‘De jaren van China als eeuwige snelle groeier zijn voorbij’
De Chinese economische motor komt al maanden niet meer op dreef. De nieuwe groeicijfers laten geen beterschap zien. Het is meer dan een conjunctureel probleem, zegt Jens Eskelund, voorzitter van Europese Kamer van Koophandel in China. “Het idee was: in China zal het morgen altijd beter zijn dan vandaag. Dat idee moet nu op het schap.”
Na het loslaten van de coronabeperkingen begin dit jaar leefde de Chinese economie even op. Maar sindsdien blijft het nieuws uit China slecht. De export strompelt, de consumptie slabakt, de vastgoedmarkt blijft in een dal, en de jeugdwerkloosheid is geklommen tot een pijnlijke 21 procent. Daar komt nu een ontgoochelend cijfer bij: in het tweede kwartaal groeide de economie met 0,8 procent. Een kwartaal eerder was dat nog 2,2 procent. “We hoopten allemaal op een volgehouden herstel na de coronabeperkingen, maar we zijn eraan voor de moeite”, zegt Jens Eskelund, voorzitter van de EUCCC (European Union Chamber of Commerce in China). “Wellicht waren onze verwachtingen onrealistisch.”
Wat is het probleem met de Chinese economie?
JENS ESKELUND. “De oude groeimotoren sputteren. De afkoelende wereldvraag weegt op de Chinese exportindustrie. De hoop was gevestigd op de binnenlandse consumptie: die zou de rol van motor overnemen, maar laat het afweten. Ook de slechte importcijfers wijzen erop dat de Chinese consument niet bepaald blaakt van optimisme. Dat kan ook moeilijk anders, met zo’n hoge jeugdwerkloosheid en een zwakke vastgoedmarkt. Liefst 70 procent van het vermogen van de Chinese gezinnen zit in vastgoed. Als je niet weet of de waarde van je huis zal stijgen of dalen, dan ben je niet geneigd om veel uit te geven.”
De Chinezen sparen veel omdat hun pensioen zo karig is, zo hoor je vaak.
ESKELUND. “De pensioenen en werkloosheidsuitkeringen zijn eerder rudimentair en fragmentarisch, inderdaad. Veel hangt af van waar je werkt, in een grote stad of op het platteland, en van je job. Niet alle jobs bieden dezelfde sociale voordelen. Jarenlang heeft China alles gedaan om het exportapparaat te versterken: subsidies, fiscale voordelen, investeringen in logistiek, noem maar op. Alle overheidssteun ging dus naar de aanbodzijde van de economie. Veel steun voor de vraagzijde was er niet. Als je niet zeker bent dat je goed onderwijs kan betalen voor je kinderen, perioden van werkloosheid kan overbruggen, en voldoende kan overhouden voor je oude dag, dan ga je sparen. De Chinese spaarquote zit op een recordhoogte. Normaal zou zo’n spaarberg moeten aanzetten tot consumptie. Niet in China. Chinezen zijn onzeker over hun toekomst.”
Daar komt nog de stijgende jeugdwerkloosheid bij. Zal die de sociale stabiliteit ondermijnen?
ESKELUND. “Ik denk het niet. Maar het is een bijkomende domper op de toekomstverwachtingen. Jarenlang profiteerde China van het wijdverbreide geloof dat de Chinese economie alleen maar kon groeien en nog eens groeien. Dat maakte het land aantrekkelijk voor buitenlandse investeerders. Het idee was: in China zal het morgen altijd beter zijn dan vandaag. Dat idee moet nu op het schap. De jaren van China als eeuwige snelle groeier zijn voorbij. Als je niet weet waar het naartoe gaat met China, word je voorzichtiger als ondernemer. Dan ga je ook andere markten verkennen.”
‘Als een bedrijf niet zeker is welke regels van toepassing zijn, dan staat het niet te springen om te investeren in China’
Jens Eskelund, voorzitter van Europese Kamer van Koophandel in China
Wat zeggen uw leden? Stoppen ze met investeren in China?
ESKELUND. “We zien niet veel buitenlandse investeringen in China dit jaar. Dat ligt aan de zwakke Chinese groei, en ook aan de zwakke wereldgroei. Vele van mijn leden hebben ook lessen getrokken uit de coronapandemie. Ze beseften hoe kwetsbaar ze waren door hun afhankelijkheid van productie in één land. Daarom bekijken ze hoe hun productie robuuster kan worden door bijkomende vestigingen in andere landen. Een ander probleem is de ambiguïteit van de Chinese regelgeving voor buitenlandse investeerders. Neem nu de regels inzake cyberveiligheid. Ze zijn gepubliceerd in 2017, maar nog steeds weten velen van mijn leden niet of hun bedrijf valt onder de zogenoemde ‘kritische informatie-infrastructuur’, wat grote IT-investeringen kan vergen. Als een bedrijf niet zeker is welke regels van toepassing zijn, dan staat het niet te springen om te investeren.”
Veel van die regelgeving komt voort uit wantrouwen tegenover het Westen. Kunnen onze relaties met China ooit weer worden wat ze waren voor het aantreden van president Xi Jinping?
ESKELUND. “Er is te veel gebeurd in tien jaar tijd. China is veranderd, Europa is veranderd, de VS zijn veranderd, de wereld is veranderd. Je kan niet terugkeren naar de wereld zoals die vroeger was. Ondernemers maken zich zorgen over de volatiliteit in de relatie tussen China en het Westen. Het gaat voortdurend op en neer. We kunnen alleen maar hopen dat er een nieuw evenwicht ontstaat. Het moet mogelijk zijn om een aantal punten van overeenkomst te vinden. Die kunnen dienen als een stabiele sokkel onder de relatie, wat voor relatie dat ook moge zijn.”
China is te groot om te negeren.
ESKELUND. “China is goed voor zowat een vijfde van de wereldbevolking. Ik hou niet van het idee om een vijfde van de mensheid te negeren. Dat is nergens goed voor.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier