‘Ons kapitalistische systeem moet terug naar de tekentafel’

DANI RODRIK "Economen zijn doorgeslagen met hun pleidooi voor globalisering." © National

In 1997 waarschuwde Dani Rodrik al voor de schaduwkanten van de globalisering, maar niemand sprak erover. “Iedereen dacht dat internationale handel alleen maar winstvoordelen zou opleveren. De realiteit werd onder het tapijt geschoven”, zegt de econoom.

Dani Rodrik heeft gelijk gekregen: hyperglobalisering staat op gespannen voet met de democratie. Burgers in westerse landen vertrouwen de belofte van economische voorspoed van politici en economen niet meer. Rodrik (59) is hoogleraar internationale politieke economie aan Harvard University en een van de grootste experts in de wereld over de impact van globalisering.

Rodrik heeft een goed gevoel voor timing. Hij schreef in 1997 het baanbrekende boek met de veelzeggende titel Has Globalization Gone Too Far?. Meteen daarna brak de Azië-crisis uit. Zes jaar geleden kwam de hoogleraar van Turkse komaf met de bestseller The Globalization Paradox. Opnieuw liet Rodrik zien de tijdsgeest haarfijn aan te voelen. Kenners noemden het boek verplicht leesvoer voor alle nationale politici en beleidsmakers die zich afvragen wat de rol is van nationaal beleid in een tijdperk van globalisering. Het boek valt samen met zijn eerste werk te lezen als een waarschuwing voor de opmars van sterke leiders, zoals de aankomende Amerikaanse president Donald Trump. Rodrik zegt dat de meeste economen oogkleppen ophadden en de schaduwkanten van de globalisering en de vrijhandel niet wilden zien. Onlangs publiceerde hij Economics Rules: The Rights and Wrongs of the Dismal Science. Dat gaat over de tekortkomingen in de economische wetenschap.

In 1997 waarschuwde u als een van de eerste economen voor ‘maatschappelijke ontwrichting’ en ‘breed verzet in samenlevingen’ als gevolg van de globalisering. Denkt u dat 2016 een kantelpunt is?

Rodrik: “Zeker voor politieke elites, technocraten en economen. Pas nu beseft men dat fundamentele veranderingen gaande zijn diep in de samenleving, die bepaalde politieke reacties opleveren. De brexit, Trump, het Italiaanse referendum zijn allemaal uitingen van onvrede die je van mijlenver had kunnen zien aankomen. We zien een herwaardering van de natiestaat. Veel van onze opvattingen over hoe de wereld werkt veranderen.”

Wat kunnen Europeanen leren van de Amerikaanse verkiezingen?

Rodrik: “Hillary Clinton faalde omdat ze zichzelf neerzette als een betrouwbare en geloofwaardige kandidaat, terwijl ze te veel geassocieerd werd met beleid uit het verleden. Trump zette de Chinezen en de Mexicanen neer als zondebokken, maar Clinton kon niet uitleggen waarom de middenklasse is achtergebleven. We hebben nieuwe politieke leiders nodig. Met een schone reputatie en een overtuigend verhaal.”

Waren veel Trump-aanhangers niet beter af geweest met haar agenda?

Rodrik: “Met haar beleid was weinig mis. Dat kiezers toch voor Trump gingen, is niet irrationeel. Kiezers stemmen wel vaker tegen hun eigenbelang. Alles draait om geloofwaardigheid. Amerikanen zagen in Clinton iemand die ingekapseld was door banken en handelsakkoorden bevorderde totdat het een politieke last werd. Mensen wantrouwden de boodschapper. Dan doet de boodschap er niet meer toe.”

Wat zijn de verschillen met Europa?

Rodrik: “In de Verenigde Staten was sprake van een backlash tegen globalisering. In Europa draait het om Brussel en de euro. Immigratie is vooral een manier voor rechts om mensen te mobiliseren. Het fundamentele probleem is niet dat mensen racisten zijn. Als mensen zich economisch onzeker voelen, is immigratie dé knop voor rechts om zijn politieke agenda door te drukken. Politieke integratie zal een inhaalslag moeten maken op economische integratie.”

Trumps campagne is doorspekt van protectionistische ideeën, zoals invoerheffingen en heronderhandeling van handelsakkoorden. Zijn credo: Buy American en Hire American. Wat kunnen we verwachten?

Rodrik: “We zullen een terugkeer naar patriottistische waarden zien. Trump zal meer nadruk leggen op binnenlandse economische prioriteiten. Het is geen slecht idee. Dat hebben meer landen in de wereld nodig. Maar ik geloof niet dat er snel een grote golf van protectionisme volgt.”

In hoeverre is de globalisering op haar retour?

Rodrik: “We zullen enige tijd in een impasse raken. Ook vanwege onderliggende economische redenen. Het was goedkoper producten in lagelonenlanden te produceren. Maar nu is het vaak goedkoper om de productie aan robots uit te besteden in eigen land.”

U stond eind jaren negentig eenzaam in het debat. Nu de keerzijde van de globalisering aandacht krijgt en zelfs verkiezingen domineert, neemt u gas terug met nuanceringen. Kunt u een voorbeeld geven?

Rodrik: “Ik geef er twee. Neem de discussie over de bijdrage van handel aan het verlies van productiewerk. Het versoepelen van de handelsrelaties met China heeft daar zeker een rol in gespeeld, maar ik denk niet de belangrijkste. De werkgelegenheid in de maakindustrie is overal gedaald. Ik denk dat technologische veranderingen en automatisering een veel grotere rol spelen dan het verplaatsen van werknemers naar landen met lage inkomens. Dat betekent dat puur protectionisme, zoals Trump voorstelt, niet toereikend is om banen terug te halen.”

Robots pikken de banen, niet Chinezen en Mexicanen.

Rodrik: “Het verdwijnen van laaggeschoolde banen was allang gaande voordat outsourcing in de mode raakte. Het verlies van productiebanen in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië gaat helemaal terug naar de jaren zestig. Dat was ver voor de ondertekening van handelsovereenkomsten zoals NAFTA en de toetreding van China tot de Wereldhandelsorganisatie.”

Is het verhuizen van banen door Amerikaanse of Europese bedrijven niet gewoon de laatste stap voor complete automatisering?

Rodrik: “We zien inderdaad almaar meer automatisering in landen als Mexico en China. Werknemers schroeven hun vaardigheden op en veel eenvoudig werk wordt overgenomen door robots. Technologische verandering is de dominante kracht achter de-industrialisatie en de veranderingen op de arbeidsmarkt. We moeten met ons kapitalistische systeem terug naar de tekentafel. We moeten de keerzijde van globalisering aanpakken, maar ook de keerzijde van snelle innovatie en technologische veranderingen. Uiteindelijk is het een goede zaak. Het zal de productiviteit opjagen, waardoor we misschien minder hard hoeven te werken.”

Wat is het andere voorbeeld van misvattingen over globalisering?

Rodrik: “Dat gaat over de bezorgdheid over sociale dumping. Dat is het idee dat westerse landen fout zijn als ze handel drijven met landen die werknemers geen rechten geven of niets doen aan milieubescherming. Schending van de fundamentele arbeidsnormen, kinderarbeid en werk in onveilige omstandigheden zijn echte voorbeelden die voortvloeien uit het mondiale handelsregime. Het gebeurt. Maar niet vaak. Lage lonen in exporterende landen wijzen niet meteen op sociale dumping. De lonen weerspiegelen meestal het feit dat de landen arm zijn en een lage arbeidsproductiviteit hebben. Als een minimumloon wordt vastgesteld op een relatief laag niveau, betekent dat niet meteen dat werknemers worden uitgebuit.”

Waarom hebben politici zo weinig aandacht besteed aan de prijs voor globalisering? Is er bewust gelogen dat de vrije handel iedereen ten goede zou komen?

Rodrik: “De realiteit werd onder het tapijt geschoven. Er is wel een belangrijk verschil tussen Europa en de Verenigde Staten. Europa stelde zich al veel eerder open voor internationale handel, in de jaren vijftig en zestig. Maar het deed ook veel om de nadelen op te vangen. Landen breidden tegelijkertijd hun sociale vangnet uit.”

Was er in de Verenigde Staten geen flankerend nationaal beleid om verliezers te compenseren?

Rodrik: “Toen de Verenigde Staten zich open begonnen te stellen voor internationale handel in de jaren tachtig, heerste een ander intellectueel klimaat. Reaganisme domineerde. Er was breed verzet tegen een grote overheid. Het socialezekerheidsstelsel werd uitgekleed. Men dacht dat sociale steun mensen verkeerde prikkels zou geven. Ik denk dat dat de reden is waarom handel in de Verenigde Staten zó politiek omstreden is geworden. In Europa is veel meer aandacht voor de keerzijde van internationale handel. De aandacht richt zich veel meer op Brussel, de euro en de jongste tijd ook op immigratie. Groot-Brittannië stemde voor de brexit, maar wil meer vrijhandel.”

Waarom hebben de meeste economen zo weinig aandacht gehad voor de keerzijde van globalisering?

Rodrik: “De trend van globalisering is al geruime tijd gaande. Ik schreef er voor het eerst al bijna twee decennia geleden over, maar ik was niet alleen. Een deel van de onvrede borrelde al meteen op. Dat kwam voort uit de wetenschap. De economische theorie leert ons veel over de distributieve gevolgen van de globalisering. Kijk naar de economische geschiedenis en de toestand van de wereld in het eerste tijdperk van globalisering, ten tijde van de gouden standaard. Maar de meeste economen zagen het niet. Dat komt omdat ze een zwak hebben voor vrijhandel en de theorie van de comparatieve voordelen.”

Dat is de theorie die begin negentiende eeuw werd ontwikkeld door de klassieke econoom David Ricardo. Landen moeten zich specialiseren in de productie van die goederen waarin ze een comparatief voordeel hebben ten opzichte van andere landen omdat ze het goedkoper kunnen produceren.

Rodrik: “Iedereen dacht dat internationale handel alleen maar winstvoordelen zou opleveren. Maar het was niet zo moeilijk te zien dat een aantal problemen aan de horizon zou opdoemen. We zijn te gretig geworden in de verkoop van het idee. We hebben niet genoeg de keerzijde benadrukt. Als de productie wordt geherstructureerd, zullen sommige mensen pijn lijden. Mensen zien hun banen verplaatst worden naar het buitenland. Het is niet eens onverwacht en het had economen dus ook niet mogen verrassen.”

Welke rol speelde het bedrijfsleven in de dominante ideologie die voorschreef dat vrijhandel goed voor iedereen is?

Rodrik: “Economen zijn doorgeslagen met hun pleidooi voor globalisering. Het bedrijfsleven lobbyde sterk voor hyperglobalisering en handelsakkoorden. Multinationals, exporteurs, farmaceutische bedrijven en financiële instellingen probeerden handelsakkoorden door te drukken die het lucratiefst waren voor henzelf. De economische beroepsgroep werd gevangengenomen door pleitbezorgers van die ‘special interests‘. In plaats van tegenwicht te bieden, werden economen bondgenoten. Dat is de reden waarom wij als economen een groot deel van onze geloofwaardigheid hebben verloren. Helaas worden we geassocieerd met de elites die in de Europese interne markt handelsovereenkomsten doordrukten.”

Hoe kunnen economen hun geloofwaardigheid terugwinnen?

Rodrik: “Ik denk dat economen op het terrein van financiële globalisering en deregulering kritischer zijn geweest. Veel economen hebben zich uitgesproken tegen de nogal hersenloze financiële liberalisering in veel landen. Het ontbreken van adequate toezichthoudende controles en voldoende kapitaalvereisten voor banken is aan de kaak gesteld. Veel economen spraken over de nadelen van het vrije verkeer van kapitaal. Op het terrein van handel halen economen nu een achterstand in met een aantal serieuze academische studies naar de kosten van de globalisering.”

Gerben Van Der Marel in New York

Partner Content