We hebben twaalf types tanks, de VS één: Europese defensiebedrijven werken te weinig samen

Een meerderheid van de NAVO-lidstaten koos voor Amerikaanse toestellen. © TNS

Nu in de Europese hoofdsteden het besef is doorgedrongen dat Europa voor zijn defensie zo goed als op zichzelf is aangewezen, rijst de vraag of hier wel een voldoende robuuste industrie is om die uitdaging aan te gaan. Met een omzet van 158,8 miljard euro heeft de militaire industrie een behoorlijke omvang, maar geconsolideerd is de sector nog niet. De joint ventures tussen defensiebedrijven kunnen de weg wijzen.
In een interview met Financial Times riep minister van Defensie Theo Francken (N-VA) op om in Europa te komen tot een geconsolideerde defensie-industrie. Dat moet het antwoord zijn op de dreiging van Donald Trump om de Amerikaanse militaire steun aan Europa af te bouwen. Volgens Francken is de versnippering van de Europese defensiesector inefficiënt en onnodig duur. De oplossing bestaat volgens hem in de oprichting van meer grote groepen zoals Thales, Airbus en Rheinmetall.
De zoektocht naar een grotere en efficiëntere Europese defensie-industrie is ook het thema van een in november 2024 verschenen rapport van de denktank Bruegel. De auteurs, Juan Mejino-Lopez en Guntram Wolff, stellen dat “een gebrek aan gezamenlijke aankopen en nationale voorkeuren bij het toewijzen van defensie-uitgaven zich vertalen in kleine markten. Wij tonen aan dat de afwezigheid van een Europese eenheidsmarkt voor defensieproducten tot hogere kosten én lagere productiecijfers leidt.”
Kopen in Europa
De Europese defensie-industrie is de voorbije jaren wel aanzienlijk gegroeid. In 2023 was ze goed voor een omzet van 158,8 miljard euro, een stijging met 16,9 procent tegenover 2022. In 2023 werd in de Europese Unie voor 57,4 miljard euro aan militaire goederen uitgevoerd, of 12,6 procent meer dan in 2022. Maar 78 procent van het aangekochte materieel kwam wel van buiten de Unie, waarvan 63 procent uit de Verenigde Staten. Een meerderheid van de NAVO-lidstaten koos voor Amerikaanse F-35’s, terwijl er Europese gevechtsvliegtuigen zijn, zoals de Franse Dassault Rafale, de Zweedse Saab JAS 39 Gripen en de Eurofighter Typhoon.
In 2023 kwam 78 procent van het aangekochte materieel van buiten de Europese Unie, waarvan 63 procent uit de Verenigde Staten.
In Brussel is het besef gedaagd dat dit een probleem is. De vorige Europese Commissie besliste dat tegen 2030 de helft van de defensie-uitgaven in de Unie naar de eigen industrie moet gaan. Dat is dubbel zoveel als vandaag. In 2035 moet 60 procent van de productie Europees zijn. Daarnaast moeten de EU-landen tegen 2030 minstens 40 procent van hun militair materieel samen aankopen.
Dat kan het soortelijk gewicht van de Europese defensiebedrijven doen toenemen. De grootste wapenproducenten ter wereld zijn Amerikaans, met Lockheed Martin, Raytheon en Northrop Grumman. BAE Systems staat op de zesde plaats, maar dat is Brits en dus geen EU-bedrijf. Leonardo, een Italiaans bedrijf dat onder andere raketten maakt, heeft de grootste omzet in de Europese Unie en staat op plaats dertien. De overige Europese defensiebedrijven in de top twintig zijn Airbus en Thales.
Sinds de Russische inval in Oekraïne en de daaropvolgende uitbreiding van de defensiebudgetten, hebben die bedrijven hun omzet zien stijgen. Maar met een omzet rond 12,5 miljard euro uit hun militaire activiteiten liggen Leonardo en Airbus ver achter op Lockheed met zijn omzet van 60 miljard euro. “Hun omzet is relatief laag, omdat hun capaciteit om op te schalen beperkt is, onder meer door de omvang van hun nationale markten en exportrestricties”, stelt het Bruegel-rapport.
Schaalvoordelen zoeken
Vandaar de stelling van de denktank dat er nood is aan een beter geïntegreerde Europese markt voor defensieproducten, die leidt tot schaalvoordelen, lagere prijzen én legers die over een grotere paraatheid beschikken. Een probleem is daarbij dat de wapensystemen van de EU-landen door het grote aantal uiteenlopende leveranciers versnipperd zijn. Europa gebruikt 178 wapensystemen, de Verenigde Staten 30. De Europese Unie beschikt over twaalf types tanks, de Verenigde Staten heeft er één. De Amerikaanse marinevloot gebruikt twee soorten fregatten en destroyers, in Europa zijn dat er maar liefst 25 (zie infografiek Zeer uiteenlopende Europese wapensystemen).

Die versnippering maakt het veel moeilijker schaalvoordelen te realiseren. Dat blijkt onder meer uit de kostprijs van de assemblage van een gevechtstank. De recente Duitse Leopard 2A8 tank kost 30 miljoen per exemplaar, een Amerikaanse Abraham-tank 17,5 miljoen euro en de Russische T90 omgerekend slechts 4 miljoen euro. “Zelfs al ligt de productie van de Amerikaanse Abraham-tanks relatief laag, met vijf tot tien per jaar, er zijn indicaties dat de relatief lage productiehoeveelheden van de Leopard-tanks de prijzen opdrijven”, staat in het Bruegel-rapport. Per maand worden in Duitsland drie tot vier Leopard-tanks geproduceerd. In de jaren tachtig, tijdens de Koude Oorlog, waren dat er zestien per maand.
In de Europese Unie kost een Howitzer-kanon tussen 5,8 en 11 miljoen euro. De Amerikanen assembleren ze tegen omgerekend 1,6 miljoen euro per stuk, de Russen tegen 1,4 miljoen euro. Het leger van Vladimir Poetin krijgt elk jaar honderd nieuwe exemplaren, Frankrijk komt aan zestig Caesar-Howitzers per jaar.
Eerder samenwerken dan fuseren
Een bijkomend probleem voor Europese bedrijven is het gebrek aan orders op de lange termijn, waardoor ze weigerachtig zijn nieuwe productiefaciliteiten op te zetten. Polen bestelde duizend nieuwe tanks in Zuid-Korea, toen bleek dat het in Duitsland geproduceerde alternatief duurder zou zijn en een veel langere productietijd zou vergen. Andere handicaps zijn de onzekere aanlevering van grondstoffen en de zoektocht naar geschoold personeel.
‘Een gebrek aan gezamenlijke aankopen en nationale voorkeuren bij het toewijzen van defensie-uitgaven vertalen zich in kleine markt’
Denktank Bruegel
Is de oplossing een consolidatie van de sector, waarbij defensiebedrijven fuseren? Zover gaan Mejino-Lopez en Wolff niet. Zij verwijzen eerder naar de Europese joint ventures waarin defensiebedrijven uit verschillende landen samenwerken. Een voorbeeld is MBDA, een Europese joint venture die raketten ontwikkelt voor de land-, lucht- en zeemacht. De eigenaars zijn BAE Systems, Airbus en Leonardo. Eurofighter is het consortium van dezelfde drie bedrijven dat straaljagers ontwikkelt. Bij MBDA zijn de nationale regeringen niet betrokken, bij Eurofighter is dat wel het geval en er is een toezicht van een NAVO-agentschap. FCAS is een samenwerking tussen Frankrijk, Duitsland en Spanje voor de ontwikkeling van gevechtsvliegtuigen. Maar ook hier zit ruis op de lijn: parallel is er het GCAP-project van het Verenigd Koninkrijk, Italië met Japan – een niet-Europees land dus.
Ten slotte zijn er MGCS en KNDS, die tegen 2040 nieuwe tanks van de band willen doen rollen. Telkens gaat het om een Frans-Duits project met de goedkeuring van de regering. Bruegel geeft wel een waarschuwing mee: “Een te sterke betrokkenheid van regeringen en te veel regeringen die meewerken aan één project kunnen leiden tot suboptimale beslissingen en lange en inefficiënte productietijden.”
Krediet verlenen
$Daarnaast blijft de financiering van de Europese defensiebedrijven complex. Het Draghi-rapport over de uitdagingen waarmee de industrie en bedrijven op de Europese interne markt worden geconfronteerd, wijst op de moeilijkheden die die spelers hebben om de nodige kredieten te krijgen bij de banken. Er zou ook meer private-equitygeld naar de sector moeten vloeien, terwijl participaties van grote private-equityspelers als Carlyle en KKR in Amerikaanse wapenproducenten algemeen aanvaard zijn. Vier op de tien Europese kmo’s die actief zijn in de defensiesector, hebben moeite hun financiering rond te krijgen.
Vier op de tien Europese kmo’s die actief zijn in de defensiesector, hebben moeite hun financiering rond te krijgen.
Vorige maand maakte Nadia Calviño, de voorzitter van de Europese Investeringsbank (EIB), wel bekend dat het budget voor de defensiesector wordt opgetrokken: “We verwachten dat bedrag voor 2025 te verdubbelen, waarmee we uitkomen op 2 miljard euro investeringen ter ondersteuning van de Europese veiligheids- en defensie-industrie.”
Wel blijven de leningen beperkt tot de zogenoemde dual use-projecten, met zowel militaire als burgerlijke doeleinden. Het gaat dan om drones, mijnopruiming en decontaminatie, radarsystemen en cyberbeveiliging. Enkel investeren in wapens en munitie valt niet onder het mandaat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier