Schuldmoratorium voor bedrijven in de maak
De regering geeft bedrijven met tijdelijke betalingsproblemen ademruimte. Op voorwaarde dat ze financieel gezond waren voor de coronacrisis, zijn ze tijdelijk beschermd tegen onder meer inbeslagnames en faillissement op verzoek van schuldeisers. De regeling geldt vanaf volgende week voor een beperkte tijd.
De regering heeft met steun van andere partijen “tijdelijke en uitzonderlijke maatregelen” uitgewerkt die de overlevingskansen van bedrijven in moeilijkheden moeten vergroten, zegt minister van Justitie Koen Geens. Het gaat om een moratorium op insolventieprocedures, dat volgende week worden goedgekeurd, nadat de Raad van State het voorstel heeft kunnen bestuderen. Het zou gelden tot 3 mei, maar de meeste waarnemers denken dat een verlenging onvermijdelijk is.
Ondernemingen die tijdelijk in financiële moeilijkheden verkeren, kunnen normaal bescherming tegen schuldeisers vragen via de gerechtelijke reorganisatieprocedure voor de ondernemingsrechtbank (de vroegere WCO, wet op de continuïteit van ondernemingen). Om te vermijden dat door de coronacrisis een stormloop op de ondernemingsrechtbanken ontstaat om zo’n regeling uit te werken, wil de regering een tijdelijke opschorting van de insolventieregels.
Dat houdt in dat de ondernemingen beschermd worden tegen inbeslagnames. Ze kunnen niet failliet verklaard worden op verzoek van hun schuldeisers (wel op verzoek van het openbaar ministerie). Overeenkomsten kunnen niet beëindigd worden bij wanbetaling. Bij liquiditeitsproblemen zijn bestuurders niet verplicht de boeken neer te leggen.
“Dit moratorium is een goede zaak”, oordeelt Stan Brijs, vennoot bij het advocatenkantoor NautaDutilh en insolventiespecialist. “Het geeft ondernemingen adempauze om buiten de rechtbank oplossingen uit te werken voor liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis. Zo kan een huurder overleg plegen met de eigenaar over nieuwe contractvoorwaarden om de continuïteit te bewaren. Ook klanten en leveranciers kunnen solidair oplossingen zoeken. Het laat ondernemingen ook toe in een serene sfeer oplossingen te zoeken via de rechtbank, zoals een gerechtelijke reorganisatie.”
De regeling is niet bedoeld voor ondernemingen die voor de coronacrisis al virtueel failliet waren. De voorzitter van de ondernemingsrechtbank kan op verzoek van de schuldeiser de tijdelijke opschorting opheffen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier