Olieprijs klimt weer, maar hoelang nog? ‘Match tussen OPEC+ en Federal Reserve zal over lot van wereldeconomie beslissen’
De onvrede tussen de Verenigde Staten en Saudi-Arabië vindt zijn weerslag op de grondstoffenmarkt. De beslissing vorige maand van het oliekartel OPEC+, met Riyad als medeoprichter en Moskou als relatief nieuwe aanwinst, om de productie van ruwe olie terug te dringen, geldt als het beste bewijs van de verzuurde relatie tussen het streng islamitische koninkrijk en Washington. Intussen stijgt de olieprijs weer. Hoelang oefent dat geopolitieke schaduwtheater van oliespelers nog invloed uit op de wereldeconomie? Trends vroeg het aan Frank Vranken, hoofdstrateeg bij Edmond de Rothschild.
De olieprijs is de jongste dagen weer aan een opmars bezig. Zo klom de prijs van een vat ruwe Brent-olie, de referentieprijs in Europa, woensdag naar het op een na hoogste niveau van het jaar (87 dollar per vat). Fatih Birol, de topman van het Internationaal Energieagentschap (IEA), waarschuwt dat de prijzen in de tweede jaarhelft nog fors hoger kunnen schieten. Moet de wereldeconomie zich opmaken voor een nieuwe hausse van het zwarte goud, of loopt het zo’n vaart niet?
FRANK VRANKEN. “Ik zie de prijs tussen 75 en 85 dollar schommelen in het tweede deel van het jaar, dus ik gok op een neerwaartse trend.”
U zit niet in het kamp-Birol. Waarom?
VRANKEN. “Met een boutade zeg ik vaak dat dit jaar een match wordt tussen de OPEC+ en Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank. Als de Amerikaanse inflatiecijfers niet hoog blijven, zal de Fed alleen nog kleine renteverhogingen doorvoeren en op termijn geheel met de interest-rate hikes kappen. Dan vertraagt de economie, en dan zal ook de vraag naar olie dalen. Tenzij er nog onverwachte geopolitieke spanningen komen natuurlijk.”
U verwacht alsnog die lang voorspelde recessie.
VRANKEN. “Volgens het Internationaal Monetair Fonds gaan we naar een groeivertraging. Zo wordt in 90 procent van de ontwikkelde landen dit jaar een lagere groei voorspeld dan in 2022. De daling van de leencapaciteit en de credit crunch bij de regionale banken in de VS zijn daar onder andere voor verantwoordelijk. Ik zie die kredietschaarste bij de Amerikaanse banken een deel van het werk van de Fed doen. Een oververhitte economie dient eerst afgekoeld vooraleer ze kan versnellen. En pas in dat laatste geval stijgt de vraag naar grondstoffen ook weer.”
De Amerikaanse president, Joe Biden, heeft verschillende keren gepleit bij OPEC+ om de productie te verhogen. Tevergeefs. Ooit klonk Amerika’s stem veel luider. Moeten we de afkalvende invloed van het Westen op het oliekartel niet problematisch vinden?
VRANKEN. “Ik denk dat het feit dat OPEC+ een eigen koers vaart meer te maken heeft met deglobalisering dan met aanvaringen tussen de Saudi’s en de Amerikanen. De race tegen de tijd, vanwege de elektrificatie van de economie, is van tel. Daarnaast is de schalie-olieproductie in de VS een factor. Biden gaat voor een tweede ambtstermijn en wil niet afgerekend worden op de prijzen aan de pomp. Ook belangrijk is de opkomst van China en India, twee grote olie-afnemers, de voorbije jaren.
Ik zou terug willen komen op die race tegen de tijd. De Europese Unie wil dat vanaf 2035 uitsluitend nog elektrische wagens worden verkocht. Dan moet je, als olie-exporterend land, van ruwe aardolie het beste maken zolang je dat nog kan. Denk ook dat de OPEC+ geschrokken is dat de gasprijs zo is teruggevallen en dat Europa er zo goed bovenop gekomen is.
Voorts wil ik opmerken dat alle landen in dat kartel ook gewoon hun individuele belangen behartigen. Saudi-Arabië, bijvoorbeeld, wil cash voor zijn megalomane smart city-plannen, Rusland moet een oorlog financieren die een arm en een been kost. Ze zijn daar allemaal voor zichzelf aan het rijden; en slijten zo veel mogelijk vaten ruwe olie nu het nog kan.”
Bekijk ook de reportage van Kanaal Z:
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier