De balans: veel aankondigingen, weinig Waals-Vlaamse arbeidsmobiliteit
Vorig jaar kreeg de Waalse arbeidsbemiddelaar Forem 117.000 openstaande Vlaamse vacatures doorgespeeld. Amper 51 Waalse werkzoekenden gingen daarop in. Dat is nog maar eens het bewijs dat de Waals-Vlaamse arbeidsmobiliteit amper iets voorstelt. Dat is deels een gevolg van een gebrekkige federale regelgeving, maar vooral de verantwoordelijkheid van een door de PS gepolitiseerde Waalse arbeidsbemiddelingsdienst.
Tien jaar geleden waren in Vlaanderen bijna 51.000 Walen aan de slag. Dat cijfer steeg tot 53.000 in 2021, maar is ondertussen gedaald tot 45.000. De voorbije jaren is het aantal Brusselaars dat in Vlaanderen werkt constant gestegen. In West-Vlaanderen werken meer Fransen dan Walen, ook al is de taalgrens in de regio Kortrijk, met haar structurele arbeidskrapte, vlakbij. Ondanks de vele aankondigingen van politici dat ze daar iets aan willen doen, ligt de Waals-Vlaamse arbeidsmobiliteit te laag.
Zoals arbeidsmarktspecialist Jan Denys (Randstad) op Twitter stelde: “Hoeveel keer de voorbije twintig jaar kwamen de gewestelijke ministers van Werk en de publieke bemiddelingsdiensten in de pers met een nieuw samenwerkingsakkoord? Ik ben de tel kwijt. En dit is het resultaat… Poppenkast.”
Recente cijfers van Vlaams Parlementslid Tom Ongena (Open Vld) tonen aan hoe pijnlijk de situatie is. Op de 117.000 openstaande Vlaamse vacatures die de VDAB vorig jaar doorstuurde naar de Waalse arbeidsbemiddelaar Forem volgden amper 51 sollicitaties. En zeggen dat er in Wallonië 200.000 werklozen zijn. Een betere arbeidsmobiliteit zou de kloof tussen de Vlaamse en de Waalse werkloosheidsgraad (respectievelijk 2,9% en 8%) moeten verkleinen.
Gebrekkige talenkennis en grote afstand
Nochtans blijkt uit een studie van IDEA Consult dat zeven op de tien Brusselse en een op de twee Waalse werkzoekenden bereid zijn in Vlaanderen te werken. Maar er zijn twee grote hinderpalen. Volgens het onderzoek wordt 60 procent van de Walen wegens hun gebrekkige talenkennis afgeschrikt om in Vlaanderen aan de slag te gaan. Het tweede belangrijkste argument is dat ze niet bereid zijn lang onderweg te zijn naar het werk. Ongeveer een op de twee Brusselse en Waalse werkzoekenden geeft dat als reden aan om te verklaren waarom ze niet bereid zijn om in Vlaanderen te werken.
Maar het excuus van een gebrekkige talenkennis en een te grote afstand overtuigt niet. Wie al eens in bijvoorbeeld de opslagplaatsen van West-Vlaamse bedrijven in de groente-industrie heeft rondgelopen, zal merken dat daar veel Fransen werken die met een basiswoordenschat Nederlands perfect kunnen functioneren. Dat geldt ook voor de vele Oost-Europese werknemers in dit land. En wat de Franse grensarbeid betreft: dagelijks twee keer 50 tot 70 kilometer pendelen is voor hen geen probleem.
Federale en regionale verantwoordelijkheid
Het Belgische probleem situeert zich elders. Ten eerste is de federale arbeidswetgeving niet streng genoeg. In deze discussie kom je altijd uit bij de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd. Dat blijft een incentive om een baan te zoeken.
Ook moeten andere federale regelingen worden gewijzigd. Zo interpreteert de federale wetgeving het begrip ‘passende dienstbetrekking’ zeer eng. Een baan in een ander gewest of over de grens wordt als ‘niet passend’ gedefinieerd en dus riskeert een werkzoekende amper sancties als hij niet op zo’n aanbod ingaat. Volgens Tom Ongena heeft de federale regering in april beslist die regel strikter te interpreteren: “Maar meer is nodig: ook afspraken tussen gewesten over opvolging en handhaving.”
De vraag is of die veel zoden aan de dijk zullen brengen als aankondigingen over samenwerking in het verleden zo weinig hebben opgeleverd.
Het zijn de arbeidsbemiddelingsdiensten die in elke regio het verschil moeten maken. Dat begint met duidelijke informatie aan de werkzoekenden.
Het zijn de arbeidsbemiddelingsdiensten die in elke regio het verschil moeten maken. Dat begint met duidelijke informatie aan de werkzoekenden. Volgens het onderzoek van IDEA Consult weet 62 procent van de Brusselse en 66 procent van de Waalse werkzoekenden niet waar ze vacatures voor banen in Vlaanderen kunnen vinden.
Ten tweede moet er werk gemaakt worden van een echt sanctioneringsbeleid, sinds de zesde staatshervorming al meer dan tien jaar een regionale bevoegdheid. Dat is een algemeen probleem. In Vlaanderen krijgt een kleine 3 procent van de werkzoekenden een sanctie van de VDAB, zoals een tijdelijke schorsing van de uitkering. In Wallonië is dat amper 1,1 procent en in Brussel 0,2 procent.
Wat Wallonië betreft, is dat niet verwonderlijk. Forem is al jaren een PS-bastion. Administrateur-generaal Marie-Kristine Vanbockestal werkte jaren op PS-kabinetten. Zij nadert haar pensioen, maar nu al staat vast dat een opvolger bij de PS-apparatjiks zal worden gezocht. En zoals bekend, is jobcreatie nooit een prioriteit geweest voor de Franstalige socialisten.
Lees ook een opinie van Geert Janssens, hoofdeconoom van ETION:
De balans van de week door Alain Mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier