De bestaansreden van de regering-Jambon: het Vlaamse kmo-weefsel redden

Vlaams minister-president Jan Jambon © belga
Alain Mouton

Zes maanden na de eedaflegging is de Vlaamse regering echt uit de startblokken geschoten. De coronacrisis gaf Jambon I een stevige duw. De regering heeft eindelijk haar bestaansreden gevonden: de portefeuille wordt opengetrokken om ervoor te zorgen dat het Vlaamse kmo-weefsel deze crisis overleeft. De interne spanningen behoren tot het verleden.

Bijna negen van de tien Vlaamse bedrijven zien de omzet door de coronacrisis kelderen, berekende de werkgeversorganisatie Voka. 30 procent heeft een omzetdaling van meer dan driekwart, de helft daarvan ligt zelfs volledig stil. Ook hebben twee op de drie ondernemingen tijdelijke werkloosheid aangevraagd. Positief is dat 18 procent van de bedrijven en zelfstandigen overweegt de activiteiten weer op te voeren in de komende twee weken. Toch staat nu al vast dat de crisis zwaar zal inhakken op het Vlaamse economische weefsel met zijn netwerk van kmo’s. De geschiedenis leert dat Vlaanderen, met zijn open economie gericht op export en een uitgebreide privésector, altijd zwaarder wordt geraakt door een crisis dan Wallonië, waar het overheidsapparaat groter is. Een economisch herstel verloopt dan weer sneller en beter in Vlaanderen. Alleen is het onduidelijk wanneer de economie opnieuw in een hogere versnelling kan schakelen.

De federale regering zette snel een vangnet op van 50 miljard euro, met uitstel van kredietafbetalingen, garanties voor leningen en tijdelijke werkloosheid. Bovenop die federale bazooka kwam een reeks Vlaamse maatregelen. Er was al de hinderpremie voor zelfstandige handelaars (4000 euro), nu is er ook een eenmalige compensatie van 3000 euro voor handelaars die 60 procent van hun omzet verliezen. Daarnaast wordt de waarborgcapaciteit voor bedrijfskredieten aan grote ondernemingen opgetrokken van 1,5 naar 3 miljard euro. Opvallend is de rol van de Vlaamse investeringsmaatschappij PMV, die 250 miljoen euro vrijmaakt voor leningen aan KMO’s en groeibedrijven. Een reddingsboei naast die van de banken.

Het is duidelijk: de Vlaamse regering heeft in de coronacrisis eindelijk een bestaansreden gevonden. Ze wil tot elke prijs vermijden dat het Vlaamse kmo-weefsel onherstelbare schade oploopt. De Vlaamse economie steunt natuurlijk in belangrijke mate op de Antwerpse haven en telt tal van multinationals. Maar de kmo’s spelen een cruciale rol. Een goed jaar geleden telde België een recordaantal van 1.166.233 kmo’s, van eenmanszaken tot bedrijven met 49 werknemers.

Begroting diep in het rood

De reddingsoperatie mag iets kosten. Ze wordt op 2 tot 3 miljard euro geraamd, of 6 procent van het Vlaamse budget. De Vlaamse regering heeft wat marge. 2019 werd afgesloten met een begrotingsoverschot van 275 miljoen, 122 miljoen euro meer dan verwacht. Dat was onder andere te danken aan de afschaffing van de woonbonus. De vastgoedoperaties namen toe, waardoor er extra inkomsten binnenkwamen door registratierechten en hypotheekrechten.

Een verschil met Wallonië, dat met een groot begrotingsdeficit kampt. Vorige maand maakte Waals minister van Economie Willy Borsus (MR) al duidelijk dat de Waalse steunmaatregelen van 350 miljoen euro geen maximum waren, maar dat de regering in Namen snel op haar limieten zou stoten.

Geen kibbelkabinet meer

Goed zes maanden na de eedaflegging heeft de regering-Jambon een duidelijk en gezamenlijk doel gevonden. Daarmee wordt wellicht vermeden dat de Vlaamse regering een kibbelkabinet-bis wordt, naar analogie met de vorige federale regering-Michel.

Minister-president Jan Jambon (N-VA) moest zich aanvankelijk de gewoonten en zeden van het Vlaams Parlement nog eigen maken. De regeringspartijen CD&V en Open Vld hadden kritiek omdat het Vlaams regeerakkoord te veel een N-VA-stempel zou dragen. De besparingen in de cultuursector zorgden voor ongenoegen in de liberale hoek. Bij N-VA was men dan weer boos dat Open Vld-voorzitter Gwendolyn Rutten niet koos voor een plaats in de Vlaamse regering maar naar het federale premierschap leek te lonken.

De federale regeringsonderhandelingen, waarbij de indruk ontstond dat Open Vld voor een regering zonder N-VA wou gaan, deden de spanningen nog toenemen. Medewerkers van N-VA en Open Vld vochten bijna elke dag een robbertje uit op de sociale media. Het wantrouwen was zo groot dat er zelfs gespeculeerd werd op een vervanging van de liberalen in de Vlaamse regering door de socialisten. Maar de coronacrisis zorgde ervoor dat de neuzen plots weer in dezelfde richting stonden. Gezien de impact van de crisis is de kans klein dat interne strubbelingen de Vlaamse regering straks vleugellam maken.

Partner Content