Na de opvangplaatsen, de organisatie: ‘De draaiboeken voor de nooddorpen zullen afhankelijk zijn van de bewoners’
Tegen eind maart wil Vlaanderen 18.000 Oekraïense vluchtelingen opvangen. Dat kunnen er volgens prognoses tot 120.000 worden. Er worden in ijltempo opvangplaatsen beschikbaar gesteld, maar de organisatie ervan moet nog worden afgeklopt. “We krijgen steeds meer vragen van lokale besturen om te helpen bij de operationele ondersteuning op die locaties”, zegt Jan Poté, woordvoerder van Rode Kruis-Vlaanderen.
Van sporthallen tot leegstaande vaccinatiecentra en zelfs kloosters: lokale besturen denken buiten de bestaande hokjes om Oekraïense vluchtelingen een dak boven het hoofd te bieden. Zo’n 7.000 mensen hebben zich intussen in Brussel aangemeld. Volgens prognoses kan dat aantal oplopen tot 120.000 personen. Het gaat vooral om vrouwen en kinderen.
“Prepare for the worst, hope for the best“, zei Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) bij de voorstelling van de plannen. Tegen het einde van deze week moeten 6.000 plaatsen beschikbaar zijn, op het einde van de maand 18.000.
Die bedden moeten ons door de eerste noodfase loodsen. Daarvoor kijken de federale en regionale overheden voornamelijk naar de lokale besturen. De aanwezigheid van basisvoorzieningen, zoals verwarming, stromend water, internetaansluiting en een keuken, geven de doorslag. Maar steden en gemeenten gaan verder en contacteren ook bedrijven die wooncontainers of tenten kunnen leveren. Zo heeft de stad Mechelen vandaag (dinsdag) een eerste vier containers gemonteerd op het hoteldomein Montréal om gezinnen onderdak te bieden, naast de twintig kamers die in het hotel zelf beschikbaar worden gesteld. Steden en gemeenten krijgen van Vlaanderen 1.000 euro per opvangplaats die voor minstens drie maanden lang kan worden ingenomen door een vluchteling.
Daarnaast zijn er door de #plekvrij-campagne zo’n 20.000 plaatsen beschikbaar bij particulieren. Dat is echter geen langetermijnoplossing. Niemand weet hoe lang de oorlog zal duren. We kunnen niet verwachten dat gezinnen maanden of zelfs jaren (een deel van) hun privacy opgeven om de oorlogsvluchtelingen onderdak te bieden.
Daarom worden sociale woningen die door renovatiewerken leegstaan, versneld opgeknapt. Dat aantal kan oplopen tot 4.000 woningen, goed voor nog eens 10.000 plaatsen. De Vlaamse regering maakt geld vrij om bij te dragen aan die opknapwerken.
Nooddorpen
Vanaf 15 juli zal de tweede fase van de opvang van start gaan. Dan moeten de nooddorpen operationeel zijn. Concreet gaat hem om vijftien tot twintig woondorpen in Vlaanderen, waar telkens ongeveer 250 woonunits zullen staan, verduidelijkte Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open Vld). Zo wil de overheid voorkomen dat de lokale overheden overbelast worden. De locaties liggen nog niet vast, wel is duidelijk “dat ze over heel Vlaanderen verspreid zullen worden”.
In die dorpen zullen de Oekraïense vluchtelingen medische zorgen kunnen krijgen en zal er aandacht zijn voor de mentale gezondheid. De zorg verloopt via de bestaande eerstelijnszones en de Centra voor Algemeen Welzijn (CAW). Minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) maakt extra geld vrij voor de CAW’s en de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG). Hoe groot die som zal zijn, is nog niet duidelijk.
Een concreet draaiboek over hoe de komende weken idealiter verlopen, is er niet. Het is vrijwel ongezien dat ons land op deze schaal noodopvang moet organiseren. Toch zijn er voldoende ngo’s met ervaring in het buitenland die hun steentje willen bijdragen. Ze hebben nog geen officiële vraag gekregen van de verschillende overheden, maar bereiden zich wel voor.
Vrijwilligers
Zo heeft Artsen zonder Grenzen in Brussel een humanitaire hub. Samen met andere partners biedt het er geestelijke gezondheidszorg aan migranten en vluchtelingen in en rond het Maximiliaanpark en het Noordstation in Brussel. “We hebben de nodige kennis over psychosociale dienstverlening voor vluchtelingen”, zegt woordvoerder Steven De Bondt. “Als de vraag komt, dan kunnen we bekijken of we die dienstverlening ook in opvangcentra of later in de nooddorpen aanbieden.”
Rode Kruis-Vlaanderen is wel al actief betrokken bij de noodopvang van Oekraïense vluchtelingen. Wie in België aankomt en zich heeft geregistreerd (tegenwoordig op de Heizel), heeft nadien twee mogelijkheden. De eerste groep stroomt meteen door naar familie of vrienden. De tweede groep wordt gematcht aan steden en gemeenten met – al dan niet particuliere – opvangplaatsen. Als er niet meteen een match is, wordt de vluchteling doorgestuurd naar het opvangcentra van Fedasil in Molenbeek. Die ruimte heeft 250 bedden waar de vluchtelingen maximaal 48 uur verblijven. De operationele ondersteuning wordt gedragen door vaste medewerkers en burgervrijwilligers van het Rode Kruis. Vanaf morgen komt daar ook het Ariane-gebouw in Sint-Lambrechts-Woluwe bij, goed voor nog eens 1.500 korte opvangplaatsen.
“Intussen krijgen we steeds meer vragen van lokale besturen”, zegt Rode Kruis-woordvoerder Jan Poté. “Enerzijds vragen ze advies over mogelijk collectieve opvangplaatsen. Anderzijds vragen ze operationele ondersteuning om zulke locaties op te starten en te laten draaien.”
Rode Kruis-Vlaanderen zit ook om de tafel met de federale en Vlaamse regering over de opstart van de nooddorpen. Een concreet mandaat is nog niet gegeven, maar met zijn brede kennis over collectieve opvang kan het wel zijn bijdrage leveren. “Het gaat dan bijvoorbeeld om de psychosociale noden of een zinvolle dagindeling om de nodige structuur aan te bieden”, verduidelijkt Poté. “Het probleem is dat er twee grote onbekende factoren zijn: hoeveel vluchtelingen zullen hier uiteindelijk belanden en hoe lang zullen ze moeten blijven. We hebben verschillende draaiboeken, maar die zullen afhankelijk zijn van de noden van de bewoners.”
Dat de opvang niet zonder vrijwilligers zal verlopen, is wel al duidelijk. Rode Kruis-Vlaanderen organiseert aanstaande vrijdag een jobdag in het Ariane-gebouw om zeventig nieuwe logistieke en administratieve medewerkers aan te werven.
Bovendien zal de hulporganisatie de aanwezigheid van vrijwilligers in woon-zorgcentra verder afbouwen. Zij ondersteunden de centra tijdens de coronacrisis, maar hun aanwezigheid is niet meer structureel nodig. “Die vrijwilligers die zich via het vrijwilligersplatform hadden aangemeld, kunnen nu de vraag krijgen of ze willen helpen bij opvanginitiatieven die voor de oorlog in Oekraïne worden opgezet”, zegt Poté. Hij benadrukt wel dat de afbouw van de hulp in woon-zorgcentra totaal los staat van de crisis in Oekraïne. “Maar de komende weken en maanden zal alle hulp welkom zijn, dus ook die van vrijwilligers.”
De Russische invasie van Oekraïne: wat u moet weten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier