Klimaatopwarming bestrijden, maar komt Europa aan kritieke grondstoffen?
Om de klimaatopwarming te bestrijden, zijn kritieke grondstoffen nodig. De vraag stijgt snel, maar het aanbod reageert traag. Slechts een handjevol landen controleert de sector. Europa moet zich opmaken voor schaarstes, zegt Michel Van Hoey, specialist grondstoffen en mijnbouw van McKinsey.
Vandaag begint de COP28, de klimaattop in Dubai. De inzet is groot, want de wereld stevent af op een opwarming van ruim 2,5 graden, een volle graad boven het streefdoel van 1,5 graden afgesproken op de klimaattop van Parijs in 2015. Cruciaal in de klimaatstrijd worden de zogenoemde kritieke grondstoffen zoals lithium, kobalt, nikkel en een reeks zeldzame aardmetalen met exotische namen, zoals neodymium. Ze worden gebruikt in batterijen, motoren van elektrische auto’s, windturbines en andere toepassingen van klimaatvriendelijke energie.
De vraag naar kritieke grondstoffen stijgt razendsnel. In principe hoeft dat geen probleem te zijn. Er zitten er genoeg in de grond. Het duurt echter lang om ze eruit te krijgen. “Nieuwe mijnbouwprojecten nemen gemakkelijk tien tot vijftien jaar in beslag”, zegt Michel Van Hoey, senior partner bij de consultant McKinsey, gespecialiseerd in grondstoffen en mijnbouw. “Het begint met proefboringen, haalbaarheidsstudies, en de aanvraag van vergunningen. Daarna komt de bouw van de mijn en de infrastructuur. We spreken over miljardenprojecten waar soms duizenden mensen bij betrokken zijn. Mijnen en de bijhorende ertsbewerkingsfabrieken leggen ook vaak beslag op gronden en waterreserves, en produceren stof en lawaai. Je kunt dus niet zomaar aannemen dat een op papier aantrekkelijk mijnbouwproject ook operationeel wordt.”
Sommige gebieden in Europa zijn geologisch vrij rijk, denk aan Scandinavië en de Balkan. Maar de opstart van de ontginning zal veel tijd in beslag nemen’ MICHEL VAN HOEY, MCKINSEY
Een ander probleem is de geografische concentratie. Mijnen en raffinage zijn in handen van een beperkt kransje landen. Geopolitiek dynamiet?
MICHEL VAN HOEY. “Die woorden wil ik niet gebruiken. In een open wereldeconomie zouden kritieke grondstoffen geen probleem mogen vormen. Maar ik kan mij voorstellen dat een land zo’n grondstof als geopolitiek wapen gebruikt. De geografische concentratie is enorm. Tegen 2030 verwachten we dat meer dan 70 procent van alle kobalt in de wereld uit Congo zal komen, en meer dan 60 procent van alle nikkel uit Indonesië. Dan spreken we alleen over ontginning, nog niet over raffinage. Meer dan 90 procent van de raffinage van zeldzame aardmetalen gebeurt vandaag in China. We krijgen dus een toestand waarbij 60 tot 90 procent van het aanbod in handen is van één land. Om dat in perspectief te plaatsen: alle OPEC-landen samen controleren 43 procent van het olieaanbod.”
Door zijn olieafhankelijkheid was Europa al economisch kwetsbaar. De kritieke grondstoffen maken die kwetsbaarheid nog groter.
VAN HOEY. “Europa gaat belangrijke schaarstes tegemoet. Voor lithium en koper zal die schaarste oplopen tot 20 à 30 procent van de vraag. Voor andere grondstoffen zien we dat oplopen tot 50 procent.”
Kan Europa weerwerk bieden, met bijvoorbeeld mijnbouw op eigen bodem?
VAN HOEY. “Sommige gebieden in Europa zijn geologisch vrij rijk, denk aan Scandinavië en de Balkan. Maar de opstart van de ontginning zal veel tijd in beslag nemen, nog meer dan elders in de wereld. Ik hoor veel mijnbouwers daarover klagen. ‘Vraag je in Europa een vergunning aan voor een nieuwe mijn, dan ben je vaak vertrokken voor meerdere jaren’, klinkt het. Vergeet ook niet dat nieuwe mijnen minder nuttig materiaal opleveren. In de sector van de kopermijnen bijvoorbeeld bevatten de ertsen van nieuwe mijnen elk jaar 1 procent minder koper. Dat betekent meer kosten, want elk jaar moet er meer materiaal uit de grond gehaald worden om dezelfde hoeveelheid koper te winnen. De hogere kosten doen anderzijds nieuwe technologie ontstaan om afzettingen met een lagere concentratie te ontginnen. Afzettingen die twintig jaar geleden niet rendabel vielen te ontginnen, kun je nu opnieuw bekijken.
“Specifiek voor zeldzame aardmetalen heb je het probleem van de raffinage. Europa is zijn kennis over de raffinage van deze materialen verloren. Die is volledig verhuisd naar China. In die zin is de recente vondst van een grote hoeveelheid zeldzame aardmetalen in Zweden tegelijk goed en slecht nieuws. Europa zal de kennis moeten herwinnen om ertsen lokaal te verwerken en op te waarderen tot bruikbaar materiaal.”
Wat met recyclage? Heeft Europa daar mogelijkheden?
VAN HOEY. “Voor mature materialen als staal, aluminium en koper is de recyclagegraad vrij hoog. In de westerse wereld wordt bijvoorbeeld 50 procent van het staal gemaakt van gerecycleerd materiaal of schroot. Maar voor nieuwe materialen als lithium en nikkel zal de bijdrage van recyclage onder 10 procent van het aanbod blijven in de komende tien jaar. Waarom? De productie van elektrische auto’s op batterijen begint nog maar op gang te komen. Die batterijen komen pas over tien, vijftien jaar terug als materiaal voor recyclage.”
De Europese commissie wil de aanvoer van kritieke grondstoffen verzekeren met de zogenoemde Critical Raw Materials Act. Zal dat veel zoden aan de dijk brengen?
VAN HOEY. “Het Europese voorstel schrijft bijvoorbeeld voor dat we voor een bepaalde grondstof voor maximaal 65 procent afhankelijk mogen zijn van een derde land. De VS heeft intussen al lang zijn Inflation Reduction Act, met fiscale aanmoedigingen voor groene investeringen. In de jongste twee jaar hebben de VS voor meer dan 40 miljard dollar investeringen in kritieke grondstoffen aangetrokken. Op basis van de feiten moeten we zeggen dat Europa achterop loopt op de VS.”
Lees ook:
COP28: de klimaattop in Dubai
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier