Waarom Wallonië en Brussel jarenlang moeten saneren

BRUSSEL De verhouding schulden/ontvangsten is er 163 procent. © Getty Images
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

De schuld van het Waalse en het Brusselse Gewest is een veelvoud van hun regionale inkomsten. Die schuldgraad zal de komende jaren nog toenemen. Bij een stijgende rente wordt dat onhoudbaar, waarschuwt de Nationale Bank.

Met de moed der wanhoop probeert de regering-De Croo nog voor het zomerreces een akkoord te bereiken over iets wat op een fiscale hervorming moet lijken. Cruciaal daarin is een verlaging van de lasten op arbeid. Dat de discussies zeer stroef verlopen heeft niet alleen te maken met gebrek aan eensgezindheid in de Vivaldi-coalitie over hoe je die lagere arbeidskosten compenseert. Ook de gewestregeringen beperken de bewegingsvrijheid van de federale regering. Vlaanderen en vooral Wallonië en Brussel vinden het niet kunnen dat ze een deel van de fiscale hervorming moeten betalen. Van een fiscale hervorming van 5,6 miljard euro zouden de regio’s 1,2 miljard euro moeten financieren.

Volgens de Nationale Bank moet alleen Vlaanderen zich de komende jaren geen zorgen maken.

Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) stelt immers voor de belastingvrije som (het deel van het inkomen waar geen belastingen op betaald worden) op te trekken. Bovendien zou de belastingschijf van 45 procent gelden voor hogere inkomens dan nu het geval is. Dat betekent een verlaging van de personenbelasting, en dat heeft gevolgen voor de gewesten. Die heffen opcentiemen op de personenbelasting. Elke federale maatregel die de fiscale druk verlaagt, doet dus ook de regionale inkomsten afnemen. De Waalse minister-president Elio Di Rupo (PS) waarschuwt dat de hervorming Wallonië 300 tot 350 miljoen euro zou kosten. De Brusselse minister van Financiën Sven Gatz (Open Vld) heeft het over 47 miljoen euro minder in 2025 en zo’n 70 miljoen euro in de daaropvolgende jaren.

Steden en gemeenten

De Waalse minister van Financiën Adrien Dolimont (MR) pleitte daarom voor een soort federaal compensatiefonds om de verliezen op te vangen. Een andere mogelijkheid is dat de federale regering niet morrelt aan de personenbelasting, maar de koopkracht van de werkende Belgen verhoogt door de werkbonus uit te breiden. Dat is een verlaging van de werknemersbijdrage waardoor een werknemer met een laag loon een hoger nettoloon overhoudt. Maar zo’n ingreep alleen zou van de fiscale hervorming wel een zeer mager beestje maken.

“Vergeet bovendien niet dat ook de lokale besturen opcentiemen heffen op de aanvullende personenbelasting en dus ook geld zouden verliezen”, zegt Herman Matthijs, professor overheidsfinanciën aan de VUB en de UGent. “En de gewesten zijn verantwoordelijk voor de financiën van de lokale besturen. De gewesten zouden dus hun inkomsten zien dalen, én de steden en gemeenten moeten bijspringen.”

Oplopende schulden

Dat vooral Wallonië en Brussel bezorgd zijn, hoeft niet te verbazen. Ze ontvangen verhoudingsgewijs al minder uit de personenbelasting omdat de fiscale capaciteit van hun inwoners een stuk lager ligt dan die van de Vlamingen. Het Vlaamse brutojaarinkomen per hoofd van de bevolking bedroeg in 2020 28.383 euro, in Brussel 23.948 euro en in Wallonië 22.948 euro. Die kloof wordt alleen maar groter. Volgens het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA) daalt het belastbaar inkomen in Brussel jaarlijks met 200 miljoen euro omdat de inwoners het gewest verlaten om in Vlaanderen en Wallonië te komen wonen. Uiteraard komen er ook nieuwe Brusselaars bij, maar hun mediaaninkomen ligt lager dan dat van zij die vertrekken.

Herman Matthijs: “De Brusselse fiscale capaciteit zakt al jaren. Die lag tien jaar geleden op 12 procent van het land, nu is dat 8 procent. Wallonië is goed voor 27,5 procent, Vlaanderen voor 64 procent.”

Die kloof met Vlaanderen vinden de Waalse en Brusselse politici des te meer verontrustend omdat hun regionale financiën dramatisch slecht zijn. De aanhoudende begrotingstekorten doen de schuld van de deelstaten oplopen. In de periode 2018-2022 steeg de Vlaamse schuld van iets minder dan 20 miljard naar 32,2 miljard euro. De Waalse schuld ging van 20 naar 34 miljard euro, die van de Franse Gemeenschap van 9 naar 11,4 miljard euro. Het Brussels Gewest zag zijn schuld stijgen van 8 naar 10,4 miljard euro.

Onbezorgd Vlaanderen

De cijfers zijn nog dramatischer als we de schuld afzetten tegenover de inkomsten. De schuld van het Waals Gewest is liefst 257 procent van zijn inkomsten. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dat 163 procent. De schuld van de Franse Gemeenschap (77%) en van de Vlaamse Gemeenschap (58%) zit onder de 100 procent van hun respectieve ontvangsten. Volgens de Nationale Bank moet alleen Vlaanderen zich de komende jaren geen zorgen maken.

Jean Hilgers, directeur bij de Nationale Bank, bracht vorige maand in de commissie Begroting van het Waals Parlement een weinig opbeurende boodschap: “Het gewest kan niet rekenen op een conjuncturele of structurele verbetering van zijn economie om de overheidsfinanciën zonder bijkomende ingrepen gezonder te maken. De evolutie van de schuld is verontrustend.”

De Waalse regering zegt dat de oplopende schuld een gevolg is van drie crisissen: covid, de overstromingen van 2021 en de sterk gestegen energieprijzen. Maar die verklaren slechts 4,7 miljard euro van het deficit.

Ook de Waalse huisbankier Belfius maakt zich zorgen. De regionale kredietlijn van 3,5 miljard euro zal in het komende jaar gestaag dalen tot 1,75 miljard euro. Wallonië heeft nog het geluk dat de ratingbureaus niet te streng zijn. Momenteel krijgt het gewest het label A3, wat onder aan de categorie regio’s en landen is met het A-etiket (Vlaanderen zit drie stapjes hoger met AA3). Zolang Wallonië niet in de B-categorie komt, wordt de financiering van de schuld op de financiële markten niet moeilijker of duurder. “Opgelet. Als de ratingbureaus in het najaar België een lagere rating geven, dan zal de rest volgen. Dat kan de financiering van de regionale schulden duurder maken”, waarschuwt Herman Matthijs.

Nieuw Griekenland?

Dat alles maakt dat sommige politici en economen de Waalse situatie vergelijken met die van Griekenland ten tijde van de eurocrisis. De verhouding schuld/ontvangsten blijft immers stijgen naar 285 procent in 2030. De Waalse regering maakt zich sterk dat ze die ratio kan doen dalen naar 180 procent in 2036. Experts beschouwen dat als een noodzakelijke en geruststellende grens die het voor Wallonië mogelijk moet maken te reageren op onverwachtse crisissen. De Waalse regering wil dat doel bereiken door elk jaar 150 miljoen euro te besparen, of 1 procent van de ontvangsten. Ondertussen is die ambitie opgetrokken tot 250 miljoen euro per jaar.

Minister van Begroting Adrien Dolimont (MR) verwerpt dan ook de vergelijking met Griekenland: “Dat land had een schuldgraad van 300 procent en had al moeten snijden in de uitgaven. De rekeningen waren ondoorzichtig en in tegenstelling tot Wallonië werd de schuld niet tegen een vaste rentevoet geherfinancierd.” Dat argument haalt ook Guiseppe Pagano aan, professor emeritus economie aan de Universiteit van Bergen: “De Waalse schuld wordt voor 93 procent gefinancierd tegen een vaste rentevoet.”

Volgens experts volstaan zelfs zuivere besparingen niet om de Waalse overheidsfinanciën uit de gevarenzone te halen. Philippe Destatte, hoofd van de Waalse denktank Institut Jules Destrée, vindt dat er ook structurele hervormingen nodig zijn. Hij stelt voor om met de kam door de 2,5 miljard euro aan bedrijfssubsidies te gaan, en minder in te zetten op gesubsidieerde banen (60.000 in Wallonië) maar te kiezen voor echt productieve jobs.

Rentesneeuwbal

Ook de Waalse werkgeversorganisatie UWE reikt oplossingen aan, zoals een beter ondernemingsklimaat waar grotere bedrijven kunnen gedijen. Van de 80.000 Waalse ondernemingen tellen er slechts 350 meer dan 200 werknemers. De industrie is goed voor 16 procent van het Waalse bbp, terwijl het Europese gemiddelde 20 procent is. Maar het sterker maken van het economische stootkussen is een werk van jaren. En dat loopt parallel met de saneringsdoelstellingen van de Waalse regering die tot 2036 zouden duren, dus de drie volgende legislaturen.

De vraag is of men in Namen zoveel tijd heeft. Een studie van de Nationale Bank waarschuwt voor de negatieve impact van een stijgende rente op die hoge schulden. Ze berekende de impact van een scenario waarin de rentevoeten op de schuld met 250 basispunten stijgen en de tienjarige rente op obligaties tegen 2030 zou toenemen tot 5 procent. “Entiteiten met een hoge schuldenlast (de federale overheid, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) zouden het sterkst worden getroffen”, stelt de Nationale Bank. “Voor de gewesten en de gemeenschappen zou de impliciete rente op de uitstaande schuld vanaf 2024 boven hun beschikbare ontvangsten uitkomen, wat een zorgwekkend sneeuwbaleffect zou veroorzaken.” Voor Wallonië zullen de rentelasten tegen 2027 sowieso verdubbelen. Zonder verregaande sanering wordt het gewest verpletterd onder een rentesneeuwbal. De overheden zouden dan almaar meer geld moeten lenen om de rente te betalen.

Meer fiscale autonomie, hogere schuldenmarge

Daarom pleit de Nationale Bank voor een significante sanering door de verschillende regionale regeringen om de schuldgraad de komende jaren omlaag te krijgen. Er wordt voor elke entiteit een schuldnorm vooropgesteld. Wallonië zou de verhouding schuld/beschikbare ontvangsten moeten doen dalen van 257 tot 153 procent. Brussel moet van 163 naar 157 procent, de Franse Gemeenschap van 77 naar 13 procent. De grotere inspanning bij de Franse Gemeenschap is nodig omdat die geen eigen belastinginkomsten heeft, maar moet rekenen op dotaties. “Andere entiteiten krijgen een hoger schuldplafond toegewezen omdat ze beschikken over een grotere autonomie om meer ontvangsten te innen als dat nodig is om de schuld te verlagen of te stabiliseren”, stelt de Nationale Bank. Meer fiscale autonomie betekent dus een hogere schuldenmarge.

In euro’s uitgedrukt moet Wallonië zijn begrotingstekort met 2 miljard euro verkleinen, zo leert de studie van de Nationale Bank. Voor de Franse Gemeenschap en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaat het om meer dan 1 miljard euro. Vlaanderen zou de enige entiteit zijn die geen zware inspanningen moet leveren. “Vlaanderen zit veilig. Het kan in principe met de 57 miljard euro aan jaarlijkse ontvangsten de schulden in één keer terugbetalen”, zegt Herman Matthijs.

8 procent van de Belgische fiscale capaciteit zit in Brussel. Wallonië is goed voor 27,5 procent, Vlaanderen voor 64 procent.

Lees ook:

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content