Jozef Vangelder
Strijd om het presidentsschap: ‘Polarisering zal Amerikanen niet helpen’
Je behoort beter niet tot het politieke midden als je Amerikaanse voorverkiezingen wilt winnen, laat staan president wil worden.
In New Hampshire was de overwinning bij de Republikeinen voor de luidruchtige zakentycoon Donald Trump. Mainstream-Republikein Marco Rubio moest tevreden zijn met een schamele vijfde plaats.
Bij de Democraten was het spektakel nog indrukwekkender. De 74-jarige socialistische senator Bernie Sanders, die amper bekend was toen hij vorig jaar de presidentsrace binnenstapte, triomfeerde met 60 procent van de stemmen. Zijn tegenstandster was een voormalige First Lady en de minister van Buitenlandse Zaken, maar dat mocht niet baten. Hillary Clinton moest tevreden zijn met 38 procent.
De outsiders zijn insiders geworden in de strijd om het Amerikaanse presidentsschap. De race is nog lang, en het is nog altijd weinig waarschijnlijk dat Trump of Sanders het uiteindelijk zullen halen. Maar puur denkbeeldig is het niet meer. Of zoals Trump het onlangs op zijn manier verwoordde: “Ik zou in New York op 5th Avenue mensen mogen neerschieten, dan nog zou ik geen kiezers verliezen.”
De Amerikanen hebben recht op hun ongenoegen
De dramademocratie is daar niet vreemd aan. Goedgebekte figuren als Trump en Sanders passen naadloos in de snelle en hapklare formats van de media en hun verkiezingsshows. Maar dat alleen kan het verschijnsel niet verklaren. De Verenigde Staten zijn het land waar de ongelijkheid de voorbije jaren het sterkst is toegenomen, alle politieke retoriek ten spijt. De middenklasse heeft het moeilijk. Gewone mensen zitten met zorgen over hun toekomst en die van hun kinderen, maar ze hebben de indruk dat het politieke establishment alleen zichzelf helpt. Hillary Clinton wist zich geen houding te geven toen Sanders haar in een debat voor de voeten wierp dat ze van de zakenbank Goldman Sachs omgerekend 600.000 euro had gekregen voor een toespraak.
Ervaring is geen voorwaarde meer om geloofwaardig te zijn. Het is bijna een smet op het blazoen. Dat houdt ook gevaren in. Polarisering lost geen problemen op, ze maakt ze alleen maar groter. Om de ongelijkheid in de Verenigde Staten te verminderen, zal het echt niet helpen om “de banen terug te pakken die Japan en China van ons gestolen hebben”, zoals Trump onlangs uitriep.
De tijd van de simpele en homogene samenleving is voorbij. De maatschappij is complex en veelkleurig geworden, het bestuur ervan vergt overleg en vakkennis. Ook de internationale verhoudingen zijn niet meer wat ze geweest zijn. De confrontatie met nieuwe grootmachten en wereldwijde economische onevenwichtigheden vergen tact, beheersing en technische expertise.
De Amerikanen hebben recht op hun ongenoegen. Maar buitenstaanders zijn daarom nog geen betere beleidsmakers.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier