Nobelprijs voor twee economen die de opbrengst van veilingen omhoogjoegen

De Nobelprijswinnaars Economie Robert Wilson en Paul Milgrom © reuters
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

Veel landen mogen Paul Milgrom en Robert Wilson dankbaar zijn. Dankzij de twee Stanford-economen brengen veilingen van bandbreedte voor mobiele telefonie meer geld in de overheidskassa. De twee economen krijgen de Nobelprijs voor de Economie.

Als economen al in een ivoren toren zouden zitten, dan bewijzen de twee kersverse Nobelprijswinnaars voor de Economie het tegendeel. “Het werk Paul Milgrom en Robert Wilson is een voorbeeld van hoe theorie en praktijk elkaar wonderwel kunnen vinden”, zegt Jan Bouckaert, gewoon hoogleraar economie aan de Universiteit Antwerpen. “Ze zijn vooral bekend om hun inzichten over veilingen, waarbij het gaat over de verkoop van meerdere objecten aan verschillende kopers tegelijkertijd. Een voorbeeld daarvan zijn veilingen van bandbreedtes of frequenties aan mobiele operatoren. Milgrom en Wilson schreven een leidraad voor hoe je zo’n veiling het best aanpakt. Hoe zorg je ervoor dat de veilingopbrengst zo hoog mogelijk wordt, en dat de geveilde objecten in handen komen van de bieder die de beste diensten levert aan zijn klanten? Hoe vermijd je dat kopers samenspannen om de prijzen laag te houden, zodat de veiling haar competitief karakter verliest?”

Ook de stroomleveranciers zijn schatplichtig aan de Nobelprijswinnaars. “De verkoop van stroom gelijkt op een veiling”, aldus Bouckaert. “Er zijn verschillende klanten tegelijkertijd, terwijl de capaciteit van het transportnet en het aanbod van stroom beperkt zijn.”

Veel landen hebben de aanbevelingen van Milgrom en Wilson ter harte genomen. In 1994 heeft de Amerikaanse overheid als eerste hun veilingmethoden gebruikt voor de verkoop van radiofrequenties aan telecomoperatoren. Sindsdien zijn vele landen het Amerikaanse voorbeeld gevolgd. “De bevindingen van beide economen hebben de maatschappij veel opgebracht”, zegt Peter Fredriksson, voorzitter van het comité dat de prijs toekent. Ook Bouckaert looft de beide economen om de praktische haalbaarheid van hun adviezen. “Een mooie economische theorie is niet altijd uitvoerbaar. Milgrom en Wilson wisten beide aspecten te combineren.”

Dag- en nachttarieven

Milgrom is professor aan de Californische Stanford Universiteit. Wilson is met emeritaat, maar werkte aan dezelfde universiteit. Officieel krijgen ze niet de Nobelprijs, want die bestaat eigenlijk niet voor economie. Ze krijgen de ‘De Prijs van de Zweedse centrale bank ter nagedachtenis van Alfred Nobel’, wat dan de Nobelprijs voor de Economie is gaan heten.

Het onderzoek van Milgrom en Wilson gaat over veel meer dan alleen veilingen. “Wilson deed bijvoorbeeld veel werk rond de zogenoemde peak load pricing, waarbij consumenten van water een hogere prijs moeten betalen in piekperiodes”, zegt Bouckaert. “Ook dag- en nachttarieven voor elektriciteit zijn een voorbeeld van peak load pricing. Het komt erop neer dat je de vraag naar een bepaald goed of dienst stuurt via de prijzen.”

Gang of four

“Milgrom en Wilson maken deel uit van de zogenoemde gang of four van Stanford, samen met David Kreps en Robert Weber”, zegt Bouckaert. “De vier deden veel onderzoek naar het gedrag van bedrijven bij onvolledige informatie. Je bent bijvoorbeeld een monopolist die geconfronteerd wordt met een nieuwkomer op de markt. De nieuwkomer heeft een reële kans, want jij bent een inefficiënte ondernemer. Maar dat weet de nieuwkomer niet, of toch niet zeker. Welke tactieken ga je dan gebruiken om de nieuwkomer uit de markt te houden? Je kan hem op het verkeerde been zetten door onder de kostprijs te verkopen, het zogenaamde roofprijsgedrag. De gang of four is heel verdienstelijk geweest voor de theoretische onderbouw van het mededingingsbeleid.”

De economenwereld was ooit van mening dat de gang of four de Nobelprijs verdiende. Maar dat ging niet door, vertelt Bouckaert. “De Nobelprijs wordt maar aan maximaal drie economen tegelijk toegekend, en in de gang of four zat dus een econoom te veel. De prijs is dan maar naar Milgrom en Wilson gegaan, voor hun werk rond veilingen. Het stond in de sterren geschreven dat ze ooit zouden winnen, want ze staan al jaren op de shortlist. Terecht, want het zijn twee grote namen. Zij toonden aan dat theoretische inzichten zeer praktische toepassingen kunnen hebben.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content