Automatische indexering in Nederland? ‘België is een internationale aberratie voor een reden’
Onze noorderburen kreunen onder de inflatie en het verlies van koopkracht. Zo erg zelfs dat de Nederlandse vakbond FNV wil dat loonstijgingen voortaan automatisch gebeuren en minstens de geldontwaarding compenseren. Een loonindexering zoals we die in België kennen, met andere woorden. “Als ik mijn Nederlandse collega’s in Amsterdam daarover vertel, vallen die van hun stoel”, zegt Luc Aben, hoofdeconoom van de private bank Van Lanschot.
De grootste Nederlandse vakbond eist dat voortaan in alle collectieve arbeidsovereenkomsten een afspraak over automatische prijscompensatie wordt opgenomen, oftewel een loonstijging die minimaal gelijke tred houdt met de inflatie. “In de jaren met lage inflatie was het probleem niet zo groot. Maar nu worden we met een enorm koopkrachtverlies geconfronteerd”, zegt FNV-voorman Tuur Elzinga in het Financieele Dagblad. Trends.be vroeg aan Luc Aben en Marc De Vos – naast professor en opiniemaker van Trends ook arbeidsmarktdeskundige – of dat haalbaar is.
Lees verder onder de video
Vindt u het logisch dat, als oplossing voor het koopkrachtverlies, de Nederlandse vakbonden het ballonnetje van de loonindexering oplaten?
LUC ABEN. “Dit is de historiek: in Nederland zijn de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt een beetje vergelijkbaar met wat er in Duitsland gebeurd is aan het begin van de jaren 2000. Bondskanselier Gerhard Schröder hervormde toen de arbeidsmarkt met zijn Agenda 2010. Nederland was daar al iets langer mee bezig. In 1982 was er het Akkoord van Wassenaar. Dat hield eigenlijk een loonmatiging in, in ruil voor arbeidsduurverkorting. En dat is een belangrijke pijler geweest voor de degelijke prestaties van de Nederlandse economie. Het is logisch dat de werknemers nu een hand opsteken en zeggen dat ze de hoge inflatie niet meer aankunnen. In het algemeen zijn de lonen in Nederland trouwens gematigder gestegen dan in ons land. Of ze dan onmiddellijk moeten doorschieten naar een automatische loonindexering als structureel element van hun economie, dat is nog iets anders. Want verander je eigenlijk structureel een van de pijlers van je economische systeem. Wij vinden dat tamelijk normaal, zo’n loonindexering. Maar als ik daarover tegen mijn Nederlandse collega’s in Amsterdam vertel, dan vallen die van hun stoel.”
MARC DE VOS. “Ik weet het niet. Het feit dat België met zijn automatisch loonindexering de internationale aberratie is, heeft een reden. Voor de olieschokken in de jaren 1970 kenden meerdere landen een automatische loonindexering. De meeste hebben die afgeschaft omdat ze lessen hebben geleerd in de seventies. Een daarvan is dat als je niet goed oplet bij een inflatieopstoot, de automatische loonindexering een zelfvoedende spiraal op gang brengt die tot stagflatie kan leiden. Daar nu voor pleiten, gaat zó tegen de lessen van het verleden in.”
‘Rigide systeem’
Met welke kwalijke gevolgen houdt het Nederlandse pleidooi voor loonindexering dan geen rekening?
DE VOS. “De automatische loonindexering is een heel rigide systeem op verschillende vlakken. Zodra dat is vastgeklikt, zit je eraan vast en krijg je loonstijgingen op momenten dat je ze kunt missen als kiespijn. In België hebben wij dat bijvoorbeeld gehad tijdens en na corona. We hebben ook twee loonindexeringen gehad in het midden van de bankencrisis. Dan berokken je gewoon schade aan je economische basis en aan de algemene tewerkstelling, ten voordele van mensen wier job eigenlijk gegarandeerd is.
“En er is de competitiviteit. Als de Nederlandse vakbonden dit op tafel leggen, weet je dat er heel veel onderhandelingsenergie zal gaan naar allerlei modaliteiten en beperkingen om te vermijden dat je de export en de internationale competitiviteit van Nederland niet ondergraaft. Die energie gaat eigenlijk voor een groot deel naar het beheersen van de excessen en de risico’s, in plaats van naar iets anders. Dat leidt tot een soort permanente verzuring van de relaties tussen werkgevers en vakbonden. Het feit dat je automatisch de lonen laat stijgen, haalt ook veel zuurstof uit het sociaal overleg.”
ABEN. “Lonen of arbeidskosten spelen een belangrijke rol in de concurrentiekracht van een land. Je internationale concurrentiepositie is heel relevant. De loonkosten in België zijn hoog. Dat heeft niet alleen te maken met de automatische loonindexering, maar ook met fiscale en parafiscale lasten. Dus dat verruimt de discussie al.
‘Nederland staat voor competitiviteit in de top 10 wereldwijd. Dat heeft niet alleen te maken met de lagere loonkosten’
Frank Aben (Van Lanschot)
“In de globale competitiviteitsranglijstjes staat Nederland in de top 10. Dat heeft voor een stuk te maken met de lagere loonkosten, maar ook met bijvoorbeeld de flexibele arbeidsmarkt. Ik verwijs naar de bol.com‘s die net over de grens een distributiecentrum plaatsen, en niet in Antwerpen. Ook rechtszekerheid speelt mee. Kijk naar Ineos. Ik begrijp de angst van de werkgevers, maar er speelt veel meer dan de lonen alleen. Het is niet zo dat als de lonen in Nederland automatisch geïndexeerd worden, dat ASML dan minder hoogwaardige technologische machines zal kunnen exporteren.”
‘Instrument voor nivellering’
DE VOS. “Een automatische indexering betekent ook dat de evolutie van de lonen in grote mate gestandaardiseerd wordt, er komt een nivellering van de loonevolutie. Een van de redenen waarom onze vakbonden zo graag de indexering behouden, is dat ze die zien als een instrument voor nivellering van loonverschillen, eerder dan een booster van de koopkracht. Vakbonden hebben niet graag loonongelijkheid. Dat terwijl zeker een economie zoals de onze, met zeer sterke regionale verschillen, eigenlijk gebaat zou zijn met meer loonverschillen.”
Hoezo?
DE VOS. “Het feit dat Wallonië al meer dan vijftig jaar achterloopt op Vlaanderen, alle relancepogingen ten spijt, heeft in toenemende mate te maken met het feit dat de lonen in Wallonië in verhouding te hoog zijn en in Vlaanderen te laag. Stel dat we de automatische loonindexering niet zouden hebben, dan zouden de loonkosten in Wallonië een stuk interessanter zijn voor investeerders dan in Vlaanderen. De realiteit zou zijn dat werken in Vlaanderen voor Waalse werkzoekenden of niet-actieven veel interessanter zou zijn dan nu. Die twee componenten zouden we echt kunnen gebruiken in onze economie. Dan zouden er veel meer privé-investeringen naar Wallonië gaan, in plaats van publieke investeringen.”
‘Het feit dat Wallonië al meer dan vijftig jaar achterloopt op Vlaanderen, heeft in toenemende mate te maken met het feit dat de lonen in Wallonië in verhouding te hoog zijn en in Vlaanderen te laag’
Marc De Vos (arbeidsmarktdeskundige)
Populisme
Hoe groot is de kans dat Nederland ons model kopieert?
DE VOS. “Ik ken de Nederlandse situatie niet goed, maar ik begrijp wel de redenering: ‘We gooien een straffe claim de media in’. Ik ontwaar daarin vooral symboliek: ze zijn eigenlijk al bezig met populisme en politiek, in plaats van als volwassen mensen rond een tafel te gaan zitten. En dus kiest men voor een agressieve tactiek om de parameters van het spel te veranderen. Het zou mij sterk verwonderen mocht dat lukken.”
ABEN. “Er is een ruimere discussie aan de gang. Het is altijd gevaarlijk om daar een voorspelling over te doen. Wat zeker klopt: in een onderhandeling tussen werkgever en werknemer, worden de zwart-witte argumenten altijd sterk naar voren geschoven. Voor de grijstinten: wait and see.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier