevers geven in de week voor de maand eindigt de prestaties door, waarna de sociale secretariaten aan de slag gaan. Het probleem is dat we vorige week nog geen nieuwe parameter hadden en dus de oude CO2-coëfficiënt moeten toepassen. De berekende lonen riskeren te hoog te zijn. Er zullen in februari aanpassingen moeten gebeuren, waardoor mensen een lager loon zullen ontvangen. Eind februari zullen veel werknemers aan hun baas vragen hoe dat komt. De werkgever zal dat moeten uitleggen, ook al begrijpt hij de hele saga niet goed. Hij zal contact opnemen met het sociaal secretariaat, wat tot wantrouwen leidt bij de verschillende actoren.”

Gijbels wijst erop dat het om 500.000 voorspelde foute loonberekeningen op een totaal van 2,5 miljoen gaat. “Onderschat het negatieve psychologische effect van een verkeerde loonberekening niet. De regering begrijpt dat niet. Je kunt als sociaal secretariaat niet zomaar een andere parameter in de loonmotor invoeren. Ten slotte zit er voor de bedrijven nog een economische kostprijs van de herberekening van het loon aan te komen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content