‘Verplichte verhoging rente spaarboekjes plant de zaadjes van de volgende crisis’

Pierre Wunsch, de gouverneur van de Nationale Bank. Foto: Belga Image

De Nationale Bank van België (NBB) is geen voorstander van een koppeling van de rente op de spaarboekjes aan die van de Europese Centrale Bank (ECB). Dat zegt de instelling in een advies dat ze vrijdag overmaakte aan de regering, en waarover het persagentschap Belga bericht. De NBB vreest dat een koppeling “verstrekkende gevolgen zou hebben voor de rentabiliteit, het renterisicobeheer en de solvabiliteit van banken en bij uitbreiding voor de financiële stabiliteit.” Professor financiële economie Hans Degryse (KU Leuven) onderschrijft dat advies in een reactie aan Trends.

De federale regering besliste vorige week een advies te vragen aan de NBB over een verhoging van de rente op spaarboekjes. Die rente is immers maar heel licht gestegen, en dat terwijl de rente die banken krijgen om hun geld te parkeren bij de ECB – de depositorente – wel sterk de hoogte is ingegaan: van -0,5 procent naar 3,25 procent.

De Vlaamse sociaaldemocraten van Vooruit hadden daarop voorgesteld de rente van de spaarboekjes te koppelen aan die van de ECB. “Banken laten spaarders niet meegenieten van de extra winsten die ze realiseren”, liet Melissa Depraetere, volksvertegenwoordiger voor Vooruit, optekenen in een gesprek met Business AM.

Ook andere partijen drongen erop aan de rente op de spaarboekjes verplicht te verhogen.

Ongewenste neveneffecten

In haar advies dat de NBB vrijdag overmaakte aan de regering, laat de Belgische financiële instelling weten dat ze daar geen voorstander van is. “Ingrijpen in de minimumvergoeding van de spaarrekeningen zoals in de wetsvoorstellen (…) kan belangrijke ongewenste neveneffecten genereren en een reële bedreiging inhouden voor de stabiliteit van onze banksector en zo de financiële stabiliteit in het gedrang brengen”, luidt het advies. 

“De spaarrekeningen zijn een belangrijke bron voor de financiering van de leningen aan Belgische huishoudens en ondernemingen”, betoogt de NBB. “Het behoud van het stabiele karakter van die deposito’s is daarom belangrijk voor zowel de financiële intermediatie in België als voor de stabiliteit van het Belgisch financieel systeem.”

“De wettelijke ingreep, zoals beschreven in de wetsvoorstellen, kan verstrekkende gevolgen hebben voor de rentabiliteit, het renterisicobeheer en de solvabiliteit van banken en bij uitbreiding voor de financiële stabiliteit”, aldus de redenering van de NBB. 

300 miljard euro spaargeld

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Het hoofd van de Onderzoeksgroep Finance van de KU Leuven, professor Hans Degryse, sluit zich aan bij de analyse van de NBB. “Het is een verstandig advies om de spaarrente niet te koppelen aan de beleidsrente van de ECB. Zodra je die koppeling maakt, blijft die voor geruime tijd gelden. Dan is er geen politicus die het aandurft die terug te schroeven, wat de situatie ook is.”

De banken verwelkomen een hogere spaarrente niet, omdat ze in het huidige economische klimaat een uitgelezen kans zien om hun portefeuille te compenseren die al jarenlang bestaat uit kredieten met een lage rente. “De banken komen uit een lastige periode met een negatieve rente, waarbij ze geld moesten betalen om spaargeld bij de ECB te stallen”, duidt de professor financiële economie.

De Belgische banken hebben dankzij de spaarzame Belg ook ruim voldoende deposito’s in hun balans: op gereglementeerde spaarboekjes staat maar liefst 300 miljard euro geparkeerd. Als de overheid de banken gaat verplichten daar in een keer een rente van 1,5 procent op te betalen, zou dat de gehele bankensector 4,5 miljard euro kosten, becijferde de NBB.

“Zo’n verplichte verhoging van de spaarrente plant de zaadjes van de volgende crisis”, besluit professor Degryse. “Je weet ook niet wat de ECB nog gaat doen. Stel dat de beleidsrente naar 5 procent gaat, en je koppelt daar de spaarrente aan, dan ben je – met een boutade – het faillissement van de banken aan het institutionaliseren.”

Advies voor spaarders

De spaarrente ziet professor Degryse op korte termijn dus niet naar omhoog gaan. Spaarders raadt Degryse dan ook aan naar andere financiële producten te kijken dan spaarrekeningen. Welke dat precies zijn, deed hij in een onderstaand gesprek met Trends uit de doeken:

Gebrek aan concurrentie

Degryse laakte in dat eerder gesprek ook het gebrek aan concurrentie op de Belgische bankenmarkt. Ook dat zou de oorzaak zijn van het uitblijven van een verhoging van de spaarrente. “Als we de concurrentie willen doen toenemen en buitenlandse banken willen aantrekken, doen we dat niet door de minimumrente te verhogen”, liet hij nog optekenen.

“Banken die een uitbreiding naar de Belgische markt overwegen, botsten vandaag al op tal van regels die onze overheid heeft opgelegd. Typisch Belgische specificiteiten. Veel beter zou de politiek structureel te werk gaan door al die regelgeving opnieuw onder het vergrootglas te leggen.”

Andere redenen voor de lage spaarrente zijn “het feit dat de spaarrekening een fiscaal voordelig product is”, en “de bankentaks van 0,35 procent”. 

Geleidelijke verhoging

De NBB raadt de banken intussen aan om verder werk te maken van een geleidelijke verhoging van de vergoeding van de gereglementeerde spaarrekeningen, die op termijn dichter bij de ECB-rente moet liggen. De NBB heeft ook de procedure opgestart om het advies van de ECB in te winnen.

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content