Unizo pleit voor hervorming personenbelasting
Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) werkt aan een nieuwe fiscale hervorming. Wellicht gaat die in de richting van lagere lasten op arbeid, gecompenseerd door nieuwe fiscale inkomsten. De kmo-organisatie Unizo komt met een eigen voorstel: hervorm de personenbelasting om werken aantrekkelijker te maken.
Een van de opvallendste ambities van het regeerakkoord van de federale regering is een werkzaamheidsgraad van 80 procent te bereiken tegen 2030. Eind 2020 bedroeg die in België 70 procent voor 20- tot 64-jarigen. Om 80 procent te halen moeten in tien jaar 700.000 extra mensen aan het werk worden gezet. Daarvoor zijn verregaande ingrepen nodig. Een fiscale hervorming bijvoorbeeld, die werken aantrekkelijker maakt. De combinatie van de personenbelasting, de werkgeversbijdragen en de werknemersbijdragen in ons land leidt ertoe dat de Belg relatief weinig overhoudt van zijn inkomsten. De Belgische belastingwig is de hoogte van de Europese Unie. Van een gemiddeld brutoloon wordt ongeveer 52,5 procent wegbelast. In Nederland is dat slechts een kleine 38 procent.
Daarom pleit de kmo- en zelfstandigenorganisatie Unizo voor een fiscale hervorming via een verlaging van de personenbelasting. “We horen van onze leden dat het heel moeilijk is hun werknemers iets extra te geven. Na de aftrek van belastingen en sociale bijdragen blijft er nauwelijks iets over”, zegt gedelegeerd bestuurder Danny Van Assche. “Om werken meer lonend te maken moet worden gesleuteld aan de personenbelasting. Het is daarbij belangrijk de nog altijd sterke progressiviteit bij te sturen. Al bij een inkomen van net iets minder dan 42.000 euro wordt het maximale tarief van 50 procent toegepast. In onze buurlanden ligt die drempel niet zelden dubbel zo hoog. In Oostenrijk bedraagt de drempel voor het maximumtarief zelfs 1 miljoen euro.”
Lees verder onder de video
Sociaal gecorrigeerd
Unizo borduurt voort op de hervorming die de federale regering-Michel heeft doorgevoerd, met onder meer een aanpassing van de belastingschijven. Er zijn er met 25, 40, 45 en 50 procent nog vier, waarvan er drie zouden overblijven: 25 procent voor een belastbaar inkomen tot 24.440 euro per jaar, 45 procent voor een inkomen tot 100.000 euro, en 60 procent voor alle inkomens boven 100.000 euro. “De redenering is dat de hervorming moet focussen op de lage en de middeninkomens, om meer mensen aan het werk te krijgen”, zegt Van Assche. “Een verlaging van de belastingdruk op de allerhoogste lonen heeft daarop geen enkel effect. Bovendien is de impact op die lonen relatief beperkt.”
Volgens Van Assche gaat het om een sociaal gecorrigeerde belastingverlaging. Als we kijken naar een brutoloon tussen 1650 en 1850 euro per maand, levert die hervorming een verlaging van de personenbelasting van 1000 tot 1400 euro op. Voor lonen tussen 1850 en 3200 euro is er een winst van iets meer dan 1750 euro. Voor hogere lonen tot 8200 euro stijgt het voordeel verder, waarna het wordt afgebouwd. Voor lonen hoger dan 12.500 euro verhoogt de belastingdruk.
Compenserende inkomsten
Zo’n hervorming slaat natuurlijk een gat in de begroting. De kostprijs wordt op 7,2 miljard euro geraamd. Unizo wil die put dichten met enkele ingrepen aan de uitgaven- en inkomstenzijde. Om te beginnen zou de hervorming deels worden gefinancierd met een internationale minimumbelasting voor multinationals. Volgens een recente analyse van het EU Tax Observatory zou België jaarlijks 10,5 miljard euro extra belastinginkomsten boeken in een scenario waarin de OESO-landen een minimumbelasting van 15 procent opleggen. Een tarief van 10 procent zou 6,5 miljard euro inkomsten per jaar betekenen en een tarief van 21 procent – de wens van Frankrijk en Duitsland – 15,6 miljard euro. Andere bronnen ramen een lagere opbrengst van het 15 procenttarief: 3,2 miljard euro.
De tweede maatregel: het overheidsapparaat afslanken. Er wordt gedacht aan het niet vervangen van vertrekkende ambtenaren. Een daling van de loonkosten van het overheidsapparaat met 1 procentpunt van het bruto binnenlands product (bbp) van 2019 zou zo’n 4,7 miljard euro opleveren. Dat zou ons weer op de verhouding van 2000 brengen. Een beperktere ingreep, een daling van 0,5 procentpunt, zou nog altijd goed zijn voor een besparing van 2,4 miljard euro.
Unizo bepleit ook een accijns op vliegtuigkerosine die 0,91 miljard euro zou opleveren. Ten slotte moet een hervorming van het stelsel van subsidies voor onderzoek en ontwikkeling geld in het laatje brengen. België is een van de OESO-landen met de meest genereuze belastingvoordelen voor onderzoek en ontwikkeling in verhouding tot het bbp. Analyses van het Federaal Planbureau hebben aangetoond dat sommige van die fiscale incentives te weinig toegevoegde waarde hebben: de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteit zou ook zonder die steun plaatsvinden. Concreet gaat het om de aftrek voor investeringen in onderzoek en ontwikkeling en de aftrek voor octrooi-inkomsten. “Vooral de evolutie van de budgettaire kosten van de belastingaftrek voor octrooi-inkomsten – sinds 2016 hervormd tot een aftrek van innovatie-inkomsten – valt op”, staat in het Unizo-voorstel. “Cijfers van de federale overheidsdienst Financiën tonen aan dat de kosten van dat instrument in 2018 949,6 miljoen euro bedroegen, terwijl dat in 2016 nog 648,1 miljoen euro was. Vooral grote, industriële spelers gebruiken het, aangezien kmo’s en innovatieve start-ups vaak niet voldoende winsten boeken om optimaal van het instrument te profiteren. Unizo stelt voor het af te schaffen.”
Consumptie
Internationale rapporten hebben het vaak over een verschuiving van de lasten op arbeid naar consumptie, meer bepaald naar de btw. Het is in België een van de weinige mogelijkheden voor een efficiënte taxshift. Een kwart van de Belgische fiscale inkomsten komt uit consumptiebelastingen. Dat is minder dan in vergelijkbare EU-landen. Toch pleit Unizo niet voor een hogere heffing op consumptie. Van Assche: “Je moet opletten dat dit geen vestzak-broekzakoperatie wordt. Als je de btw verhoogt, werkt dat in op de koopkracht. Je kunt de lagere arbeidskosten compenseren via de btw, maar we willen vooral de koopkracht van de laagste lonen versterken. Die besteden een groter deel van hun inkomen aan consumptie. We moeten er ook op letten dat de hogere btw die wordt doorgerekend in de prijzen niet leidt tot meer inflatie en een snellere automatische loonindexering.”
80 procent is de werkzaamheidsgraad die België volgens het federale regeerakkoord moet halen tegen 2030.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier