West-Vlaanderen heeft geen plaats meer voor bedrijven: ‘We hebben inderdaad te veel beton gegoten’
West-Vlaanderen lijkt ruimte op overschot te hebben. Niets is minder waar. Er zijn te weinig bedrijventerreinen. De druk wordt alleen maar groter nu bedrijven moeten verhuizen door grote infrastructuurwerken zoals Ventilus of de nieuwe sluis in Zeebrugge. En in de verte doemt de betonstop op.
Als ruimtelijke planners een horrorfilm willen maken, dan zouden ze een gedetailleerde kaart van Vlaanderen tonen. Grote delen van onze regio zijn volgebouwd, of de ruimte voor de verschillende functies is zo versnipperd dat wonen, natuur, bedrijven en infrastructuur elkaar constant in de weg zitten.
Zelfs West-Vlaanderen kampt al jaren met die problemen, ook al ziet de provincie er ‘leeg’ uit, maar dat is gezichtsbedrog door de vele landbouwgronden. Het gebrek aan grond is een symptoom van een ruimer probleem: de Vlaamse bedrijven botsen op hun limieten, en de West-Vlaamse het meest en het hardst. Het gebrek aan ruimte om te ondernemen is niet de enige molensteen rond de nek van de West-Vlaamse economie, maar het is zeker de moeilijkste om op te lossen.
Dit artikel hoort bij het dossier ‘De wankele welvaart van West-Vlaanderen’: lees meer
Acht uur per dag straling
Neem nu de Ventilus-hoogspanningslijn. Afgelopen maand besliste de Vlaamse regering over het tracé voor het aan land brengen van de stroom van de windmolenparken in de Noordzee. Het gebrek aan een vrije corridor zorgt voor pijnlijke situaties zoals aan de E403 in Izegem. De nieuwe hoogspanningslijn komt er langs een bedrijvenzone, met onder meer de hoofdzetel van Skyline Communications. De Izegemse kmo is een wereldspeler in software om complexe netwerken en IT-systemen te beheren. Het heeft prestigieuze klanten zoals HBO en grote Amerikaanse sportcompetities. De hoofdzetel is een opvallende hoogbouw, een verwezenlijking waar de eigenaars Ben, Bert en Frederik Vandenberghe zeer trots op zijn.
Eigenlijk is uitbreiden hier enkel mogelijk voor familiale ondernemers die zo verknocht zijn aan de streek dat ze geduldig willen wachten tot ze bijvoorbeeld hun buur kunnen uitkopen’
XAVIER VANNESTE, VOKA NOORD-WEST-VLAANDEREN
Maar zij kregen een heel koude douche toen bleek dat Ventilus nu toch boven de grond langs hun deur passeert. Het bedrijf had al bekendgemaakt dat het zou verhuizen mocht de kabel niet ondergronds gelegd worden. “We hebben dat altijd gezegd, we gaan het ook doen”, zegt CFO Frederik Vandenberghe. “Vooral om de gezondheidsrisico’s. Dit is geen gewone hoogspanningslijn, maar een met zeer zware spanning. De veiligheidscorridor is veel te klein voor de straling die de kabels genereren. Er mag dan geen bewezen causaliteit zijn met een verhoogde kans op kinderleukemie, maar in juni heeft een Nederlands rapport toch al op een vermoeden van oorzakelijkheid gewezen. We hebben echt zorgen over het welzijn van onze medewerkers en we maken ons geen illusies. We werken met hoogopgeleide mensen, die kunnen uit twintig andere banen kiezen. Bij het vastleggen van de mogelijke tracés heeft men altijd gekeken naar de impact op de omwonenden. Men heeft nooit de impact op de bedrijven goed onderzocht. Onze kantoren maken deel uit van een bedrijvenstrook, langs ongeveer een kilometer werken hier meer dan 2.000 medewerkers. Wellicht worden 700 medewerkers getroffen. Die kun je toch niet acht uur per dag of meer aan straling blootstellen?”
“Als softwarebedrijf hebben we het voordeel dat we alleen voldoende kantoorruimte moeten vinden, geen fabriekssite. Maar in deze hoofdzetel is bloed, zweet en tranen gestoken. Door de hoogbouw, aan een drukke snelweg, sloegen we een dubbele slag. We hadden een aantrekkelijk en goed gelegen kantoor en het gaf ons extra naambekendheid, cruciaal om mensen te werven. Destijds hebben we redelijk lang moeten zoeken naar een goede locatie. We hadden veel geluk dat we in deze strook nog een stuk grond konden bemachtigen. Het is zonde, wij en onze medewerkers werken hier enorm graag, en nu moeten we weer extra energie steken in een verhuis. Energie die we véél liever zouden steken in het uitbouwen van ons bedrijf en van de werkgelegenheid.”
Er is hier geen grond meer. We hebben de terreinen van onze buurman gekocht. Dat kost een fortuin’
PIETERJAN DESMET, DECOSPAN
Stadion Club Brugge
Skyline zal met wat moeite een nieuwe stek vinden. Maar voor industriële bedrijven wordt dat nog moeilijker. De goede locaties zijn volgebouwd. Wie over de snelwegen en grote steenwegen in West-Vlaanderen rijdt, kan dat met eigen ogen zien. De ondernemersorganisatie Voka West-Vlaanderen hamert al jaren op het gebrek aan vrije ruimte. Ze gaat ervan uit dat er nood is aan minstens 430 hectare aan goed ontsloten bedrijventerreinen, vergelijkbaar met de oppervlakte van de historische stadskern van Brugge. Maar die ruimte is er niet, men schat dat er nog een kleine 200 hectare beschikbaar is en dan nog niet altijd op de juiste locaties.
Het gaat niet alleen om ruimte om uit te breiden. Door grote infrastructuurwerken zoals Ventilus en een nieuwe zeesluis in Zeebrugge, zullen de komende jaren veel bedrijven verhuizen. Maar dat wordt niet gemakkelijk, onder meer omdat de problemen rond het nieuwe stadion van Club Brugge al jaren een aantal gebiedsuitbreidingen blokkeren. “Er liggen in de streek rond Brugge al bijna twintig jaar projecten stil die eigenlijk al toegezegd waren”, zegt Xavier Vanneste. De CEO van brouwerij Halve Maan is ook de voorzitter van Voka Noord-West-Vlaanderen. “Bedrijven moeten uiteraard zoeken naar efficiëntiewinsten door gedeelde parkings, hoogbouw en dat soort dingen. Maar ze moeten ook de ruimte krijgen die eerder al is toegezegd. Daar is alleen al in het Brugse wat ongerustheid over, omdat men onder meer denkt aan een uitbreiding van de natuurzone rond het Zwin. En nogmaals, het is al verschrikkelijk moeilijk. We kunnen eigenlijk enkel in de haven van Zeebrugge nog buitenlandse investeringen aantrekken, daar is nog wat ruimte. Een multinational wil direct zekerheid voor een nieuwe fabriek: een goed ontsloten site met zekerheid op uitbreiding. Dat kunnen we hier niet garanderen. Eigenlijk is uitbreiden hier enkel mogelijk voor familiale ondernemers die zo verknocht zijn aan de streek dat ze geduldig willen wachten tot ze bijvoorbeeld hun buur kunnen uitkopen.”
Bierpijpleiding
De reden waarom we met Xavier Vanneste willen praten, is niet alleen als spreekbuis van de Brugse bedrijven. Zijn brouwerij vond ook een van de meest creatieve oplossingen voor een nijpend ruimtegebrek. Brouwerij De Halve Maan ligt in de historische kern van Brugge en door het succes van haar andere bieren moest er uitgebreid worden. Binnen de stadskern was dat onmogelijk en zo kwam Vanneste uit op een bierpijpleiding van drie kilometer naar een nieuwe bottelarij in de Brugse rand.
“Ik wou af van voortdurend op- en afrijdende tankwagens”, zegt Vanneste. “Dat was geen duurzaam model. Dankzij mijn zus, die toen in de olie- en gassector werkte, kon ik me wat inwerken in de juridische en praktische haalbaarheid. Een pijpleiding bleek een betaalbaar en efficiënt alternatief, maar het bleef risicovol. De banken stonden niet te springen, een ondergrondse leiding is moeilijk als onderpand en daarom hebben we de financiering deels opgehaald met een crowdfundingcampagne. We hadden wel het geluk dat we onze bottelarij relatief dicht bij de brouwerij konden bouwen. Ik vreesde destijds dat we zouden moeten uitwijken naar het gebied rond de haven van Zeebrugge. Maar op een dag las ik dat een bedrijf zou verhuizen. Ik heb die dag zelf nog de ondernemer gebeld dat ik zijn site wou overkopen.”
In het zuiden van West-Vlaanderen horen we een gelijkaardig verhaal. Pieterjan Desmet, de CEO en eigenaar van de houtverwerker Decospan, breidt zijn fabriek bij de hoofdzetel in Menen uit. Bij de bekendmaking van de plannen ongeveer anderhalf jaar geleden zei hij dat die investering zijn laatste was in West-Vlaanderen. “Er is hier geen grond meer”, zegt Desmet. “We hebben de terreinen van onze buurman gekocht. Dat kost een fortuin. In Kroatië kost de grond letterlijk honderd keer minder. Ze vragen daar een euro per vierkante meter, omdat ze toch maar iets moeten vragen. Bovendien zijn de bouwkosten hier fors hoger. De wetgeving voor bouwen begint wel zeer strikt te worden. Het zijn stilaan Franse toestanden, waar de bouw van een nieuwe fabriek enorm duur is. Die hoge bouwkosten vormen een steeds hogere drempel voor jonge ondernemers. Ik had het geluk om in een familiebedrijf met een sterke balans te komen, maar zonder middelen kan je nu niet meer van nul starten. Ik ondersteun enkele industriële projecten van andere ondernemers, en die worden nu toch wel uitgesteld door de inflatie en de economische onzekerheid.”
Ondernemers houden vaak te lang vast aan de locatie van hun dromen en aan de baksteen in de maag’
KATHLEEN DEWULF, GLOBAL ESTATE GROUP
‘Dit kan niet blijven duren’
Kathleen Dewulf, de CEO van Global Estate Group, treedt de ondernemers bij. De vastgoedontwikkelaar met hoofdzetel in Oostkamp is gespecialiseerd in bedrijfsgebouwen en industriële sites. Het visitekaartje is het O-Forty-kantorencomplex aan de E40 in Oostkamp. “Bedrijven willen nu allemaal hetzelfde: een duurzaam kantoor met de meest moderne technieken”, zegt Dewulf. “Maar nieuwe industrieterreinen zijn er bijna niet meer. Dat drijft de grondprijzen omhoog. Probeer maar eens een gebouw te zetten op een grond van 400 euro per vierkante meter. We hebben nu een dossier waar we oorspronkelijk het hele gebouw zouden afbreken. Nu zullen we creatief moeten zijn. Dit kan niet blijven duren. Iedereen met grond denkt goud in handen te hebben, maar ze houden vaak geen rekening met de stijgende intrestvoeten. Ontwikkelaars en investeerders beginnen te twijfelen over dossiers, zeker als er geen zicht is op een vergunning of andere voorwaarden die enorm veel geld kosten. Als een vergunning jaren op zich laat wachten, dan zakt je rendement zienderogen.”
Dewulf ziet dat ondernemers vaak moeite hebben om de roots los te laten. “Ik werk heel graag op de bedrijfsmarkt. Ondernemers hebben goesting, ze willen vooruit en zich niet vastrijden op onbelangrijke details. Maar ze houden vaak te lang vast aan de locatie van hun dromen en aan de baksteen in de maag. Ik had onlangs een ondernemer die mordicus in zijn centraal gelegen gemeente wou blijven. Huren was geen optie. ‘Ik wil hier mijn eigen stenen hebben, maar ik vind niks betaalbaar.’ Het is moeilijk om zo iemand te overtuigen minder voor de hand liggende locaties te bekijken, hoewel dat op termijn altijd opbrengt. Er zijn nog alternatieven, in de Westhoek is er nog wat ruimte, en Noord-Frankrijk is zeker een mogelijkheid. Er wordt een enorme site rond de haven van Duinkerke gecreëerd, die voor 16.000 nieuwe banen moet zorgen. We zitten in de buurt van de haven, en we geloven enorm in de site die we daar ontwikkelen.”
Bomen en wadi’s
Voor veel ondernemers, zeker de kleinere kmo’s die de ruggengraat vormen van de West-Vlaamse economie, is een verre verhuizing of een verder gelegen bijkantoor niet aan de orde. Er zit niets anders op dan veel efficiënter om te springen met de ruimte. Jean De Bethune en Lieven Tack, respectievelijk voorzitter en algemeen directeur van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM), zijn zich daar ten volle van bewust. “We hebben een zeer gedetailleerde databank met alle beschikbare bedrijfsgronden zodat ondernemers nieuwe terreinen kunnen vinden. We weten dat er een grote nood is aan extra ruimte, en de provincie onderhandelt daarover met de Vlaamse regering. Maar we beseffen dat we niet meer verder kunnen doen zoals vroeger. Daarom hebben we een project met als werktitel ‘het bedrijventerrein van de toekomst’. We willen in West-Vlaanderen de beste en de meest duurzame sites kunnen aanbieden. Die terreinen zullen bijvoorbeeld gedeelde parkings hebben en zullen maximaal onthard zijn of speciale groenstroken hebben voor de biodiversiteit.”
We willen in West-Vlaanderen de beste en de meest duurzame sites kunnen aanbieden’
JEAN DE BETHUNE EN LIEVEN TACK, PROVINCIALE ONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ
Massaal klassieke bedrijventerreinen aanleggen wordt sowieso moeilijk. De politiek blijft worstelen met de uitwerking van de bouwshift of de betonstop, maar ooit komt die er. Heel wat delen van West-Vlaanderen zijn al te verhard, waardoor er te weinig water kan insijpelen en de provincie kwetsbaar wordt voor droogtes. Roeselare bijvoorbeeld behoort bij de meeste verharde regio’s in Vlaanderen. Er mag eigenlijk geen extra ruimte meer ingenomen worden. “We hebben in het verleden te veel beton gegoten, dat is zo”, zegt Kathleen Dewulf van Global Estate Group. “Nu kan het veel duurzamer, met bomen, wadi’s om water te laten insijpelen en diverse vegetatie voor de biodiversiteit. Maar het is wel nog zoeken naar een goed model voor gemeenschappelijke diensten. Je kan wel zeggen dat bedrijven parkings of laadpalen moeten delen, maar dan heb je iemand nodig die daar verantwoordelijk voor is. Dat is geen obstakel, maar ondernemers vinden terecht dat de lat hoog moet liggen. Ze willen een verzorgd terrein, dat straalt op hen af.”
Tenzij de economie in elkaar klapt, zullen West-Vlaamse bedrijven met een enorm gebrek aan ruimte geconfronteerd worden. Gemakkelijke oplossingen zijn er niet meer. Af en toe kunnen bedrijven profiteren van een faillissement of een sluiting van een ander bedrijf. “Een druppel op een hete plaat”, klinkt het in ondernemerskringen. Ook de afbouw van de landbouw en de veeteelt wordt geen wondermiddel. Die gronden zullen meestal niet herbestemd kunnen worden als industrieterrein. Daarvoor liggen ze te dicht tegen natuurzones en woongebieden. Het laatste wat de overheden willen, is nog meer zonevreemde bedrijven creëren.
Het lege West-Vlaanderen is volgebouwd
De ongelofelijke welvaart in West-Vlaanderen begint te wankelen. De mensen en de grond zijn op. Stikstof en andere milieudossiers bedreigen de intensieve landbouw en veeteelt, die enorm belangrijk zijn voor de provincie. Die wordt de komende jaren één gigantische proeftuin, in een zoektocht naar de heilige graal: gezond groeien zonder grond op te slokken, zonder de natuur verder te verstikken en zonder mensen op te branden. Ook de rest van Vlaanderen wordt met die problemen geconfronteerd, maar in West-Vlaanderen komt alles het snelst samen. Als het daar lukt, dan lukt het overal in Vlaanderen. De inzet is enorm. Op basis van getuigenissen van familiale ondernemers, bedrijfsleiders, onderzoekers en beleidsmakers brengt Trends daarom een reeks over hoe West-Vlaanderen een uitweg zoekt. Dit is het laatste overzichtsartikel, de komende weken komen op onze website nog interviews met West-Vlaamse ondernemers.
De wankele welvaart van West-Vlaanderen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier