Immigratie is goed voor de staatskas, voor uw loon en voor uw koopkracht
Onze welvaart kan niet zonder migranten. Die waarheid komt in de verhitte debatten amper aan bod, zeker nu het thema de verkiezingen domineert. Immigratie is nochtans goed voor uw portemonnee, en voor de economie is ze zelfs een noodzaak. “Wat zou onze bouwsector moeten aanvangen zonder migranten?”
“Je kunt van immigratie houden of niet, maar de economie doet er een goede zaak mee.” Dat zegt de Belg Frédéric Docquier, hoogleraar economie gespecialiseerd in migratie, en werkzaam aan het Luxemburgse onderzoekscentrum Liser (Luxembourg Institute of Socio-Economic Research). “Als je immigratie bekijkt als een totaalpakket van laag- en hoogopgeleiden, van Europese en niet-Europese afkomst, dan winnen alle Belgen, of toch de meesten.”
Docquier baseert zich op een studie over de economische effecten van immigratie waarin hij België vergelijkt met 19 andere OESO-landen. Daaruit blijkt dat de immigratiestroom naar ons land niet uitblinkt in kwaliteit. Voor arbeidsmarktparticipatie en tewerkstellingsgraad van immigranten doet alleen Zweden het slechter dan België.
Met de scholingsgraad is het nog erger gesteld. Het aandeel hooggeschoolden onder de Belgische ingezetenen is 1,75 keer groter dan onder de immigranten. Daarmee bengelt België helemaal achteraan het rijtje van twintig landen.
Drie keer winst…
Dat sombere beeld doet veel Belgen denken dat immigratie veel meer kost dan opbrengt voor de maatschappij, wijzen opiniepeilingen uit. Toch wordt de Belgische economie beter van immigratie, bewijzen de berekeningen van Docquier. De studie dateert van 2018. Docquier plant een update, maar het resultaat zal volgens hem niet veranderen: dankzij immigratie wint de gemiddelde Belg als belastingbetaler, als werknemer en als consument.
1 … voor de staatskas
Immigranten ontvangen uitkeringen, maar betalen ook belastingen. “Volgens een recente OESO-studie is het saldo positief, 0,76 procent van het jaarlijkse Belgische bbp”, zegt Docquier. “Voor de niet-Europese immigranten is het saldo veel kleiner, maar niettemin lichtjes positief, ondanks hun lage tewerkstellings- en scholingsgraad. Dat komt omdat onder de immigranten veel 20- tot 50-jarigen zitten, een groep die meer belastingen betaalt dan uitkeringen ontvangt”, zegt Docquier.
Migranten maken ook gebruik van overheidsdiensten als onderwijs en justitie, rijden op onze wegen en gebruiken andere infrastructuur. Dat brengt een stijging van de overheidsuitgaven met zich, die echter moeilijk individueel toe te wijzen is.
Bovendien is de impact van immigratie op zulke overheidsuitgaven niet altijd even groot. “Immigratie heeft invloed op onderwijs en justitie, maar veel minder op infrastructuur”, aldus Docquier. Rekening houdend met dat verschil in impact, komt de studie van Docquier uit op een bijdrage aan de staatskas van 0,29 procent van het bbp. “Dat betekent een gemiddelde winst van ongeveer 10 euro per maand voor elke Belg.”
Opvallend is hoe België het hierin veel beter doet dan andere OESO-landen. In landen als Frankrijk, Duitsland en de VS doet de staatskas verlies, ten belope van respectievelijk 0,70, 1,66 en 0,42 procent van het bbp. Zwitserland doet dan weer beter, met een winst van 1,59 procent van het bbp.
2 … voor uw loon
Het maandloon van de gemiddelde Belg is 0,1 procent hoger dankzij immigratie, becijferde Docquier. “Vertrekkend van een gemiddeld nettoloon van 2.200 euro, spreken we over 2 euro. Dat gemiddelde cijfer verbergt echter een grote ongelijkheid: het maandloon van hoogopgeleiden stijgt met 22 euro, dat van laagopgeleiden krijgt echter een klap van 8 euro.”
De verklaring ligt bij de grote instroom van laaggeschoolde immigranten, volgens Docquier. “Die mensen komen veelal terecht in sectoren als de bouw en huishouddiensten, waar ze concurreren met lokale laaggeschoolden. Dat geeft loondruk in die groep. Bij de hoogopgeleiden gebeurt het omgekeerde: zij profiteren van de komst van laaggeschoolden. Een bouwingenieur is pas productief als hij op de bouwwerf kan beschikken over de nodige arbeiders. Zijn productiviteit kan hij verzilveren via een hoger loon.”
Een gelijkaardig effect speelt voor hoogopgeleide vrouwen. Docquier: “Amerikaanse studies wijzen uit dat de instroom van Filipijnse huishoudhulpen tijd vrijmaakte voor Amerikaanse hoogopgeleide vrouwen om meer te gaan werken. Dat heeft de loonkloof tussen hoogopgeleide mannen en vrouwen kleiner gemaakt.”
België kent niet de best mogelijke immigratie. Maar de grote meerderheid van de Belgen wint erbij
Frédéric Docquier,
hoogleraar economie gespecialiseerd in migratie
Maar de kleine verdieners zijn dus de pineut, zeker in België, met zijn grotere instroom van laagopgeleide migranten. “Het is geen toeval dat in landen als Luxemburg, Australië en Nieuw-Zeeland immigratie de loonongelijkheid helpt te verminderen”, zegt Docquier. “In die landen zijn immigranten veel hoger geschoold en concurreren ze met de lokale grootverdieners.”
3 … voor uw koopkracht
Ook als consument doet u voordeel met immigratie. Migranten zorgen voor meer diversiteit en een rijker aanbod van goederen en diensten in de economie. Dat stimuleert de concurrentie en drukt de prijzen. Een schoolvoorbeeld is de horeca. “Het klassiek-Belgische restaurant moet vandaag het gezelschap dulden van collega’s uit China, India, Marokko en veel andere landen”, zegt Docquier. “Ook in andere sectoren heeft de consument meer keuze gekregen, denk maar aan de kledingsector. Die uitgebreidere keuze heeft een dempend effect op de prijzenindex.”
De consument wint dus aan koopkracht. Ook hier is de winst ongelijk verdeeld, en in verhouding met het gespendeerde inkomen. De betere verdieners winnen 9 euro per maand, de laagverdieners 6 euro per maand.
De eindafrekening
De drie effecten tezamen leveren de gemiddelde Belg dus 19 euro per maand op. België zit hier echter in het achterste deel van het peloton, samen met Duitsland en de Scandinavische landen. “De winst is veel groter in landen die hun immigranten selecteren”, zegt Docquier. “Luxemburg en Australië staan aan de top. Maar ook het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland zijn veel beter af, omdat zij meer hoogopgeleide immigranten aantrekken.”
19 euro per maand levert immigratie de gemiddelde Belg op.
De maandelijkse totaalwinst van 19 euro per Belg splitst zich uit in een winst van 41 euro voor de hooggeschoolden en 8 euro voor de laaggeschoolden, of een kloof van 33 euro. België behoort tot de landen met de grootste kloof, samen met Griekenland, Spanje en Finland. Aan het andere uiteinde staan opnieuw Australië, Luxemburg, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk, deze keer in het gezelschap van Canada.
“België kent niet de best mogelijke immigratie”, besluit Docquier. “Maar het is geen nulsomspel, de grote meerderheid wint dankzij immigratie. De welgestelden winnen echter meer dan de andere groepen, en een minderheid van de Belgische arbeiders kan verlies lijden. Immigratie heeft nu eenmaal de neiging om de ongelijkheid te vergroten. Dat kan sociale spanningen, xenofobie, radicalisering en populisme in de hand werken.”
Lees verder onder de grafiek
Werk, de onderschatte drijfveer
De studie komt uit op een macro-economisch surplus, maar daarachter zit een veelkleurige realiteit. “Niet elke migrant draagt bij tot de economie”, zegt Docquier. “Ik zeg evenmin dat de integratie van migranten geslaagd is. Kijk maar naar de lage tewerkstellingsgraad van immigranten in België en elders in Europa. De studie spreekt zich ook niet uit over langetermijneffecten, omdat ze geen rekening houdt met de tweede- en derdegeneratiemigranten.”
‘De instroom van asielzoekers en vluchtelingen maakt slecht een beperkt deel uit van de totale immigratie. Ze wordt vooral gedreven door de vraag naar arbeid’
Dries Lens,
Universiteit Antwerpen
Het publieke debat spitst zich vaak toe op de asielzoekers, en dat helpt de zaak niet bepaald vooruit. “De instroom van asielzoekers en vluchtelingen maakt slechts een beperkt deel uit van totale immigratie”, zegt Dries Lens, onderzoeker aan de Universiteit Antwerpen. “In werkelijkheid wordt immigratie vooral gedreven door de vraag naar arbeid. Gaat het economisch goed, met veel knelpuntvacatures op de arbeidsmarkt, dan krijg je meer immigratie. Heel wat immigratie is trouwens intra-Europees. Dat wordt vaak vergeten. Van het aantal eerste verblijfstitels afgeleverd aan nieuwkomers van de jongste tien jaar ging iets meer dan de helft naar intra-Europese migranten. En van die groep gaf ongeveer de helft werk op als reden van verblijf in België.”
Voor niet-Europese migranten blijft gezinshereniging het belangrijkste verblijfsmotief, aldus Lens. “Maar een deel van die gezinsherenigers volgt arbeids- en studiemigranten. Overigens is studie een andere belangrijke reden voor een verblijfstitel. En meer en meer niet-Europese migranten komen ook naar België voor werk.”
‘Mensen denken te vaak dat het arbeidstekort vooral draait om hooggeschoolden. Maar er zijn vooral ook grote tekorten in beroepen voor laaggeschoolden’
Dries Lens,
Universiteit Antwerpen
Dat laatste is geen verrassing. Onze bedrijven hebben migranten absoluut nodig. “Als je vandaag een bouwwerf bezoekt, dan hoor je veel talen”, zegt Lens. “Wat zou onze bouwsector moeten aanvangen zonder migranten? Ook sectoren als vleesverwerking, transport, logistiek en schoonmaak draaien in grote mate op buitenlandse arbeidskrachten. In de dienstenchequesector bijvoorbeeld is iets meer dan de helft van de werknemers in het buitenland geboren. Mensen denken te vaak dat het arbeidstekort vooral draait om ingenieurs, artsen, verpleegkundigen en andere hooggeschoolden. Maar er zijn vooral ook grote tekorten in beroepen voor laaggeschoolden. Die arbeidsvraag is een belangrijke motor achter de migratie naar België.”
De Polen komen niet meer
Die realiteit verklaart ook waarom een immigratiestop – nog zo’n geliefd debatthema – zware economische schade zou berokkenen, gesteld dat zo’n stop haalbaar is. “Een immigratiestop betekent een directe krimp van onze beroepsbevolking, en dus van het aantal werknemers beschikbaar voor vacatures in een al erg krappe arbeidsmarkt”, zegt Lens.
Vaak gaat het over werk dat lokale arbeidskrachten niet meer willen doen. “Ofwel zijn het laagbetaalde jobs, ofwel zijn de arbeidsomstandigheden niet aantrekkelijk”, zegt Lens. “Dikwijls zijn het ook beroepen die bij de lokale bevolking uit de gunst gevallen zijn. Dat zie je ook in ons onderwijs. Er zijn nog maar weinig ouders die hun kinderen graag naar het technisch of beroepsonderwijs sturen, waar je dat soort beroepen aanleert. Als werkgevers dat soort profielen hier niet meer vinden, moeten ze wel in het buitenland kijken, bijvoorbeeld via detachering.”
De krapte op de arbeidsmarkt zal niet verdwijnen, omdat België vergrijst. Maar ook de rest van Europa vergrijst. “Europese landen van waaruit we een belangrijke instroom hebben gekend, zijn snel aan het vergrijzen”, zegt Lens. “Ik denk aan Polen, Roemenië, Bulgarije en Hongarije. Ook daar loopt het arbeidsaanbod dus snel terug, zodat de kans voor pakweg een Pool om in eigen land aan de slag te gaan, stijgt. Polen in België zullen dus mogelijk terugkeren naar hun land, of niet langer naar België komen. Nieuwe werkkrachten zal België meer en meer buiten Europa moeten zoeken. Daar is de bevolking meestal jonger, en zijn de economische verschillen met het thuisland nog voldoende groot.”
Het beleid kan beter
Voor de migranten die al in België zijn, is er heel wat werk aan de winkel. De Europese immigranten doen het relatief goed op onze arbeidsmarkt. Maar de anderen hebben meer aandacht nodig, en dan vooral de gezinsherenigers en de vluchtelingen. “Hun arbeidsmarktintegratie verloopt moeilijk, wat samenhangt met andere problemen, zoals armoede”, zegt Lens. “Die mensen komen nog te vaak in kortstondige, kleine jobs terecht, waarna ze inactief worden. Zo bouwen ze moeilijk duurzame loopbanen op, en missen ze daarom financiële veiligheid en stabiele vooruitzichten. Dat is het sleutelprobleem.”
‘Een immigratiestop betekent een directe krimp van onze beroepsbevolking, en dus van het aantal werknemers beschikbaar voor vacatures in een al erg krappe arbeidsmarkt’
Dries Lens,
Universiteit Antwerpen
Werkloosheidsuitkeringen zitten er voor hen niet in tijdens de eerste periode na aankomst. “Daar heb je maar recht op als je een voldoende lange periode gewerkt hebt”, zegt Lens. “Het verklaart ook waarom nieuwkomers oververtegenwoordigd zijn onder de leefloners. Maar ook diensten als de kinderopvang geven de voorkeur aan ouders met stabiele, goedbetaalde banen. Dat is niet onlogisch. Maar het betekent wel dat veel migrantenmoeders moeilijker voltijds aan de slag kunnen. De beslissing van de Vlaamse regering om bij kinderopvang voorrang te geven aan tweeverdieners, zal niet helpen.”
Ook het integratiebeleid voor nieuwkomers kan beter. “Zeker in Vlaanderen zet het beleid nog te sterk in op een snelle instroom naar een baan, met weinig aandacht voor het type werk of voor de vraag of dat werk in lijn ligt met de kwalificaties en aspiraties van de migrant”, zegt Lens. “Het gevolg is veel uitval, en overkwalificatie: hooggeschoolden die aan de slag zijn onder hun niveau. Ook de nieuwkomer zelf speelt daar een rol in: die wil na aankomst zo snel mogelijk geld verdienen. Dan oriënteer je je vanzelf op jobs met lagere taal- en diplomavereisten.”
Vrouwen zijn de pineut
Het gevolg is dat migranten vaak blijven vastzitten in het precaire deel van de arbeidsmarkt. “Ze raken daar moeilijk weg, want werkgevers in die sectoren investeren vaak minder in opleiding, toch niet in het soort dat toegang geeft tot de betere jobs”, aldus Lens. Ook taal is een barrière. “Voor de betere jobs zijn de taalvereisten meestal strenger. Onze arbeidsmarkt is daarom te veel een fuik voor hooggeschoolde migranten.”
‘Je kunt natuurlijk de grote groep Belgische werklozen en inactieven aanspreken. Maar zijn zij bereid te werken tegen de lage lonen van de migranten?’
Frédéric Docquier,
hoogleraar economie gespecialiseerd in migratie
Wie een onzekere job heeft met lastige uren en bovendien moet pendelen, en dat alles moet combineren met de zorg voor het gezin, heeft het zeer moeilijk om opleidingen te volgen, en zo op te klimmen. De kwetsbaarste groep zijn niet toevallig de vrouwelijke, niet-Europese migranten, aldus Lens. “Vaak zijn ze niet aan het werk, en ook niet op zoek naar werk. Zij moeten zich bekommeren om het gezin, of hadden hun kinderwens uitgesteld tijdens de migratie en doen na aankomst aan gezinsuitbreiding. Maar er speelt evengoed discriminatie, denk maar aan de hoofddoek. Zo raken sommige van die vrouwen meer en meer vervreemd van de arbeidsmarkt. Zij hebben nood aan tweede kansen.”
Nochtans mag Vlaanderen best trots zijn op zijn inburgeringsbeleid. Maar na afloop van het traject blijft de werkzaamheidsgraad onder niet-Europese migranten laag. “Vlaanderen mist een aanbod dat die mensen na het traject opnieuw oppikt en begeleidt naar de arbeidsmarkt of naar een betere baan”, aldus Lens. Moeten we dan niet de grote groep Belgische werklozen en inactieven aanspreken? “Dat mag, als je hen bereid vindt om te werken tegen de lage lonen van de migranten”, zegt Docquier. “Maar de hoge Belgische inactiviteitsgraad is niet de schuld van de migranten.”
Lees verder onder de grafiek
Bekijk hieronder de toelichting van Jozef Vangelder in de studio van Kanaal Z
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier