Griekse crisis: de split tussen het IMF en Europa
Europa en het IMF verschillen van mening over de aanpak van de Griekse crisis. Later vandaag bekijken de ministers van Financiën van de eurozone of ze de plooien kunnen gladstrijken. Waar verschillen de standpunten?
Terwijl de patiënt aan de beterhand is, maken de dokters ruzie over de juiste behandeling. Dat is, samengevat, de toestand van de zeven jaar oude Griekse crisis. Met een groei van 0,3 procent in 2016 doet de Griekse economie het niet zo slecht. Dit jaar verwachten beide dokters – het IMF en de Europese Commissie – zelfs een groei van 2,7 procent. Bovendien is het Griekse begrotingstekort flink gezakt, en is het tekort op de lopende rekening omzeggens verdwenen.
Wat is dan het probleem? De toekomst. Halfweg 2018 loopt het noodhulpprogramma ten einde, en moet de Griekse staatskas op eigen benen kunnen staan. Daartoe moet het land een buffer opbouwen, in de vorm van een primair begrotingsoverschot, of een overschot zonder rentelasten. Volgens Europa is een primair begrotingsoverschot van 3,5 procent van het bbp haalbaar. Volgens het IMF is dat veel te optimistisch, en komt Griekenland met het huidige besparingsprogramma aan 1,5 procent. Op zich is dat ruim voldoende, zegt het IMF. Harder besparen zou schadelijk zijn voor het ontluikende herstel, zo klinkt het in een recent rapport.
Blijft Europa echter bij zijn doelstelling van 3,5 procent, dan eist het IMF een bijkomend besparingspakket voor Griekenland, ter waarde van 2 procent van het bbp. Het pakket zou van kracht worden als blijkt dat Griekenland de doelstelling van 3,5 procent niet haalt. Voor Europa is dat bijkomend pakket niet nodig, en voor Athene is het onbespreekbaar.
Een tweede probleem ligt een stuk verder in de toekomst. Vanaf 2030 zal de Griekse overheidsschuld exploderen, aldus het IMF in zijn rapport. Vanaf dan moet Griekenland zijn schuld immers herfinancieren tegen marktvoorwaarden, die veel kostelijker zijn dan het huidige vriendentarief. Om een financiële ramp te vermijden, is er maar 1 oplossing, besluit het IMF: Europa moet een wezenlijke schuldverlichting toestaan aan Griekenland. Daarover wil Europa wel praten, maar pas na afloop van het noodhulpprogramma. Het IMF daarentegen – dat veel gezichtsverlies leed in deze Griekse crisis, en erger wil voorkomen – wil nu al een concreet plan voor schuldverlichting.
Ziet het IMF zijn eisen niet ingewilligd, dan staat zijn deelname aan de Griekse noodhulp op het spel. Die hulp kan Griekenland nochtans goed gebruiken. In juli moet het land 7 miljard euro ophoesten voor de terugbetaling van obligaties. In het Europese kamp zitten Duitsland en Nederland in een moeilijke positie: zij hebben de kiezers beloofd dat het IMF zou meebetalen aan de Griekse noodhulp. Als het IMF bedankt voor de eer, moeten het Duitse en Nederlandse parlement toelating geven eer er opnieuw sprake kan zijn van vers geld voor de Grieken. Met aankomende verkiezingen in beide landen, gedrenkt in anti-Europees sentiment, is dat een dubbeltje op zijn kant. En zo staat alles weer klaar voor een nieuwe, spannende aflevering van de Griekse crisis.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier