Wereldbeker voetbal in Rusland: Als voetbal politiek wordt
De Wereldbeker voetbal zal Rusland in de aandacht brengen. Of dat in goede of kwade zin is, valt nog af te wachten.
Het recht om het Wereldkampioenschap voetbal te organiseren is een zwaar bevochten eer. Toen Rusland het toernooi van 2018 werd toegewezen, ging dat ten koste van Engeland en van gezamenlijke voorstellen van België en Nederland en van Spanje en Portugal.
Toch houdt de organisatie van het populairste sportevenement ter wereld ook risico’s in voor de Russische regering. Bij voorgaande toernooien is voetbal het decor geweest voor politieke en sociale protesten.
Brazilië
In Brazilië werd president Dilma Roussef in 2014 elke keer uitgefloten als ze bij wedstrijden verscheen. Het was een teken van haar impopulariteit, die uiteindelijk tot aanklachten en haar afzetting in 2016 zou leiden.
Het voetbal bood de Braziliaanse president ook weinig soelaas. De gevierde nationale ploeg, die algemeen gezien werd als de favoriet voor de beker, leed een vernederende 7-1-nederlaag tegen Duitsland in de halve finale. De Braziliaanse regering had de naïeve hoop gekoesterd dat het toernooi een positieve atmosfeer zou oproepen. Maar die sloeg al snel om in iets veel zuurders.
Gezien de aard van het Russische systeem, bestaat er weinig twijfel dat Poetin zijn zege heeft veiliggesteld.
Veel zorgen
Rusland wordt veel strakker gecontroleerd en is veel minder democratisch dan Brazilië. Daarom zullen er minder mogelijkheden zijn om het toernooi te gebruiken als forum voor openbaar protest.
Toch wordt het kampioenschap gehouden op een delicaat tijdstip. De eerste wedstrijd wordt gespeeld in Moskou op 14 juni, minder dan drie maanden na de presidentsverkiezingen.
Gezien de aard van het Russische systeem, bestaat er weinig twijfel dat Vladimir Poetin zijn herverkiezing heeft veiliggesteld. Toch werd de vorige presidentskeuze voorafgegaan door grootscheepse demonstraties tegen de regering in Moskou en elders, tot ontzetting van Poetin. Dit keer voeren de anti-Poetin-groepen onder leiding van de charismatische Alexej Navalny campagne rond het thema corruptie.
In Brazilië en Zuid-Afrika (dat het toernooi in 2010 organiseerde) concentreerden de beschuldigingen over corruptie zich rond de opgedreven kosten voor de bouw van nieuwe stadions. Iets dergelijks kan ook best gebeuren bij de Wereldbeker in Rusland, waar er al schandalen zijn geweest rond veel te hoge kosten.
Het Krestovski-stadion in Sint-Petersburg, dat een van de belangrijkste stadions wordt, werd acht jaar te laat opgeleverd en kostte zes meer dan gepland. Een gewezen vicegouverneur van de regio werd aangeklaagd wegens het aannemen van steekpenningen bij een contract voor de stadionverlichting. Maar in Rusland zijn er wijdverbreide vermoedens dat de corruptie rond het toernooi veel verder ging.
Ook de Russische ploeg die het toernooi zal openen in Moskou, is een bron van bezorgdheid. De ploeg zette een bedroevende prestatie neer in haar laatste toernooi, het Europees Kampioenschap in Frankrijk van 2016. Ze verloor zowel van Wales als van Slovakije.
Dat lijkt misschien een onbeduidend feit, maar Poetin heeft zichzelf in eigen land gepresenteerd als de man die de natie zou vernieuwen en weer trots zou maken. Hij was zichtbaar aangeslagen toen het Russische ijshockeyteam op de Winterspelen van 2014 in Sotsji verslagen werd door de Verenigde Staten.
De Wereldbeker voetbal is een veel groter podium en Poetin zal verplicht zijn minimaal de openingswedstrijd bij te wonen. Als het nationale team zwak speelt en het onderspit delft, wat heel goed mogelijk is, zal de symbolische boodschap precies de omgekeerde zijn van wat de Russische leider voor ogen staat.
De Wereldbeker is voor Rusland een gelegenheid om zijn mondiale imago op te poetsen.
De regering van Poetin heeft ook redenen om bezorgd te zijn over wat er naast het veld gebeurt. Er waren Russische voetbalhooligans betrokken bij massaal geweld op Euro 2016. En sommige Russische supporters hebben de reputatie dat ze zwarte spelers met racistische leuzen bestoken. Dat zou een ernstig incident zijn gezien het multiraciale karakter van het toernooi.
Maar de regering heeft meer dan genoeg tijd gehad om zich op deze problemen voor te bereiden en heeft – mogen we aannemen – haar uiterste best gedaan om te zorgen dat groepen hooligans onder controle gehouden worden en dat de supporters zich gedragen.
Een wedstrijd met twee helften
De problemen met hooligans en supportersgedrag onderstrepen dat de Wereldbeker ook een gelegenheid is voor Rusland om zijn mondiale imago op te poetsen.
De annexatie van de Krim in 2014 en de Russische interventie in oost-Oekraïne hebben geleid tot economische sancties, en waren verwoestend voor de internationale reputatie van het land.
De regering-Poetin zal de Wereldbeker als een kans zien om Rusland weer aan de wereld voor te stellen, met name aan de televisiekijkers en de bezoekende supporters uit de Europese Unie. Want dat is de grootste handelspartner die pijnlijke sancties heeft opgelegd.
Die pogingen voor een nationale imagoverbetering kunnen een duwtje in de rug krijgen door een succesvolle Wereldbeker. Het toernooi in Duitsland van 2006 bracht niet alleen de efficiëntie van het land naar voren, maar ook een vrolijke en gastvrije kant die minder bekend was.
De Russische regering zal hopen dat buitenlanders verder kijken dan de politieke controverses en zelfs dan het voetbal, om te genieten van de rijke cultuur en van zijn minder grote en minder bekende steden zoals Kazan en Samara.
Zodra wereldkampioenschappen beginnen, gaan ze vaak een eigen leven leiden en zijn de zorgen van voor het toernooi vergeten. Poetin heeft alle reden om te hopen dat in 2018 hetzelfde zal gebeuren in Rusland.
De auteur, Gideon Rachman, is chef columns Buitenlandse Zaken van Financial Times
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier