Werken en loopbaan: welke partijen zijn het beste en het slechtst voor uw portemonnee?

Welke partijen zijn het best en het slechtst voor uw portemonnee?
Welke partijen zijn het best en het slechtst voor uw portemonnee? © Trends
Jef Poortmans
Jef Poortmans redacteur bij Trends

Stemt u met de buik of met de portemonnee? Is dat laatste het geval, dan doet u er goed aan de programma’s van de politieke partijen grondig te vergelijken. Welke partij maakt het mogelijk om wat extra over te houden? En welke wil graag in uw portemonnee zitten? Trends zoekt het voor u uit.

Stilaan vliegen de voorstellen van de partijen de kiezers om de oren. Een belangrijke maatstaf voor veel mensen is: in hoeverre hebben al die plannen gevolgen voor mijn portemonnee? Trends vroeg de Vlaamse partijen naar hun standpunten over vier thema’s: werken, vermogen, pensioenen, en wonen.

Lees hieronder: werken en loopbaan. Lees hier het deel over vermogen, hier over pensioenen en hier over wonen.

Werken en loopbaan

Alle partijen zijn het erover eens: werken moet meer lonen. De belastingdruk op arbeid is bij de hoogste in de wereld, dus die moet naar beneden, klinkt het unisono. Hoe dat moet gebeuren, daarover verschillen de partijen wel van mening.

Sleutelen aan de belastingvrije som is een eerste mogelijkheid. Dat is het deel van het inkomen waar geen personenbelastingen op geheven worden. Momenteel bedraagt die 10.160 euro. Vooruit, cd&v, Groen en Vlaams Belang voor om dat belastingvrije deel op te trekken. Vooral de lagere en de middeninkomens zouden daarvan profiteren. Vlaams Belang en cd&v willen het optrekken tot ongeveer 13.500 euro. Groen en Vooruit kleven er geen bedrag op. Voor PVDA is het bespreekbaar.

Een andere mogelijkheid om arbeid minder te belasten, is de belastingtarieven aanpassen. Die tarieven beginnen met 25 procent, dat wordt geheven op een eerste schijf boven op de belastingvrije som. Dat percentage loopt op naarmate u meer verdient. Het hoogste tarief – 50 procent – geldt vanaf een jaarinkomen van 46.440 euro.

Volgens N-VA zijn de tarieven het meest geschikte instrument om arbeid minder te belasten. De partij wil de tarieven minder snel doen oplopen, en alleen de allerhoogste inkomens in de hoogste schijf plaatsen. Open Vld wil de schijf van 45 procent afschaffen, cd&v wil de drie hoogste schijven met 5 procent verlagen en de hoogste schijf pas doen gelden vanaf een jaarinkomen van meer dan 96.000 euro. Vlaams Belang wil ook de belasting in enkele schijven verlagen en de hoogste pas laten gelden vanaf een jaarinkomen van 61.000 euro. Ook Groen wil belasting minder snel laten stijgen naarmate u meer inkomen hebt. Maar het wil wel dat ook uw inkomsten uit vermogen meegeteld worden voor de berekening (lees meer daarover in het deel vermogen).

Een ander instrument dat de partijen aanbrengen, is de job- of werkbonus. Dat is een Vlaamse premie voor werknemers die minder dan 2.900 euro bruto per maand verdienen. Die premie bedraagt 600 euro voor de laagste lonen en daalt tot 50 euro naarmate het brutoloon stijgt richting die 2.900 euro. Groen, Open Vld en cd&v willen de jobbonus verruimen naar hogere brutomaandlonen – 4.500 euro bij Open Vld en cd&v. De Vlaamse liberalen willen de premie ook verhogen, tot 1.000 euro.

Omdat de lasten op arbeid in ons land al jaren hoog zijn, is een resem extralegale verloningspakketten ontstaan met elk een eigen fiscaal uitzonderingsregime. De cafetariaplannen en salariswagens zijn de bekendste voorbeelden. We vroegen aan de partijen naar hun plannen met die verloningskoterij. Ze erkennen allemaal dat die ontstaan zijn om de hoge lasten op arbeid te compenseren, en dus niet zomaar afgeschaft kunnen worden. Een aanpassing zal wel altijd moeten passen in een bredere fiscale hervorming die de koopkracht van de werknemers op peil houdt.

Al zijn er belangrijke nuances tussen de partijen op te merken. N-VA, Vooruit en Groen lijken er wel voor te vinden om de uitzonderingsregimes op termijn af te schaffen. Uiteindelijk is het beter dat mensen hun loon in geld krijgen en niet in wagens of cheques, klinkt het bij N-VA. Groen wijst erop dat vooral de dienstverleners de winnaars zijn van de verloningscomplexiteit.

Alle partijen erkennen dat de extralegale verloningspakketten ontstaan zijn om de hoge lasten op arbeid te compenseren, en dus niet zomaar afgeschaft kunnen worden.

Open Vld en cd&v zijn minder geneigd om de alternatieve verloningen zomaar af te schaffen. Volgens de liberalen komen ze tegemoet aan bepaalde behoeftes van werknemers. De partij wil het zelfs mogelijk maken dat een deel van het loon betaald wordt in dienstenscheques. Cd&v ziet de salariswagen als een ‘verworven loon’ en als een goed instrument voor de vergroening van het wagenpark. Ook de maaltijdcheques wil de partij behouden.

PVDA zet in op hogere minimumlonen en een aanpassing van de loonnormwet, waardoor over de lonen per bedrijf onderhandeld kan worden.

Opvallend is dat bijna alle partijen de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid willen afschaffen. Die crisisbijdrage maakte in 1994 deel uit van het Globaal Plan van de regering-Dehaene om de sociale zekerheid te versterken. De bijdrage hangt af van het inkomen en van de gezinssamenstelling.

Partner Content