ECB schiet plannen van federale overheid af over ingrijpen in spaarrentes
De Europese Centrale Bank heeft een negatief advies afgeleverd over drie voorstellen van de federale regering om via wetgeving hogere spaarrentes af te dwingen bij de banken. Net als de Nationale Bank ziet ze risico’s voor de financiële stabiliteit.
De centrale bank voor de eurozone spreekt zich uit over drie wetsvoorstellen waarin de regering verschillende mogelijke maatregelen voorstelt om de banken te verplichten hogere rentes te geven. Het gaat bijvoorbeeld om een minimale basisrente, gekoppeld aan de rente die banken krijgen als ze geld bij de ECB parkeren.
Concreet zou de spaarrente in de twee eerste voorstellen maximaal 2 procentpunt onder de depositorente mogen gaan. Momenteel bedraagt die 3,5 procent, waardoor de minimumbasisrente 1,5 procent zou bedragen. Verschillende banken zitten momenteel nog onder die grens. In het derde voorstel wordt een beschermde basisrente ingevoerd op de eerste 10.000 euro aan spaardeposito’s, gekoppeld aan de Belgische langetermijnrente.
Bankenwinst niet buitensporig
De ECB laat blijken niet achter de voorstellen te staan. Als de voorgestelde maatregelen worden ingevoerd, kan er een negatieve impact zijn op de winstgevendheid van de Belgische banken en uiteindelijk ook op de financiële stabiliteit, luidt het. De ECB wijst erop dat overheidsingrijpen in de spaarrentes een rol heeft gespeeld in de Amerikaanse spaar- en kredietcrisis van de jaren tachtig. Een abrupte verhoging van de rentevergoedingen zal de financieringskosten van de banken plots doen oplopen, legt de ECB uit. Aan de andere kant van de balans staat een groot aandeel aan vastrentende woningleningen. Kredietinstellingen zouden dus de negatieve impact moeten opvangen, bijvoorbeeld door hogere tarieven te vragen voor leningen.
Opvallend is dat de ECB ontkent dat de winstgevendheid van de Belgische banksector buitensporig is. “Hoewel de winstgevendheid tussen kredietinstellingen verschilt, wijst het gemiddelde rendement op het eigen vermogen van 9,9 procent in 2022 naar het oordeel van de ECB niet op een overschrijding en moet worden beoordeeld in de context van de huidige kosten van het eigen vermogen, waarin dit rendement niet onevenredig is.”
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier