Filosofe Lisa Doeland: ‘We kunnen de klimaatcrisis niet oplossen’
De wereld zoals we die kennen, is aan het verdwijnen. Het is beter dat te beseffen dan de valse hoop te koesteren dat we kunnen vasthouden wat er is, stelt de Nederlandse filosofe Lisa Doeland. Dat betekent niet dat we moeten vervallen in fatalisme, want het doet er wel toe wat we doen.
Doemdenken. Het is een term die in de jaren tachtig werd gemunt door Kees van Kooten en Wim de Bie, televisiemakers bij de Nederlandse omroep VPRO. Toen was het vooral de angst voor de bom en een nucleaire catastrofe die het doemdenken aanwakkerde. De klimaatontwrichting heeft de dreiging van een nucleaire, allesvernietigende oorlog verdrongen als de belangrijkste bedreiging voor de mens. Daarom leek het de Nederlandse filosofe Lisa Doeland een goed idee de term ‘doemdenken’ te herintroduceren en er een nieuwe invulling aan te geven. “Voor Van Kooten en De Bie was doemdenken gezeur, iets wat je niet moest doen. Ik vind dat we net wel aan doemdenken moeten doen.”
Zou het geen bevrijding zijn te accepteren dat het al ver na twaalf uur is?
Maar wat schiet de mensheid op met minder hopen en meer doemdenken?
LISA DOELAND. “Ik plaats doemdenken tegenover hoop, omdat hoop zoals die nu wordt ingevuld, problematisch is. Hoop wordt gekoppeld aan vasthouden aan de wereld zoals die nu is. Dus met alle comfort en gemak, denken dat we alles kunnen blijven doen wat we nu doen. Dat is onmogelijk. Doemdenken gaat over het besef dat de wereld zoals we die kennen al aan het verdwijnen is, en voor een stuk al is geëindigd. Alleen, dat einde voltrekt zich langzaam, op andere plekken in de wereld. Voor ons in België en Nederland is het nog veraf. Ik probeer net te denken vanuit het feit dat de extinctie al bezig is, dat het einde zich al aan het voltrekken is.”
Dat lijkt geen opbeurende boodschap, die aanzet tot actie.
DOELAND. “Je moet tegelijk wel de vraag stellen: het einde waarvan en voor wie? Die vraag wordt te weinig gesteld. Nu maken we het einde van de wereld vaak heel groots, apocalyptisch, allesomvattend. En dan stel je dus niet de vraag over wat voor wereld we het hebben, en voor wie. Het lijkt me net belangrijk dat je dat uit elkaar trekt. Want anders plaats je het einde van de wereld op een afstand, je stelt het uit. Terwijl het nuttiger is stil te staan bij wat er bezig is, wat er al lang gebeurt en daarin proberen in te breken. Ik ben geen fatalist, ik zeg ook niet: ‘Het maakt niet uit wat we doen.’ Ik zeg net dat het belangrijk is hoe we ons verhouden tot de wereld en hoe we daarin proberen te acteren.”
De planeet is al vijf keer grondig veranderd. Dat is nu een zesde keer bezig. We moeten dat beter beseffen en leren ermee om te gaan, is het zoiets?
DOELAND. “Ja, en het is niet zo gek dat we het moeilijk vinden dat te beseffen. Ik merk ook bij mezelf dat ik op twee sporen kan leven. Mijn leven voltrekt zich nog altijd op een heel prettige manier, terwijl ik weet dat het helemaal niet goed gaat en er massa-extinctie plaatsvindt, maar niet zichtbaar bij mij.”
Is dat de reden waarom meer drastische maatregelen op de lange baan worden geschoven?
DOELAND. “Ik denk dat dat een deel van de verklaring is. De wereld is nu naadloos op ons toegesneden, en dat voelt prettig. We krijgen dat gevoel op allerlei manieren voorgeschoteld, vooral als consument. Ik denk dat dat kenmerkend is voor de moderniteit, het idee ook dat de natuur zich op een bepaalde manier laat controleren en bedwingen. Dat is wat we al 250 jaar doen en waar we erg goed in geworden zijn. En hoewel er almaar meer barsten komen in die op de mens toegesneden wereld, functioneert die nog wel, en het is uiteraard moeilijk daar afscheid van te nemen.”
Die wereld is ook gewoon heel comfortabel voor een groeiende groep mensen.
DOELAND. “Inderdaad, en dan kun je dus op een existentieel niveau het gevoel hebben dat dit systeem heel goed werkt, terwijl je weet dat het zo niet verder kan. We zijn als kikkers in de spreekwoordelijke opwarmende pan. Ik verdiep me op het moment in circulaire economie. Ik zie dat als de nieuwste loot aan de boom waarmee we proberen de scheuren die we al zien op te lossen, zonder dat de wereld zoals we die kennen hoeft te verdwijnen of te veranderen. Dat is: trying to have your cake and eat it too.”
Maar wat moet je dan doen om de klimaatontwrichting tegen te gaan?
DOELAND. “Ik ben eerlijk gezegd een beetje bang van grote maatregelen en grote experimenten die vertrekken vanuit het idee dat we nu de aarde moeten redden. Daarmee suggereer je dat je een soort buitenpositie kunt innemen. Ik sta daar huiverig tegenover. Het idee dat je kunt bepalen wat voor iedereen op aarde goed is om te doen, is een gevaarlijke mythe. Als iets de moderniteit kenmerkt, dan is dat het idee dat je het op een bepaalde manier helemaal goed kunt doen, de controle kunt hebben. Waarbij de mens natuurlijk steeds centraal wordt gesteld. Zo verlies je uit het oog dat je een onderdeel bent van een groter geheel, dat niet eens een hecht geheel is, want de aarde heeft altijd al bol gestaan van tegenstellingen en strijd. Het is niet zo dat het een harmonieus geheel was tot de mens kwam en er een puinzooi van maakte door het opstoken van fossiele brandstoffen en dat we nu terug moeten naar die harmonie van daarvoor. Er is niet echt een evenwicht, het was altijd al aanmodderen, dat moeten we meer beseffen.”
Het antwoord is niet: koop een Tesla. Wel: koop geen auto, of maak gebruik van een deelplatform
Terwijl veel wetenschappers moed putten uit het idee dat net omdat de mens deze toestand heeft veroorzaakt, de mens het ook weer kan oplossen.
DOELAND. “Het is zeker de mens die dit heeft veroorzaakt, maar ik denk dat we moeten waken voor de tegenstelling tussen mens en natuur, want die houdt doorgaans in dat de mens niet alleen buiten de natuur staat, maar ook erboven. De mens is voortgekomen uit de aarde, we zijn er een deel van en we zijn nu inderdaad de aandrijver van de zesde massa-extinctie. Maar het idee dat we het dan ook kunnen oplossen, daar gaat het voor mij mis. Een onderdeel van het probleem is net dat de mens denkt dat hij erboven staat en dit ook kan oplossen.”
Als de mens niet aan een oplossing kan werken, wat is dan het alternatief?
DOELAND. “Proberen om tegen die vreemde fantasieën van de moderniteit in te gaan. De geïdealiseerde natuur loslaten en het doen met wat er hier en nu is. En dan kun je bijvoorbeeld niet voorbij aan het feit dat we allerlei plastics in de wereld hebben gebracht die we niet kunnen opruimen. Sommigen hebben het dan over dark ecology of queer ecology, een ander ecologisch bewustzijn. Beseffen dat die microplastics en nanoplastics zoals PFAS niet verdwijnen en invloed hebben op bijvoorbeeld onze voortplantingsorganen. Ze veranderen ons. Of we moeten leren houden van ons afval, zoals de Sloveense filosoof Slavoj ‘i,ek voorstelt, dat weet ik niet. Maar we zullen er wel mee moeten leren leven, ermee leren omgaan, en dat is vaak pijnlijk en verdrietig, want we zitten natuurlijk wel in een massa-extinctie. Ik denk dat het belangrijk is om ruimte te maken voor dat verdriet. We moeten in de rouw.”
Maar dat verandert toch niets aan de situatie?
DOELAND. “Ik denk het net wel, omdat verdriet iets kan teweegbrengen. In verdriet maak je jezelf niet groot, maar net nederig en open voor anderen. In pessimisme zie je hetzelfde, dat introduceert nederigheid in het denken en dat is erg belangrijk. We kunnen gewoon niet alles herstellen of veranderen, en dat is verdrietig, maar we kunnen wel iets doen. Ik werd onlangs erg blij van het feit dat het pensioenfonds ABP stopt met het beleggen in fossiele industrie, iets waar actiegroepen jarenlang voor hebben gestreden. Want we moeten niet compenseren, we moeten stoppen met dingen. Stoppen met fossiele industrie, stoppen met de bodem uit te putten, stoppen met overproduceren. Het antwoord is niet: koop een Tesla. Wel: koop geen auto, of maak gebruik van een deelplatform als het echt niet anders kan. Het antwoord is altijd: nee, of minder.”
Is het probleem daarmee niet dat minder voor veel mensen ook slechter betekent?
DOELAND. “Zijn we dan echt zo kinderachtig geworden? Luisteren we alleen nog naar ons innerlijke kind dat zegt: ‘Ik wil meer en ik wil het nú’? Is volwassen worden niet beseffen dat je niet altijd kunt krijgen wat je wilt? Dat je beter weet en vandaaruit probeert te leven en te handelen? Vanwaar komt toch het idee dat we altijd meer moeten hebben om gelukkig te zijn?”
Het is natuurlijk wel hoe onze economie nu grotendeels werkt. Dus dat moet stoppen?
DOELAND. “Ja. Ik ben absoluut een antikapitalist. Voor wie werkt het kapitalisme echt? Ik zie het als een soort machine die niet lijkt te stoppen, die alles opeet, grondstoffen, bomen, mineralen … De aarde is een soort planetaire mijn geworden die wordt leeggedolven, en heel onze infrastructuur is daaromheen gebouwd, met onze havens en tankers die de hele tijd allerlei spullen van hot naar her brengen om weer nieuwe verlangens te vervullen. Want onze mobiele telefoon was niet meer hip genoeg en het speelgoed was er toch alleen maar om te shinen in de verpakking, want na één keer spelen is het kapot en kun je het wegflikkeren. Is het echt dat dat we zo graag in stand willen houden?”
Ik ben absoluut een anti- kapitalist. Voor wie werkt het kapitalisme echt?
Die verleidingen zijn alomtegenwoordig, en voor veel mensen is iets nieuws ook vaak een verbetering. Het is moeilijk om dat te keren?
DOELAND. “Ik geef nu een vak over afval. Dan gaat het ook al snel over fast fashion. Dan zitten er jonge vrouwen in de zaal die zeggen: ‘zo druk ik mezelf uit’. Maar het is natuurlijk gewoon een soort verslaving. Ik heb ooit een jaar lang geen nieuwe kleren gekocht, zelfs niet tweedehands. Sindsdien trekt het een stuk minder. Ik weet het, dat is een simpel voorbeeld, en je kunt het nooit helemaal goed doen. En ik wil ook niet zeggen dat we iets individueel kunnen oplossen, want dan ga je elkaar maar de maat nemen en elkaar de schuld geven van een wereld die uit elkaar valt. Je kunt je beter afvragen: wat zijn de systemische problemen die hieraan ten grondslag liggen, en hoe kunnen we daar iets aan veranderen? Mensen die ABP dwingen niet meer in fossiele brandstoffen te beleggen, steeds meer mensen die zich verzetten tegen een kapitalisme dat de kloof tussen rijk en arm verder uitdiept, dat is denk ik heel belangrijk.”
Rapporten van wetenschappers lezen al enkele decennia als doemberichten. Zij worden er een beetje moedeloos van dat die niet worden opgepikt.
DOELAND. “Ja, en dat snap ik. Klimaatwetenschappers hebben natuurlijk ook lange tijd gedacht dat ze voorzichtig moesten zijn om mensen geen angst aan te jagen. Het is altijd nog net even voor twaalf, we kunnen altijd toch nog de wereld redden. Zou het geen bevrijding zijn te accepteren dat het al ver na twaalf uur is? Wat overigens niet wegneemt dat wat we doen ertoe doet, want het kan altijd nog erger.”
Dat klinkt een beetje als: redden wat er te redden valt.
DOELAND. “Ja, misschien wel. Maar dat is geen fatalisme, net omdat er nog veel te redden valt. En dat is nog steeds geen fijne boodschap, maar je kunt hier ook geen mooie boodschap van maken. Er is gewoon geen helder antwoord, geen duidelijke oplossing. We moeten leren leven met die onzekerheid en ons afvragen wat ons zo in deze penarie heeft gebracht, welke mechanismen en overtuigingen daarin een rol hebben gespeeld. En vervolgens proberen anders te acteren, zodat het minder erg wordt.”
Bio
– Geboren in 1982
– Studeerde filosofie en literatuur aan de Universiteit van Amsterdam
– Doceert aan de Radbout Universiteit in Nijmegen en de Universiteit van Amsterdam
– Co-auteur van Onszelf voorbij. Kijken naar wat we liever niet zien (2018)
– Werkt aan een boek over doemdenken dat verschijnt in het voorjaar van 2022
Klimaatdossier
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier